NL/Prabhupada 0383 - Het commentaar bij Gaura Pahu

Revision as of 22:30, 8 February 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0383 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1969 Category:NL-Quotes - Pur...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Purport to Gaura Pahu -- Los Angeles, January 10, 1969

Gaura pahū nā bhajiyā goinu, prema-rathana-dhana helāya hārāiṅu. Dit is een ander lied van Narottama dāsa Ṭhākura. Hij zegt dat "ik heb mijn geestelijke dood uitgenodigd door het niet aanbidden van Heer Caitanya." Gaura pahū nā bhajiyā goinu. Gaura pahū betekent "Heer Caitanya." Nā bhajiyā, "zonder te aanbidden." Goinu, "Ik heb de geestelijke dood uitgenodigd." En adhane yatane kari dhanu tainu. "Waarom heb ik de geestelijke dood uitgenodigd? Want ik ben bezig met iets dat nutteloos is en ik heb het werkelijke doel van mijn leven afgewezen." Adhana betekent waardeloze dingen. En dhana betekent waardevolle spullen. Dus eigenlijk, ieder van ons, onze geestelijke verlossing verwaarlozend, we zijn bezig met materiële zinsbevrediging, en daarom verliezen we de mogelijkheid van deze menselijke vorm van het lichaam, om mezelf te verheffen tot het spirituele platform. Dit menselijk lichaam is speciaal aan de geconditioneerde ziel gegeven om een kans te krijgen voor spirituele verlossing. Dus iedereen die geestelijke emancipatie niets kan schelen, nodigt geestelijke dood uit. De geestelijke dood betekent om zichzelf te vergeten, dat hij de ziel is. Dat is de geestelijke dood. Dus in het dierlijk leven is het volledige vergeetachtigheid. Ze kunnen niet worden herinnerd aan omstandigheden dat zij niet dit lichaam zijn, ze verschillen van dit lichaam. Het is alleen in deze menselijke vorm van het lichaam, de menselijke vorm van leven, dat men kan begrijpen dat hij niet dit lichaam is, hij is ziel. Dus door het chanten Hare Kṛṣṇa, kan men dit feit gemakkelijk begrijpen, en door het aanbidden van Heer Caitanya, Zijn principes en wegen navolgen, kan men Hare Kṛṣṇa chanten en heel eenvoudig tot het platform van spiritueel begrip komen. Maar Narottama dāsa Ṭhākura zegt namens ons dat we dit verwaarlozen. Daarom nodigen we geestelijke dood uit.

Dan zegt hij dat pema-rathana-dhana helāya hārāiṅu. Geestelijk leven betekent om echte liefde te ontwikkelen. Iedereen zegt liefde. Er zijn zo veel borden, zo veel kranten, "liefde, de liefde." Maar er is geen liefde. Dit is een illusie. Het is allemaal lust. Liefde voor intoxicatie, liefde voor seks, liefde voor dit... Dit is er aan de gang. Dus werkelijke liefde betekent... Liefde, dit woord, kan alleen van toepassing zijn op Kṛṣṇa, met God. Omdat wij voor dat doel zijn gemaakt. Liefde betekent om Kṛṣṇa lief te hebben. Dus dat wordt gezocht. Dat is geestelijke liefde. Dus prema-rathana. Ik kon die transcendentale positie van de liefde bereiken, maar ik ben aan het verwaarlozen. Daarom roep ik mijn geestelijke dood op. En deze dingen gebeuren als gevolg van mijn wandaden uit het verleden. Iedereen die dit materiële lichaam heeft gekregen, het is te wijten aan wandaden uit het verleden. Soms doen we vrome daden. Eigenlijk, zo lang men dit materiële lichaam krijgt zijn er geen vrome daden. Vrome daden betekent geen stoffelijk lichaam meer. Dat zijn vrome daden. Anders moet het worden opgevat als een feit dat zelfs Brahmā, die het belangrijkste levend wezen in dit universum is en heeft een massa van jaren als de duur van het leven, Alle macht, nog steeds, dat wordt ook beschouwd als wandaden, omdat hij het stoffelijk lichaam heeft. Dus we gaan diep naar beneden, een na de ander, het lichaam, door onze wandaden. In de Bhāgavata wordt het ook voorgesteld dat ze het niet weten, dat door dit zinsbevredigings proces dat ze een ander lichaam zullen hebben. En het lichaam is de oorzaak van de materiële pijnscheuten. Omdat ik dit lichaam heb, dus ik voel hoofdpijn, ik voel buikpijn. Ik voel dit en dat. Maar zodra we uit dit materiële lichaam zijn, zijn er geen materiele pijnen meer. Het is gewoon een vreugdevol leven. Brahma-bhūtaḥ prasannâtmâ (BG 18.54). Prasannâtmâ betekent blij, zodra men een geestelijk leven krijgt. Dus als gevolg van mijn vroegere daden, mis ik deze kans. Apana kara mada seva...

Waarom gebeurt het? Sat-saṅga chāḍi khainu asatyera vilāsa. "Ik heb de associatie met toegewijden opgegeven, maar ik ben aan het associëren met gemeenschappelijke onzin mensen." Asatyera. Asat en sat. Sat betekent ziel. En asat betekent materie. Dus associatie met materiële gehechtheid betekent betrokkenheid bij dit materiële, voorwaardelijke leven. Dus men moet associëren met toegewijden. Satāṁ prasaṅgād mama vīrya-saṁvido. Men kan God alleen begrijpen in het gezelschap van toegewijden. Daarom pleiten we voor dit Kṛṣṇa-bewustzijn, de gemeenschap. Eigenlijk, je zult vinden, iemand die naar deze gemeenschap komt, door het associëren van een paar dagen, een paar weken, wordt hij bewust, en hij meldt zich aan voor initiatie en verdere vooruitgang. Dus deze associatie is erg belangrijk. Degenen die verschillende centra en tempels besturen, ze moeten zeer verantwoordelijke mensen zijn omdat alles zal afhangen van hun oprechte activiteiten en karakter. Als ze onoprecht zijn, dan zal dat niet effectief zijn. Men kan komen en associëren met ons, maar als we onoprecht zijn, dan zal het niet effectief zijn. Maar als de toegewijden oprecht zijn, zal iedereen die in contact komt met een toegewijde, hij zal veranderen. Dat is het geheim. Sat-saṅga chāḍi asatyera vilāsa. En zodra we afstand doen van de associatie met deze toegewijden, zal māyā me onmiddellijk vangen. Zodra we dit gezelschap opgeven, zegt māyā: "Ja, kom in mijn gezelschap." Zonder enig gezelschap, kan niemand neutraal blijven. Dat is niet mogelijk. Hij moet associëren met māyā of Kṛṣṇa. Dus iedereen moet zeer serieus zijn om gezelschap met toegewijden te houden, met Kṛṣṇa.

Kṛṣṇa betekent... Wanneer we spreken over Kṛṣṇa, "Kṛṣṇa" betekent Kṛṣṇa met Zijn toegewijden. Kṛṣṇa is nooit alleen. Kṛṣṇa is met Rādhārāṇī. Rādhārāṇī is met de gopīs. En Kṛṣṇa is met de koeherdersjongens. We zijn geen impersonalisten. Wij zien niet alleen Kṛṣṇa. Op dezelfde manier betekent Kṛṣṇa met toegewijden van Kṛṣṇa. Dus Kṛṣṇa-bewustzijn betekent om associatie te houden met de toegewijden van Kṛṣṇa. Viṣaya viṣama viṣa satata khāinu. En hij zegt dat "Ik heb altijd het meest gevaarlijke gif van zinsbevrediging gedronken." Viṣaya viṣama viṣa. Viṣaya betekent zinsbevrediging. Eten, slapen, paren en verdedigen. Deze worden viṣaya genoemd. En viṣama betekent gevaarlijk. En viṣa betekent gif. Als men zich gewoon bezig houdt met deze vier principes van het leven, net als dieren. Dan is het te veronderstellen dat hij gewoon vergif drinkt. Dat is alles. Viṣaya viṣama satata khāinu. "Ik weet dat dit gif (is), maar ik ben zodanig geintoxiceerd, dat ik dit gif elk moment drink." Gaura-kīrtana-rase magana nā painu. 'En ik kon niet opgaan in de saṅkīrtana beweging die gestart werd door Heer Caitanya." Oh, dat is eigenlijk het feit. Degenen die te veel gehecht zijn aan de materialistische manier van leven, of altijd drinken van het gif van zinsbevrediging, ze worden niet aangetrokken door de saṅkīrtana beweging.

Dus op het laatst, is Narottama dāsa Ṭhākura aan het weeklagen. Hij vertegenwoordigt onszelf. Als men tot dat punt van weeklagen komt, dat is ook erg leuk. Hij wordt onmiddellijk gezuiverd. Klaagzang betekent zuivering. Dus zegt hij, keno vā āchaya prāṇa kichu bali... "Waarom leef ik? Ik heb geen associatie met de toegewijden, ik neem geen deel aan de saṅkīrtana beweging. Ik begrijp niet wat Kṛṣṇa is. Ik begrijp niet wat Heer Caitanya is. Dan waar leef ik voor?" Dit is klaagzang. "Wat is mijn geluk? Wat is de standaard van mijn geluk? Waarom leef ik?" Narottama dāsa kena nā gela." Waarom ging ik niet dood lang, lang geleden? Ik had moeten sterven. Wat is de betekenis van mijn leven?" Het is dus niet Narottama dasa Ṭhākura's klaagzang. Iedereen van ons moet denken zoals dat, dat "Als we geen associatie van toegewijden hebben, als we niet begrijpen wat de Kṛṣṇa-bewustzijns beweging is, als we niet in aanraking komen met de Heer Caitanya en zijn metgezellen, het was beter voor mij om te sterven. En er is geen andere oplossing."