"Niṣkiñcanasya. Iemand die heeft besloten, dat: "Deze wereld is nutteloos. Ik heb herhaaldelijk geboorte genomen en verschillende soorten van lichamen aanvaard/aangenomen en lijd . . ." Lichaam betekent . . . degenen die dit feit hebben begrepen en walgen, bhakti is dus voor hen. Iemand die de neiging heeft om van deze materiële wereld te genieten, en misbruik van God te maken: "Geef me een goede vrouw, geef me goed werk, goede maaltijd, veel plezier;" bhakti is niet voor hen. Zij zijn nog in de prille fase."
|