NL/690913b Lezing - Pareltjes van Srila Prabhupada in Tittenhurst: Difference between revisions

No edit summary
No edit summary
 
Line 5: Line 5:
{{Nectar Drops navigation - All Languages|Dutch|NL/690913 Lezing - Pareltjes van Srila Prabhupada in Tittenhurst|690913|NL/690914 Lezing - Pareltjes van Srila Prabhupada in Londen|690914}}
{{Nectar Drops navigation - All Languages|Dutch|NL/690913 Lezing - Pareltjes van Srila Prabhupada in Tittenhurst|690913|NL/690914 Lezing - Pareltjes van Srila Prabhupada in Londen|690914}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- END NAVIGATION BAR -->
{{Audiobox_NDrops|NL/Dutch - Pareltjes van Srila Prabhupada|<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/Nectar+Drops/690913SB-LONDON_ND_02.mp3</mp3player>|"Dus we hebben vele levensmiddelen in het vegetarische koninkrijk, en Kṛṣṇa vraagt jou dat patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati ([[Vanisource:BG 9.26 (1972)|BG 9.26]]). 'Iedereen die aan Mij offert...' Dit is universeel. Patram betekent een blad. Juist zoals een blad. Puṣpam, een bloem. En patraṁ puṣpaṁ phalam. Phalam betekent een fruit. En toyam betekent water. Dus iedere arme man kan Kṛṣṇa iets offeren. Er is geen nood aan, ik wil zeggen, weelderige levensmiddelen, maar het is bedoeld voor de armste man. De armste van de arme mannen kan deze vier dingen bemachtigen—een klein blad, een kleine bloem, een klein fruit en klein beetje water. In elk deel van de wereld. Daarom beschrijft Hij, patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati: 'iedereen die Mij met liefde en toewijding...' Tad ahaṁ bhakty-upahṛtam. 'Omdat het naar Mij gebracht werd met liede en toewijding ', aśnāmi, 'zal ik eten'."|Vanisource:690913 - Lecture SB 05.05.01-2 - Tittenhurst|690913 - Lezing SB 05.05.01-2 - Tittenhurst}}
{{Audiobox_NDrops|NL/Dutch - Pareltjes van Srila Prabhupada|<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/Nectar+Drops/690913SB-LONDON_ND_02.mp3</mp3player>|"Dus we hebben vele levensmiddelen in het vegetarische koninkrijk, en Kṛṣṇa vraagt jou dat patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati ([[Vanisource:BG 9.26 (1972)|BG 9.26]]). 'Iedereen die aan Mij offert...' Dit is universeel. Patram betekent een blad. Juist zoals een blad. Puṣpam, een bloem. En patraṁ puṣpaṁ phalam. Phalam betekent een vrucht. En toyam betekent water. Dus iedere arme man kan Kṛṣṇa iets offeren. Er is geen nood aan, ik wil zeggen, weelderige levensmiddelen, maar het is bedoeld voor de armste man. De armste van de arme mannen kan deze vier dingen bemachtigen—een klein blad, een kleine bloem, een kleine vrucht en klein beetje water. In elk deel van de wereld. Daarom beschrijft Hij, patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati: 'iedereen die Mij met liefde en toewijding...' Tad ahaṁ bhakty-upahṛtam. 'Omdat het naar Mij gebracht werd met liede en toewijding ', aśnāmi, 'zal ik eten'."|Vanisource:690913 - Lecture SB 05.05.01-2 - Tittenhurst|690913 - Lezing SB 05.05.01-2 - Tittenhurst}}

Latest revision as of 01:28, 5 January 2023

NL/Dutch - Pareltjes van Srila Prabhupada
"Dus we hebben vele levensmiddelen in het vegetarische koninkrijk, en Kṛṣṇa vraagt jou dat patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati (BG 9.26). 'Iedereen die aan Mij offert...' Dit is universeel. Patram betekent een blad. Juist zoals een blad. Puṣpam, een bloem. En patraṁ puṣpaṁ phalam. Phalam betekent een vrucht. En toyam betekent water. Dus iedere arme man kan Kṛṣṇa iets offeren. Er is geen nood aan, ik wil zeggen, weelderige levensmiddelen, maar het is bedoeld voor de armste man. De armste van de arme mannen kan deze vier dingen bemachtigen—een klein blad, een kleine bloem, een kleine vrucht en klein beetje water. In elk deel van de wereld. Daarom beschrijft Hij, patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati: 'iedereen die Mij met liefde en toewijding...' Tad ahaṁ bhakty-upahṛtam. 'Omdat het naar Mij gebracht werd met liede en toewijding ', aśnāmi, 'zal ik eten'."
690913 - Lezing SB 05.05.01-2 - Tittenhurst