NL/Prabhupada 0100 - We zijn eeuwig verbonden met Krishna: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0100 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1971 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
m (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,15}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA]]
[[Category:NL-Quotes - in USA]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0099 - Hoe erkend te worden door Krishna|0099|NL/Prabhupada 0101 - Ons gezonde leven is om het eeuwige leven te genieten|0101}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|KharHlNRSe4|We are Eternally Related with Kṛṣṇa - Prabhupāda 0100}}
{{youtube_right|c9PdDkOefU0|We zijn eeuwig verbonden met Krishna<br /> - Prabhupāda 0100}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/710722SB.NY_clip.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/710722SB.NY_clip.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->     
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->     
Dus, we zijn eeuwig verbonden met Kṛṣṇa. In het huidige moment wordt het simpelweg vergeten, onderdrukt. Daarom denken we dat we geen relatie hebben met Kṛṣṇa. Maar dat is geen feit. Omdat we een deel en onderdeel zijn van Kṛṣṇa, is de relatie eeuwig. We moeten ze simpelweg doen heropleven. Dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. Kṛṣṇa-bewustzijn betekent... We zijn nu in een ander bewustzijn. Ik denk dat ik een Indiër ben. Een ander denkt, "Ik ben Amerikaan." Een ander denkt, "ik ben dit, ik ben dat." Maar het eigenlijke denken zou moeten zijn, "ik ben Kṛṣṇa's." Dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. "Ik ben Kṛṣṇa's." En in een Kṛṣṇa-bewuste relatie, want Kṛṣṇa. is voor iedereen, daarom wordt ik iedereen's. Probeer het gewoon te begrijpen. In India is het systeem,wanneer een meisje met een jongen trouwt, Dus, in jouw land ook, overal geldt hetzelfde systeem. Net als de neef van de jongen het meisje "tante" noemt. Nu, hoe wordt ze jouw tante? Omdat, ze in relatie is met haar echtgenoot. Voor de trouw, was ze geen tante, maar zodra hij (zij) gerelateerd is aan de echtgenoot, wordt de echtgenoot's neef de neef. Probeer dit voorbeeld gewoon te begrijpen. Gelijkaardig, wanneer we een relatie opbouwen, of onze originele relatie met Kṛṣṇa, en Kṛṣṇa is voor iedereen, daarom wordt ik voor iedereen. Dat is ware universele liefde. De artificiële, zogezegde universele liefde kan niet opgebouwd worden tenzij je een relatie opbouwt met het centrale punt. Net als jullie Amerikanen zijn. Waarom? Omdat je geboren bent in dit land. Dus een andere Amerikaan is een lid van jouw land, maar als je iets anders wordt, dan heb je geen relatie meer met een andere Amerikaan. Dus, we moeten onze relatie met Kṛṣṇa herstellen. Dan zal de kwestie van universele broederliefde, gerechtigheid, vrede, welvaart komen. Zoniet, is er geen kans. Het kernpunt ontbreekt. Hoe kan er gerechtigheid en vrede zijn? Het is niet mogelijk. Daarom staat in de Bhagavad-gītā de formule voor vrede gegeven. De vredeformule is dat men moet begrijpen dat Kṛṣṇa de enige genieter is. Net als in deze tempel, ons kernpunt is Kṛṣṇa. Wanneer we koken is het voor Kṛṣṇa, we koken niet voor onszelf. Uiteindelijk zullen we uiteraard de prasādam eten, maar wanneer we koken, denken we niet aan onszelf. We koken voor Kṛṣṇa. Wanneer je buitengaat om fondsen te verzamelen, is het niet dat de personen van deze kīrtana-partij het uit persoonlijke interesse doen. Nee. Ze verzamelen, of ze delen literatuur uit, namens Kṛṣṇa, om mensen Kṛṣṇa-bewust te maken. En wat de collectie ook moge zijn, dat wordt gebruikt voor Kṛṣṇa. Dus op deze manier, wanneer we onszelf ontwikkelen in deze manier van leven, alles voor Kṛṣṇa, dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. Net hetzelfde, wat wij aan het doen zijn, moeten we doen. We moeten simpelweg ons bewustzijn veranderen in, "ik doe dit voor Kṛṣṇa, niet voor mijzelf." Op deze manier, als we Kṛṣṇa-bewustzijn ontwikkelen komen we tot ons oorspronkelijke bewustzijn. Dan worden we gelukkig. Tenzij we tot ons originele bewustzijn komen, zijn we in meerdere maten gek. Iedereen die niet Kṛṣṇa-bewust is, wordt verondersteld als gek zijnde, want hij spreekt op een platform die tijdelijk en doorzichtig is. Het zal eindigen. Maar wij, als levende wezens, we zijn eeuwig. Dus tijdelijke zaken zijn niet onze zaken. Onze zaken zouden eeuwig moeten zijn, want we zijn eeuwig. En die eeuwige zaak is hoe Kṛṣṇa te dienen. Net als deze vinger een deel en onderdeel is van mijn lichaam, maar de eeuwige taak van mijn vinger is om mijn lichaam te dienen. Dat is alles. Hier heeft hij geen andere zaak. En dat is de gezonde staat van de vinger. Als ze niet het hele lichaam kan dienen, dan verkeert ze in een zieke conditie. Gelijkaardig, Kṛṣṇa is eeuwig; wij zijn eeuwig. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit zijn de Vedische instructies. De ultieme onvergankelijke is Śrī Kṛṣṇa, en wij zijn ook eeuwig. We zijn niet ultiem, we zijn ondergeschikt. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām. Hij is het ultieme levende wezen, en wij zijn ondergeschikte levende wezens. Eko bahūnāṁ yo vidadhāti kāmān. dat ene levende wezen, die ene eeuwige, Hij voorziet alle benodigdheden aan het meerdere aantal van eeuwigen. Eko bahūnām, een ongelimiteerd aantal levende wezens. Je kan ze niet tellen. Bahūnām. Dit is onze relatie. Dus, als deel en onderdeel, moeten we Kṛṣṇa dienen, en we zijn ondergeschikt. Hij voorziet onze benodigdheden. Hij de ultieme vader. Dit is een normaal en bevrijdt leven. Elk ander leven naast dit gezichtspunt van Kṛṣṇa bewustzijn, is een zondig leven.
Dus we zijn eeuwig verbonden met Kṛṣṇa. Op het huidige moment wordt het alleen vergeten, onderdrukt. Daarom denken we dat we geen relatie hebben met Kṛṣṇa. Maar dat is geen feit. Omdat we een essentieel onderdeel zijn van Kṛṣṇa is de relatie eeuwig. We moeten het alleen weer opwekken. Dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. Kṛṣṇa-bewustzijn betekent ... We zijn nu in een ander bewustzijn. Ik denk dat ik een Indiër ben. Iemand denkt: "Ik ben Amerikaan." Iemand denkt: "Ik ben dit, ik ben dat." Maar eigenlijk moeten we denken: "Ik ben Kṛṣṇa's." Dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. "Ik ben Kṛṣṇa's." En in een Kṛṣṇa-bewuste relatie, want Kṛṣṇa is voor iedereen, daarom word ik iedereen's. Probeer het gewoon te begrijpen. Het systeem in India is; wanneer een meisje met een jongen trouwt, dus in jouw land ook, overal geldt hetzelfde systeem. Net zoals de neef van de jongen het meisje "tante" noemt. Nu, hoe wordt ze tante? Omdat ze een relatie heeft met haar echtgenoot. Voor het huwelijk was ze geen tante, maar zodra ze getrouwd is met de echtgenoot, wordt de echtgenoot's neef haar neef. Probeer dit voorbeeld gewoon te begrijpen. Vergelijkbaar, wanneer we onze relatie opwekken, of onze originele relatie met Kṛṣṇa, en Kṛṣṇa is voor iedereen, daarom wordt ik voor iedereen. Dat is ware universele liefde. De kunstmatige, zogenaamde universele liefde kan niet opgebouwd worden tenzij je een relatie opgebouwd hebt met het centrale punt. Net zoals jullie Amerikanen zijn. Waarom? Omdat je geboren bent in dit land. Dus een andere Amerikaan is een lid van jouw land, maar als je iets anders wordt, dan heb je geen relatie meer met een andere Amerikaan. Dus we moeten onze relatie met Kṛṣṇa herstellen. Dan zal de kwestie van universele broederliefde, gerechtigheid, vrede, welvaart komen. Anders is er geen mogelijkheid. Het centrale punt ontbreekt. Hoe kan er gerechtigheid en vrede zijn? Het is niet mogelijk. Daarom is in de Bhagavad-gītā de vredesformule gegeven. De vredesformule is dat men moet begrijpen dat Kṛṣṇa de enige genieter is. Net zoals in deze tempel, ons centrale punt is Kṛṣṇa. Wanneer we koken is het voor Kṛṣṇa, we koken niet voor onszelf. Uiteindelijk, hoewel we de prasādam zullen eten, maar wanneer we koken, denken we niet dat we voor onszelf koken. We koken voor Kṛṣṇa. Wanneer je naar buiten gaat om fondsen te verzamelen, is het niet zo dat de personen in de kīrtan-groep het uit eigen belang doen. Nee. Ze collecteren, of ze verspreiden de boeken, in het belang van Kṛṣṇa, om mensen Kṛṣṇa-bewust te maken. En wat de collectie is, dat wordt gebruikt voor Kṛṣṇa. Dus op deze manier, als we geoefend zijn in deze manier van leven, alles voor Kṛṣṇa, dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. Hetzelfde ding, we doen wat we moeten doen. We moeten alleen ons bewustzijn veranderen in: "Ik doe dit voor Kṛṣṇa, niet voor mijzelf." Op deze manier, als we Kṛṣṇa-bewustzijn ontwikkelen, komen we tot ons oorspronkelijke bewustzijn. Dan worden we gelukkig. Tenzij we tot ons originele bewustzijn komen, zijn we in meerdere mate gestoord. Iedereen die niet Kṛṣṇa-bewust is, wordt verondersteld gestoord te zijn want hij spreekt op een platform dat tijdelijk en vergankelijk is. Het zal eindigen. Maar wij, als levende wezens, wij zijn eeuwig. Dus tijdelijke zaken zijn niet onze taken. Onze taken zouden eeuwig moeten zijn, want wij zijn eeuwig. En die eeuwige taak is hoe Kṛṣṇa te dienen. Net zoals deze vinger een essentieel onderdeel van mijn lichaam is, maar de eeuwige taak van de vinger is om mijn lichaam te dienen. Dat is alles. Hier heeft hij geen andere taak. En dat is de gezonde staat van de vinger. Als die niet het lichaam kan dienen, dan is die ziek. Vergelijkbaar; Kṛṣṇa is eeuwig; wij zijn eeuwig. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit zijn de Vedische instructies. De hoogste eeuwige is Śrī Kṛṣṇa, en wij zijn ook eeuwig. We zijn niet de hoogste, we zijn ondergeschikt. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām. Hij is het hoogste levende wezen, en wij zijn ondergeschikte levende wezens. Eko bahūnāṁ yo vidadhāti kāmān. Dat ene levende wezen, één eeuwige, Hij voorziet alle benodigdheden van leven aan het meervoudige nummer eeuwigen. Eko bahūnām, ongelimiteerd aantal levende wezens. Je kan ze niet tellen. Bahūnām. Dit is onze relatie. Dus als essentieel onderdeel moeten we Kṛṣṇa dienen en we zijn ondergeschikt. Hij voorziet onze benodigdheden. Hij is de Hoogste Vader. Dat leven is een normaal en bevrijdt leven. Elk ander leven, buiten deze opvatting van Kṛṣṇa-bewustzijn, is een zondig leven.
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 18:09, 1 October 2020



Lecture on SB 6.1.8 -- New York, July 22, 1971

Dus we zijn eeuwig verbonden met Kṛṣṇa. Op het huidige moment wordt het alleen vergeten, onderdrukt. Daarom denken we dat we geen relatie hebben met Kṛṣṇa. Maar dat is geen feit. Omdat we een essentieel onderdeel zijn van Kṛṣṇa is de relatie eeuwig. We moeten het alleen weer opwekken. Dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. Kṛṣṇa-bewustzijn betekent ... We zijn nu in een ander bewustzijn. Ik denk dat ik een Indiër ben. Iemand denkt: "Ik ben Amerikaan." Iemand denkt: "Ik ben dit, ik ben dat." Maar eigenlijk moeten we denken: "Ik ben Kṛṣṇa's." Dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. "Ik ben Kṛṣṇa's." En in een Kṛṣṇa-bewuste relatie, want Kṛṣṇa is voor iedereen, daarom word ik iedereen's. Probeer het gewoon te begrijpen. Het systeem in India is; wanneer een meisje met een jongen trouwt, dus in jouw land ook, overal geldt hetzelfde systeem. Net zoals de neef van de jongen het meisje "tante" noemt. Nu, hoe wordt ze tante? Omdat ze een relatie heeft met haar echtgenoot. Voor het huwelijk was ze geen tante, maar zodra ze getrouwd is met de echtgenoot, wordt de echtgenoot's neef haar neef. Probeer dit voorbeeld gewoon te begrijpen. Vergelijkbaar, wanneer we onze relatie opwekken, of onze originele relatie met Kṛṣṇa, en Kṛṣṇa is voor iedereen, daarom wordt ik voor iedereen. Dat is ware universele liefde. De kunstmatige, zogenaamde universele liefde kan niet opgebouwd worden tenzij je een relatie opgebouwd hebt met het centrale punt. Net zoals jullie Amerikanen zijn. Waarom? Omdat je geboren bent in dit land. Dus een andere Amerikaan is een lid van jouw land, maar als je iets anders wordt, dan heb je geen relatie meer met een andere Amerikaan. Dus we moeten onze relatie met Kṛṣṇa herstellen. Dan zal de kwestie van universele broederliefde, gerechtigheid, vrede, welvaart komen. Anders is er geen mogelijkheid. Het centrale punt ontbreekt. Hoe kan er gerechtigheid en vrede zijn? Het is niet mogelijk. Daarom is in de Bhagavad-gītā de vredesformule gegeven. De vredesformule is dat men moet begrijpen dat Kṛṣṇa de enige genieter is. Net zoals in deze tempel, ons centrale punt is Kṛṣṇa. Wanneer we koken is het voor Kṛṣṇa, we koken niet voor onszelf. Uiteindelijk, hoewel we de prasādam zullen eten, maar wanneer we koken, denken we niet dat we voor onszelf koken. We koken voor Kṛṣṇa. Wanneer je naar buiten gaat om fondsen te verzamelen, is het niet zo dat de personen in de kīrtan-groep het uit eigen belang doen. Nee. Ze collecteren, of ze verspreiden de boeken, in het belang van Kṛṣṇa, om mensen Kṛṣṇa-bewust te maken. En wat de collectie is, dat wordt gebruikt voor Kṛṣṇa. Dus op deze manier, als we geoefend zijn in deze manier van leven, alles voor Kṛṣṇa, dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. Hetzelfde ding, we doen wat we moeten doen. We moeten alleen ons bewustzijn veranderen in: "Ik doe dit voor Kṛṣṇa, niet voor mijzelf." Op deze manier, als we Kṛṣṇa-bewustzijn ontwikkelen, komen we tot ons oorspronkelijke bewustzijn. Dan worden we gelukkig. Tenzij we tot ons originele bewustzijn komen, zijn we in meerdere mate gestoord. Iedereen die niet Kṛṣṇa-bewust is, wordt verondersteld gestoord te zijn want hij spreekt op een platform dat tijdelijk en vergankelijk is. Het zal eindigen. Maar wij, als levende wezens, wij zijn eeuwig. Dus tijdelijke zaken zijn niet onze taken. Onze taken zouden eeuwig moeten zijn, want wij zijn eeuwig. En die eeuwige taak is hoe Kṛṣṇa te dienen. Net zoals deze vinger een essentieel onderdeel van mijn lichaam is, maar de eeuwige taak van de vinger is om mijn lichaam te dienen. Dat is alles. Hier heeft hij geen andere taak. En dat is de gezonde staat van de vinger. Als die niet het lichaam kan dienen, dan is die ziek. Vergelijkbaar; Kṛṣṇa is eeuwig; wij zijn eeuwig. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit zijn de Vedische instructies. De hoogste eeuwige is Śrī Kṛṣṇa, en wij zijn ook eeuwig. We zijn niet de hoogste, we zijn ondergeschikt. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām. Hij is het hoogste levende wezen, en wij zijn ondergeschikte levende wezens. Eko bahūnāṁ yo vidadhāti kāmān. Dat ene levende wezen, één eeuwige, Hij voorziet alle benodigdheden van leven aan het meervoudige nummer eeuwigen. Eko bahūnām, ongelimiteerd aantal levende wezens. Je kan ze niet tellen. Bahūnām. Dit is onze relatie. Dus als essentieel onderdeel moeten we Kṛṣṇa dienen en we zijn ondergeschikt. Hij voorziet onze benodigdheden. Hij is de Hoogste Vader. Dat leven is een normaal en bevrijdt leven. Elk ander leven, buiten deze opvatting van Kṛṣṇa-bewustzijn, is een zondig leven.