NL/Prabhupada 0138 - God is erg aardig. Wat je ook verlangt, Hij zal het vervullen.

Revision as of 10:54, 7 May 2015 by Rishab (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0138 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1975 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Ratha-yatra -- Philadelphia, July 12, 1975

Dames en heren, ik wil u eerst en vooral bedanken, de inwoners van deze grote stad, Philadelphia. Jullie zijn zo vriendelijk, enthousiast, om deel te nemen in deze beweging. Dus ik ben jullie heel dankbaar. Ik ben vooral dankbaar aan de Amerikaanse jongens en meisjes die me zo veel helpen om deze beweging voor Kṛṣṇa bewustzijn te verspreiden in de westerse landen. Ik werd bevolen door mijn geestelijk leraar om dit Kṛṣṇa bewustzijn te prediken in de westerse landen. Dus in 1965 kwam ik voor het eerst aan in New York. Dan in 1966 werd deze beweging regulier geregistreerd in New York, en van 1967 deze beweging is gaande in Amerika, Europa, Canada, en ten zuiden van de Grote Oceaan, Australië en doorheen de hele wereld.

Dus ik mag jullie een klein beetje informeren over deze beweging, Kṛṣṇa bewustzijn. Kṛṣṇa, dit woord, betekend, meest aantrekkelijk. Kṛṣṇa is aantrekkelijk voor ieder levend wezen, niet enkel de mensen, zelfs de dieren, vogels, bijen, bomen, bloemen, fruit, water. Dat is het beeld van Vṛndāvana. Dit is de materiële wereld. We hebben geen ervaring met de spirituele wereld. Maar als we een glimp kunnen krijgen, wat is geest en wat is materie.

Probeer gewoon het verschil te begrijpen tussen een levende man en een dood lichaam. Het dode lichaam betekent zodra de levenskracht van het lichaam weg is, dan is het dode materie, nutteloos. En zo lang de levenskracht er is, het lichaam is heel belangrijk. Dus we ervaren in dit lichaam, er is iets zoals dode materie en iets zoals levenskrach, op dezelfde manier, er zijn twee werelden: de materiële wereld en de spirituele wereld. Wij levende wezens, ieder van ons, behoren toe tot de spirituele wereld. We behoren niet tot de materiële wereld. Op één of andere manier, zijn we nu in contact met deze materiële wereld en materieel lichaam, en de zaak is dat zelfs al zijn we eeuwig levende kracht, dor ons contact met dit materieel lichaam, moeten we vier beproevingen ondergaan: geboorte, dood, ziekte en ouderdom. Dat moeten we ondergaan. In deze materiële wereld krijgen we een type lichaam, en het eindigt op een bepaald punt. Net zoals ieder materieel ding. Je neemt, bijvoorbeeld, je kleding. Je bent gekleed met een bepaald type kledij, maar wanneer het versleten is, niet meer bruikbaar, gooi je het weg en neem je andere kledij. Dus dit materieel lichaam is de kledij van de spirituele levenskracht. Maar omdat we gehecht zijn aan de materiële wereld, we willen genieten van deze materiële wereld, krijgen we verschillende type lichamen. Het is uitgelegd in de Bhagavad-gītā als een machine. Eigenlijk is het een machine, dit lichaam. In de Bhagavad-gītā wordt er gezegd,

īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ
hṛd-deśe 'rjuna tiṣṭhati
bhrāmāyān sarva-bhūtāni
yantrārūḍhāni māyayā
(BG 18.61)

Dus wij, levend wezen, we verlangen. "De mens wikt, God beschikt." God is heel vriendelijk. Wat je verlangt, Hij zal het vervullen. Zelfs al zegt Hij dat "Deze soort van materiële verlangens zullen je nooit bevredigen," maar we willen het. Daarom geeft God ons, Kṛṣṇa, verschillende types lichamen om onze verschillende verlangens te vervullen. Dit heet materieel, geconditioneerd leven. Dit lichaam, veranderen van lichaam volgens verlangen, heet evolutionair proces. Door evolutie komen we tot de menselijke lichaamsvorm doorheen vele andere miljoenen lichamen. Jalajā nava-lakṣāṇi sthāvarā lakṣa-viṁśati. We gaan doorheen 900,000 levensvormen in het water. Op dezelfde manier, twee miljoen vormen als planten, bomen. Op deze manier, door de natuur, natuur brengt ons in deze menselijke levensvorm, gewoon om ons bewustzijn te ontwikkelen of te beginnen. Natuur geeft ons de kans, "Wat wil je nu doen?" Nu heb je ontwikkeld bewustzijn. Nu wil je opnieuw door het evolutionair proces, of wil je naar het hoger planetair systeem gaan? of wil je naar God, Kṛṣṇa, gaan, of wil je hier blijven?" Deze keuzes zijn hier. Er staat in de Bhagavad-gītā,

yānti deva-vratā devān
pitṛn yānti pitṛ-vratāḥ
bhūtejyā yānti bhūtāni
mad-yājīno 'pi yānti mām
(BG 9.25)

Maak nu je keuze. als je wilt naar de hogere planetaire systemen gaan, kan je gaan. Als je hier wilt blijven, in het middelste planetair systeem, kan je dat doen. En als je naar het lagere planetair systeem wilt gaan, kan je dat doen. En als je wilt naar God, Kṛṣṇa, gaan, kan je dat ook doen. De keuze is aan jou. Daarom, wat is het verschil tussen deze materiële wereld, misschien in de hogere planetaire systemen of in de lagere planetaire systemen, en wat is de spirituele wereld? De spirituele wereld betekent dat er geen materiële consumptie is. Alles is spirit, zoals ik je vertelde. De bomen, de bloemen, het fruit, het water, de dieren - alles is spiritueel. Dus er is geen vernietiging. Het is eeuwig. Dus als je wilt naar die spirituele wereld gaan, dan kan je deze kans hebben nu in deze menselijke levensvorm, en als je hier in deze materiële wereld wil blijven, kan je dat doen.