NL/BG 5.8-9

Revision as of 13:05, 28 June 2018 by Vanibot (talk | contribs) (Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda


VERS 8-9

नैव किञ्चित्करोमीति युक्तो मन्येत तत्त्ववित् ।
पश्यञ्शृण्वन्स्पृशञ्जिघ्रन्नश्नन्गच्छन्स्वपञ्श्वसन् ॥८॥
प्रलपन्विसृजन्गृह्णन्नुन्मिषन्निमिषन्नपि ।
इन्द्रियाणीन्द्रियार्थेषु वर्तन्त इति धारयन् ॥९॥
naiva kiñcit karomīti
yukto manyeta tattva-vit
paśyañ śṛṇvan spṛśañ jighrann
aśnan gacchan svapan śvasan
pralapan visṛjan gṛhṇann
unmiṣan nimiṣann api
indriyāṇīndriyārtheṣu
vartanta iti dhārayan

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

na — nooit; eva — zeker; kiñcit — wat dan ook; karomi — ik doe; iti — zo; yuktaḥ — bezig in het goddelijk bewustzijn; manyeta — denkt; tattva-vit — iemand die de waarheid kent; paśyan — ziend; śṛṇvan — horend; spṛśan — aanrakend; jighran — ruikend; aśnan — etend; gacchan — gaand; svapan — dromend; śvasan — ademhalend; pralapan — pratend; visṛjan — opgevend; gṛhṇan — aannemend; unmiṣan — openend; nimiṣan — sluitend; api — ondanks; indriyāṇi — de zintuigen; indriya-artheṣu — met zinsbevrediging; vartante — laat ze zo bezig zijn; iti — zo; dhārayan — bedenkend.

VERTALING

Hoewel een persoon met goddelijk bewustzijn ziet, hoort, voelt, ruikt, eet, zich voortbeweegt, slaapt en ademt, is hij er zich altijd van bewust dat hij eigenlijk helemaal niets doet. Want terwijl hij spreekt, zich ontlast, iets in ontvangst neemt of zijn ogen opent of sluit, is hij er zich diep vanbinnen altijd van bewust dat alleen de materiële zintuigen en de zins-objecten op elkaar inwerken en dat hij los van hen staat.

COMMENTAAR

Een Kṛṣṇa-bewust persoon leidt een zuiver bestaan en staat daar-door los van elke activiteit die afhankelijk is van de vijf directe en indirecte oorzaken: de handelende persoon, de zintuigen, de situatie, de inspanning en het lot. Dit komt doordat hij bezig is met transcendentale liefdedienst aan Kṛṣṇa. Hoewel het lijkt alsof hij actief is met zijn lichaam en zintuigen, is hij zich altijd bewust van zijn werkelijke positie, namelijk dat hij spirituele activiteiten verricht. In een materieel bewustzijn zijn de zintuigen actief voor zinsbevrediging, maar in Kṛṣṇa-bewustzijn zijn de zintuigen actief om de zintuigen van Kṛṣṇa te bevredigen. Een Kṛṣṇa-bewust persoon is daarom altijd vrij, ook al lijkt hij bezig te zijn met zintuiglijke zaken.

Activiteiten zoals zien en horen zijn activiteiten van de kennis-vergarende zintuigen, terwijl bewegen, spreken, zich ontlasten enz. activiteiten van de uitvoerende zintuigen zijn. Een Kṛṣṇa-bewust persoon wordt nooit beïnvloed door de activiteiten van de zintuigen. Hij kan gewoon geen handeling uitvoeren tenzij deze in dienst is van de Heer, omdat hij weet dat hij Zijn eeuwige dienaar is.