NL/Prabhupada 0100 - We zijn eeuwig verbonden met Krishna

Revision as of 13:48, 23 April 2015 by YamunaVani (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0100 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1971 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 6.1.8 -- New York, July 22, 1971

Dus, we zijn eeuwig verbonden met Kṛṣṇa. In het huidige moment wordt het simpelweg vergeten, onderdrukt. Daarom denken we dat we geen relatie hebben met Kṛṣṇa. Maar dat is geen feit. Omdat we een deel en onderdeel zijn van Kṛṣṇa, is de relatie eeuwig. We moeten ze simpelweg doen heropleven. Dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. Kṛṣṇa-bewustzijn betekent... We zijn nu in een ander bewustzijn. Ik denk dat ik een Indiër ben. Een ander denkt, "Ik ben Amerikaan." Een ander denkt, "ik ben dit, ik ben dat." Maar het eigenlijke denken zou moeten zijn, "ik ben Kṛṣṇa's." Dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. "Ik ben Kṛṣṇa's." En in een Kṛṣṇa-bewuste relatie, want Kṛṣṇa. is voor iedereen, daarom wordt ik iedereen's. Probeer het gewoon te begrijpen. In India is het systeem,wanneer een meisje met een jongen trouwt, Dus, in jouw land ook, overal geldt hetzelfde systeem. Net als de neef van de jongen het meisje "tante" noemt. Nu, hoe wordt ze jouw tante? Omdat, ze in relatie is met haar echtgenoot. Voor de trouw, was ze geen tante, maar zodra hij (zij) gerelateerd is aan de echtgenoot, wordt de echtgenoot's neef de neef. Probeer dit voorbeeld gewoon te begrijpen. Gelijkaardig, wanneer we een relatie opbouwen, of onze originele relatie met Kṛṣṇa, en Kṛṣṇa is voor iedereen, daarom wordt ik voor iedereen. Dat is ware universele liefde. De artificiële, zogezegde universele liefde kan niet opgebouwd worden tenzij je een relatie opbouwt met het centrale punt. Net als jullie Amerikanen zijn. Waarom? Omdat je geboren bent in dit land. Dus een andere Amerikaan is een lid van jouw land, maar als je iets anders wordt, dan heb je geen relatie meer met een andere Amerikaan. Dus, we moeten onze relatie met Kṛṣṇa herstellen. Dan zal de kwestie van universele broederliefde, gerechtigheid, vrede, welvaart komen. Zoniet, is er geen kans. Het kernpunt ontbreekt. Hoe kan er gerechtigheid en vrede zijn? Het is niet mogelijk. Daarom staat in de Bhagavad-gītā de formule voor vrede gegeven. De vredeformule is dat men moet begrijpen dat Kṛṣṇa de enige genieter is. Net als in deze tempel, ons kernpunt is Kṛṣṇa. Wanneer we koken is het voor Kṛṣṇa, we koken niet voor onszelf. Uiteindelijk zullen we uiteraard de prasādam eten, maar wanneer we koken, denken we niet aan onszelf. We koken voor Kṛṣṇa. Wanneer je buitengaat om fondsen te verzamelen, is het niet dat de personen van deze kīrtana-partij het uit persoonlijke interesse doen. Nee. Ze verzamelen, of ze delen literatuur uit, namens Kṛṣṇa, om mensen Kṛṣṇa-bewust te maken. En wat de collectie ook moge zijn, dat wordt gebruikt voor Kṛṣṇa. Dus op deze manier, wanneer we onszelf ontwikkelen in deze manier van leven, alles voor Kṛṣṇa, dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. Net hetzelfde, wat wij aan het doen zijn, moeten we doen. We moeten simpelweg ons bewustzijn veranderen in, "ik doe dit voor Kṛṣṇa, niet voor mijzelf." Op deze manier, als we Kṛṣṇa-bewustzijn ontwikkelen komen we tot ons oorspronkelijke bewustzijn. Dan worden we gelukkig. Tenzij we tot ons originele bewustzijn komen, zijn we in meerdere maten gek. Iedereen die niet Kṛṣṇa-bewust is, wordt verondersteld als gek zijnde, want hij spreekt op een platform die tijdelijk en doorzichtig is. Het zal eindigen. Maar wij, als levende wezens, we zijn eeuwig. Dus tijdelijke zaken zijn niet onze zaken. Onze zaken zouden eeuwig moeten zijn, want we zijn eeuwig. En die eeuwige zaak is hoe Kṛṣṇa te dienen. Net als deze vinger een deel en onderdeel is van mijn lichaam, maar de eeuwige taak van mijn vinger is om mijn lichaam te dienen. Dat is alles. Hier heeft hij geen andere zaak. En dat is de gezonde staat van de vinger. Als ze niet het hele lichaam kan dienen, dan verkeert ze in een zieke conditie. Gelijkaardig, Kṛṣṇa is eeuwig; wij zijn eeuwig. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit zijn de Vedische instructies. De ultieme onvergankelijke is Śrī Kṛṣṇa, en wij zijn ook eeuwig. We zijn niet ultiem, we zijn ondergeschikt. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām. Hij is het ultieme levende wezen, en wij zijn ondergeschikte levende wezens. Eko bahūnāṁ yo vidadhāti kāmān. dat ene levende wezen, die ene eeuwige, Hij voorziet alle benodigdheden aan het meerdere aantal van eeuwigen. Eko bahūnām, een ongelimiteerd aantal levende wezens. Je kan ze niet tellen. Bahūnām. Dit is onze relatie. Dus, als deel en onderdeel, moeten we Kṛṣṇa dienen, en we zijn ondergeschikt. Hij voorziet onze benodigdheden. Hij de ultieme vader. Dit is een normaal en bevrijdt leven. Elk ander leven naast dit gezichtspunt van Kṛṣṇa bewustzijn, is een zondig leven.