NL/Prabhupada 0136 - Door de opeenvolging van discipelen is de kennis gekomen: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0136 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1975 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
m (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India]]
[[Category:NL-Quotes - in India]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0135 - De ouderdom van de Vedas kan je niet berekenen|0135|NL/Prabhupada 0137 - Wat is het doel van het leven? Wat is God?|0137}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|SisxSH6QWGc|Door Erfopvolging Is De Kennis Naar Ons Gekomen - Prabhupāda 0136}}
{{youtube_right|-J6M1jNlnxI|Door de opeenvolging van discipelen is de kennis gekomen<br /> - Prabhupāda 0136}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/751225LE.SAN_clip1.mp3</mp3player>  
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/751225LE.SAN_clip1.mp3</mp3player>  
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Dus Bhagavān betekent de Allerhoogste Persoonlijkheid God. Absolute Waarheid is gerealiseerd in drie fases: brahmeti paramātmeti bhagavān iti śabdyate ([[Vanisource:SB 1.2.11|SB 1.2.11]]). Absolute Waarheid kan gerealiseerd worden in het begin als onpersoonlijke Brahman, wat het doel is van de jñānīs, en vervolgens, Paramātmā, wat het doel is van de yogis, en ten slotte, het laatste woord in het absoluut begrip is persoon, de Allerhoogste Persoonlijkheid God. Ultieme kwestie is de Allerhoogste Persoonlijkheid God. Net zoals we begrijpen dat in de zon er de Allerhoogste Persoon of de sūrya-nārāyaṇa is, of de belangrijkste persoon in de zonneplaneet. Zijn naam is ook gegeven in de Bhagavad-gītā - Vivasvān. De Heer zegt in het Vierde Hoofdstuk, imaṁ vivasvate yogaṁ proktavān aham avyayam: ([[Vanisource:BG 4.1|BG 4.1]]) "Ik heb eerst en vooral deze wetenschap, dit yoga systeem van Bhagavad-gītā onderwezen aan Vivasvān, de zonnegod." Vivasvān manave prāhur manur ikṣvākave 'bravīt. En Vivasvān, de zonnegod, onderwijs dit aan Manu, en Manu onderwees dit aan zijn zoon. Op deze manier, door de opeenvolging van de discipelen, is de kennis doorgegeven. Dus wanneer we spreken van jñāna, kennis, het moet geleerd worden van een persoon. Dus Bhagavān, het laatste woord in het begrijpen van de Absolute Waarheid, Hij zegt in deze Bhagavad-gītā.
Dus Bhagavān betekent de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Absolute Waarheid is gerealiseerd in drie fases: brahmeti paramātmeti bhagavān iti śabdyate ([[Vanisource:SB 1.2.11|SB 1.2.11]]). Absolute Waarheid kan gerealiseerd worden in het begin als onpersoonlijke Brahman, wat het doel is van de jñānīs, en vervolgens, Paramātmā, wat het doel is van de yogis, en ten slotte, het laatste woord in het absolute begrip is; persoon, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Hoogste onderwerp is de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Net zoals we begrijpen dat in de zon is er de allerhoogste persoon of de sūrya-nārāyaṇa, of de belangrijkste persoon in de zonneplaneet. Zijn naam is ook vermeld in de Bhagavad-gītā - Vivasvān. De Heer zegt in het vierde hoofdstuk; imaṁ vivasvate yogaṁ proktavān aham avyayam: ([[NL/BG 4.1|BG 4.1]]) "Ik heb als eerste deze wetenschap, dit yoga systeem van Bhagavad-gītā onderwezen aan Vivasvān, de zonnegod." Vivasvān manave prāhur manur ikṣvākave 'bravīt. En Vivasvān, de zonnegod, onderwees dit aan Manu, en Manu onderwees dit aan zijn zoon. Op deze manier, door de opeenvolging van de discipelen, is de kennis doorgegeven. Dus wanneer we spreken van jñāna, kennis, het moet geleerd worden van een persoon. Dus Bhagavān, het laatste woord in het begrijpen van de Absolute Waarheid, Hij zegt in de Bhagavad-gītā.


Dus Vyāsadeva bedoeld hier specifiek, bhagavān uvāca. Hij zegt niet kṛṣṇa uvāca, want soms is Kṛṣṇa misbegrepen door de dwazen. Dus bhagavān uvāca, dit woord, betekent wat Hij ook zegt, er is geen fout of gebrek. Voor gewone mensen zoals wij zijn er vier fouten: bhrama pramāda vipralipsā kara-ṇāpāṭava. Dus in de Allerhoogste Persoonlijkheid God Kṛṣṇa of zelfgerealiseerde personen, dienaren van Kṛṣṇa, hen die Kṛṣṇa begrepen hebben, voor hen zijn er geen gebreken. Ze zijn perfect. Voor deze reden geeft Kṛṣṇa de instructie,
Dus Vyāsadeva bedoeld hier specifiek; Bhagavān uvāca. Hij zegt niet Kṛṣṇa uvāca, want soms wordt Kṛṣṇa verkeerd begrepen door de dwazen. Dus Bhagavān uvāca, dit woord betekent dat wat Hij ook zegt, er is geen fout of gebrek. Voor gewone mensen zoals wij zijn er vier fouten: bhrama pramāda vipralipsā kara-ṇāpāṭava. Dus in de Allerhoogste Persoonlijkheid God Kṛṣṇa of zelfgerealiseerde personen, dienaren van Kṛṣṇa, zij die Kṛṣṇa begrepen hebben, voor hun zijn er geen gebreken. Zij zijn perfect. Daarom geeft Kṛṣṇa de instructie;


:tad viddhi praṇipātena
:tad viddhi praṇipātena
Line 35: Line 38:
:upadekṣyanti tad jñānaṁ
:upadekṣyanti tad jñānaṁ
:jñāninas tattva-darśinaḥ
:jñāninas tattva-darśinaḥ
:([[Vanisource:BG 4.34|BG 4.34]])  
:([[NL/BG 4.34|BG 4.34]])  


Hij die werkelijk gezien heeft of werkelijk de waarheid heeft gerealiseerd, je moet de kennis van daar nemen. Dus we moeten zo'n persoon benaderen. Anders, als we een speculant benaderen, kunnen we geen echte kennis krijgen. Dus zij die speculanten zijn, ze kunnen niet begrijpen wat God is. Daarom begaan ze de fout dat "God is zo," "God is zo," "Er is geen God," "Er is geen vorm." Al deze nonsens dingen zijn voorgesteld, want ze zijn onvolmaakt. Bhagavān zegt daarom, avajānanti māṁ mūḍhā mānuṣīṁ tanum āśritāḥ ([[Vanisource:BG 9.11|BG 9.11]]). Want Hij komt voor ons voordeel in de menselijke vorm, de dwazen en schelmen beschouwen Hem als een gewoon persoon. Als Bhagavān zegt, ahaṁ bīja-pradaḥ pitā ([[Vanisource:BG 14.4|BG 14.4]]), "Ik ben de zaadgevende vader," dus wij, elk van ons, we weten dat mijn vader een persoon is, zijn vader is een persoon, zijn vader is een persoon, en waarom zou de Allerhoogste Persoon of de allerhoogste vader een onpersoonlijk iemand worden? Waarom? En daarom moeten we leren van Bhagavān, de Allerhoogste Persoon, volledige kennis. Deze Bhagavad-gītā is daarom volledige kennis van de volledige Persoonlijkheid Gods. We kunnen zelfs niet één woord veranderen in deze Bhagavad-gītā. Dat is dwaasheid. Dus onze beweging voor Kṛṣṇa bewustzijn volgt dit principe. We produceren geen verzonnen dingen. We verdelen gewoonweg de boodschap gegeven door de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. En dit wordt effectief praktisch.
Hij die werkelijk de waarheid gerealiseerd heeft, je moet de kennis van daar halen. Dus we moeten zo'n persoon benaderen. Want als we een speculant benaderen, krijgen we geen echte kennis. De speculanten kunnen niet begrijpen wat God is. Daarom maken ze de fout dat: "God is zus," "God is zo," "Er is geen God," "Er is geen vorm." Al die onzin wordt voorgesteld, want ze zijn onvolmaakt. Bhagavān zegt daarom; avajānanti māṁ mūḍhā mānuṣīṁ tanum āśritāḥ ([[NL/BG 9.11|BG 9.11]]). Want Hij komt voor ons belang in de menselijke vorm, de dwazen en gekken beschouwen Hem als een gewoon persoon. Als Bhagavān zegt; ahaṁ bīja-pradaḥ pitā ([[NL/BG 14.4|BG 14.4]]), "Ik ben de zaadgevende vader," dus wij, elk van ons, we weten dat mijn vader een persoon is, zijn vader is een persoon, zijn vader is een persoon, en waarom zou de Allerhoogste Persoon of de allerhoogste vader onpersoonlijk worden? Waarom? En daarom moeten we leren van Bhagavān, de Allerhoogste Persoon, de volledige kennis. Deze Bhagavad-gītā is daarom volledige kennis van de volledige Persoonlijkheid Gods. We kunnen zelfs niet één woord veranderen in deze Bhagavad-gītā. Dat is dwaasheid. Dus onze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging volgt dit principe. We maken geen verzonnen dingen. We verspreiden gewoon de boodschap gegeven door de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. En dit wordt in de praktijk effectief.
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 22:41, 1 October 2020



Lecture with Translator -- Sanand, December 25, 1975

Dus Bhagavān betekent de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Absolute Waarheid is gerealiseerd in drie fases: brahmeti paramātmeti bhagavān iti śabdyate (SB 1.2.11). Absolute Waarheid kan gerealiseerd worden in het begin als onpersoonlijke Brahman, wat het doel is van de jñānīs, en vervolgens, Paramātmā, wat het doel is van de yogis, en ten slotte, het laatste woord in het absolute begrip is; persoon, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Hoogste onderwerp is de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Net zoals we begrijpen dat in de zon is er de allerhoogste persoon of de sūrya-nārāyaṇa, of de belangrijkste persoon in de zonneplaneet. Zijn naam is ook vermeld in de Bhagavad-gītā - Vivasvān. De Heer zegt in het vierde hoofdstuk; imaṁ vivasvate yogaṁ proktavān aham avyayam: (BG 4.1) "Ik heb als eerste deze wetenschap, dit yoga systeem van Bhagavad-gītā onderwezen aan Vivasvān, de zonnegod." Vivasvān manave prāhur manur ikṣvākave 'bravīt. En Vivasvān, de zonnegod, onderwees dit aan Manu, en Manu onderwees dit aan zijn zoon. Op deze manier, door de opeenvolging van de discipelen, is de kennis doorgegeven. Dus wanneer we spreken van jñāna, kennis, het moet geleerd worden van een persoon. Dus Bhagavān, het laatste woord in het begrijpen van de Absolute Waarheid, Hij zegt in de Bhagavad-gītā.

Dus Vyāsadeva bedoeld hier specifiek; Bhagavān uvāca. Hij zegt niet Kṛṣṇa uvāca, want soms wordt Kṛṣṇa verkeerd begrepen door de dwazen. Dus Bhagavān uvāca, dit woord betekent dat wat Hij ook zegt, er is geen fout of gebrek. Voor gewone mensen zoals wij zijn er vier fouten: bhrama pramāda vipralipsā kara-ṇāpāṭava. Dus in de Allerhoogste Persoonlijkheid God Kṛṣṇa of zelfgerealiseerde personen, dienaren van Kṛṣṇa, zij die Kṛṣṇa begrepen hebben, voor hun zijn er geen gebreken. Zij zijn perfect. Daarom geeft Kṛṣṇa de instructie;

tad viddhi praṇipātena
paripraśnena sevayā
upadekṣyanti tad jñānaṁ
jñāninas tattva-darśinaḥ
(BG 4.34)

Hij die werkelijk de waarheid gerealiseerd heeft, je moet de kennis van daar halen. Dus we moeten zo'n persoon benaderen. Want als we een speculant benaderen, krijgen we geen echte kennis. De speculanten kunnen niet begrijpen wat God is. Daarom maken ze de fout dat: "God is zus," "God is zo," "Er is geen God," "Er is geen vorm." Al die onzin wordt voorgesteld, want ze zijn onvolmaakt. Bhagavān zegt daarom; avajānanti māṁ mūḍhā mānuṣīṁ tanum āśritāḥ (BG 9.11). Want Hij komt voor ons belang in de menselijke vorm, de dwazen en gekken beschouwen Hem als een gewoon persoon. Als Bhagavān zegt; ahaṁ bīja-pradaḥ pitā (BG 14.4), "Ik ben de zaadgevende vader," dus wij, elk van ons, we weten dat mijn vader een persoon is, zijn vader is een persoon, zijn vader is een persoon, en waarom zou de Allerhoogste Persoon of de allerhoogste vader onpersoonlijk worden? Waarom? En daarom moeten we leren van Bhagavān, de Allerhoogste Persoon, de volledige kennis. Deze Bhagavad-gītā is daarom volledige kennis van de volledige Persoonlijkheid Gods. We kunnen zelfs niet één woord veranderen in deze Bhagavad-gītā. Dat is dwaasheid. Dus onze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging volgt dit principe. We maken geen verzonnen dingen. We verspreiden gewoon de boodschap gegeven door de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. En dit wordt in de praktijk effectief.