"Mijn Guru Mahārāja zei altijd: "Als ik kṛṣṇa-bhakta's als kinderen kan voortbrengen, dan ben ik bereid om te trouwen en honderden kinderen voort te brengen." En als we dat niet kunnen, zullen we niet één kind voortbrengen. Net als Vasudeva en Devakī in hun vorige leven ... wat was de naam? Hun vastberadenheid is: "Als we een kind als God kunnen krijgen, dan zullen we produceren. Anders gaan we verder, tapasya." En toen Kṛṣṇa kwam, "Wat wil je?" "Ik wil jou." "Wie is zoals ik? Ik zal verschijnen."
|