"Wat ons betreft, wij moeten prediken. Dat is het tweede platform van spirituele leven. In het tweede platform, niet alleen houden van God, maar om vriendschap te maken met toegewijde die houden van God. Dat is maatschappij. Onze maatschappij is toegewijden. We zouden niet enkel moeten oefenen om God lief te hebben, maar we zouden vriendschap moeten maken en de toegewijden ook liefhebben. En dan diegenen die onschuldig zijn, diegenen die niet begrijpen wie is Kṛṣṇa, wij zullen prediken. En diegenen die atheïst zijn, tegen God, we zullen vermijden."
|