NL/761213 - Pareltjes van Srila Prabhupada in Hyderabad: Difference between revisions

No edit summary
No edit summary
 
Line 2: Line 2:
[[Category:NL/Pareltjes - 1976]]
[[Category:NL/Pareltjes - 1976]]
[[Category:NL/Pareltjes - Hyderabad]]
[[Category:NL/Pareltjes - Hyderabad]]
{{Audiobox_NDrops|NL/Dutch - Pareltjes van Srila Prabhupada|<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/Nectar+Drops/761213BG-HYDERABAD_ND_01.mp3</mp3player>|Deze (BG 16.1-3) zijn de kwalificatie, daiva-sampada. Abhayam: men moet onbevreesd zijn. Wie kan onbevreesd worden? De kwalificatie van de geconditioneerde ziel is angst. Alleen iemand die gevorderd is in Kṛṣṇa-bewustzijn, hij kan onbevreesd worden. En sattva-saṁśuddhi. Sattva-saṁśuddhi. Onze sattva, existentiële positie, is onzuiver, ziek. Daarom sterven we, en nemen we opnieuw geboorte. Asunti. Dus sattva-saṁśuddhi: men moet proberen zijn bestaan ​​te zuiveren. Voor dat doel is er nood aan tapasya. Tapo divyaṁ putrakā yena śuddhyet sattvam (SB 5.5.1). Tapasya betekent soberheid. Als u uw ziekte wilt genezen, dan moet u enige strengheid, regels en voorschriften volgen. Een man lijdt aan diarree. Als hij mag eten wat hij wil, zal hij nooit genezen. Hij moet enkele dagen vasten; dan is het genezen. Dit is dus sattva-saṁśuddhi."|Vanisource:761213 - Lecture BG 16.06 - Hyderabad|761213 - Lezing BG 16.06 - Hyderabad}}
{{Audiobox_NDrops|NL/Dutch - Pareltjes van Srila Prabhupada|<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/Nectar+Drops/761213BG-HYDERABAD_ND_01.mp3</mp3player>|Deze (BG 16.1-3) zijn de kwalificatie, daiva-sampada. Abhayam: Men moet onbevreesd zijn. Wie kan onbevreesd worden? De kwalificatie van de geconditioneerde ziel is angst. Alleen iemand die gevorderd is in Kṛṣṇa-bewustzijn, hij kan onbevreesd worden. En sattva-saṁśuddhi. Sattva-saṁśuddhi. Onze sattva, existentiële positie, is onzuiver, ziek. Daarom sterven we, en nemen we opnieuw geboorte. Asunti. Dus sattva-saṁśuddhi: Men moet proberen zijn bestaan ​​te zuiveren. Voor dat doel is er nood aan tapasya. Tapo divyaṁ putrakā yena śuddhyet sattvam (SB 5.5.1). Tapasya betekent soberheid. Als u uw ziekte wilt genezen, dan moet u enige strengheid, regels en voorschriften volgen. Een man lijdt aan diarree. Als hij mag eten wat hij wil, zal hij nooit genezen. Hij moet enkele dagen vasten; dan is het genezen. Dit is dus sattva-saṁśuddhi."|Vanisource:761213 - Lecture BG 16.06 - Hyderabad|761213 - Lezing BG 16.06 - Hyderabad}}

Latest revision as of 23:27, 5 September 2023

NL/Dutch - Pareltjes van Srila Prabhupada
Deze (BG 16.1-3) zijn de kwalificatie, daiva-sampada. Abhayam: Men moet onbevreesd zijn. Wie kan onbevreesd worden? De kwalificatie van de geconditioneerde ziel is angst. Alleen iemand die gevorderd is in Kṛṣṇa-bewustzijn, hij kan onbevreesd worden. En sattva-saṁśuddhi. Sattva-saṁśuddhi. Onze sattva, existentiële positie, is onzuiver, ziek. Daarom sterven we, en nemen we opnieuw geboorte. Asunti. Dus sattva-saṁśuddhi: Men moet proberen zijn bestaan ​​te zuiveren. Voor dat doel is er nood aan tapasya. Tapo divyaṁ putrakā yena śuddhyet sattvam (SB 5.5.1). Tapasya betekent soberheid. Als u uw ziekte wilt genezen, dan moet u enige strengheid, regels en voorschriften volgen. Een man lijdt aan diarree. Als hij mag eten wat hij wil, zal hij nooit genezen. Hij moet enkele dagen vasten; dan is het genezen. Dit is dus sattva-saṁśuddhi."
761213 - Lezing BG 16.06 - Hyderabad