NL/770509 - Pareltjes van Srila Prabhupada in Hrishikesh: Difference between revisions

No edit summary
No edit summary
 
Line 2: Line 2:
[[Category:NL/Pareltjes - 1977]]
[[Category:NL/Pareltjes - 1977]]
[[Category:NL/Pareltjes - Hrishikesh]]
[[Category:NL/Pareltjes - Hrishikesh]]
{{Audiobox_NDrops|NL/Dutch - Pareltjes van Srila Prabhupada|<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/Nectar+Drops/770509ED-HRISHIKESH_ND_01.mp3</mp3player>|"Īśāvāsyam idaṁ sarvam ([[Vanisource:ISO 1|ISO 1]]). Eigenlijk, behoort alles toe aan Kṛṣṇa, of God, en wij zijn zijn zonen. Kṛṣṇa heeft nooit beweerd dat, "Indiërs zijn Mijn zonen." Kṛṣṇa zei, sarva-yoniṣu kaunteya ([[Vanisource:BG 14.4 (1972|BG 14.4]])): "In iedere levensvorm van het levende wezen, is hun moeder de materiele natuur, en ik ben de zaadgevende vader." Dus op die basis zou de beschaving moeten worden gevestigd, en de opdracht van Kṛṣṇa zou door iedereen gevolgd moeten worden, en zij zullen gelukkig zijn. Dat is de enige weg."|Vanisource:770509 - Conversation - Hrishikesh|770509 - Gesprek - Hrishikesh}}
{{Audiobox_NDrops|NL/Dutch - Pareltjes van Srila Prabhupada|<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/Nectar+Drops/770509ED-HRISHIKESH_ND_01.mp3</mp3player>|"Īśāvāsyam idaṁ sarvam ([[Vanisource:ISO 1|ISO 1]]). Eigenlijk, behoort alles toe aan Kṛṣṇa, of God, en wij zijn zijn zonen. Kṛṣṇa heeft nooit beweerd, dat: "Indiërs zijn Mijn zonen." Kṛṣṇa zei: Sarva-yoniṣu kaunteya ([[Vanisource:BG 14.4 (1972|BG 14.4]])): "In iedere levensvorm van het levende wezen, is hun moeder de materiële natuur, en ik ben de zaad-gevende vader." Dus, op die basis, zou de beschaving moeten worden gevestigd, en de opdracht van Kṛṣṇa zou door iedereen gevolgd moeten worden, en zij zullen gelukkig zijn. Dat is de enige weg."|Vanisource:770509 - Conversation - Hrishikesh|770509 - Gesprek - Hrishikesh}}

Latest revision as of 02:21, 10 September 2023

NL/Dutch - Pareltjes van Srila Prabhupada
"Īśāvāsyam idaṁ sarvam (ISO 1). Eigenlijk, behoort alles toe aan Kṛṣṇa, of God, en wij zijn zijn zonen. Kṛṣṇa heeft nooit beweerd, dat: "Indiërs zijn Mijn zonen." Kṛṣṇa zei: Sarva-yoniṣu kaunteya (BG 14.4)): "In iedere levensvorm van het levende wezen, is hun moeder de materiële natuur, en ik ben de zaad-gevende vader." Dus, op die basis, zou de beschaving moeten worden gevestigd, en de opdracht van Kṛṣṇa zou door iedereen gevolgd moeten worden, en zij zullen gelukkig zijn. Dat is de enige weg."
770509 - Gesprek - Hrishikesh