"Naar goeroe gaan betekent van hem horen, van hem informeren. Tad-vijñānārthaṁ sa gurum evābhigacchet, samit-pāṇiḥ śrotriyaṁ brahma-niṣṭham (MU 1.2.12). Je moet zo'n goeroe benaderen. En wie is die goeroe? Vaiṣṇava. Niet een gewoon persoon. Daarom moet je iedereen die geen Vaiṣṇava is, niet benaderen. Het is valse kennis. Zijn kennis heeft geen waarde. Sanātana Gosvāmī heeft strikt verboden: Avaiṣṇava-mukhodgīrṇaṁ pūtaṁ hari-kathāmṛtam, śravaṇaṁ naiva kartavyam. Niet horen. Je zult verpest worden. Caitanya Mahāprabhu heeft gezegd: Māyāvādi-bhāṣya śunile haya sarva-nāśa (CC Madhya 6.169). Als je hoort van een Māyāvādī, impersonalist, dan is je spirituele vooruitgang gedoemd, beëindigd. Geen geestelijke vooruitgang meer. Māyāvādi-bhāṣya śunile. Māyāvādī haya kṛṣṇe aparādhī. De Māyāvādī, zij zijn overtreders van Kṛṣṇa. Kṛṣṇa is de Allerhoogste Persoon en de Māyāvādī wil Hem onpersoonlijk maken; daarom zijn ze overtreders."
|