NL/Prabhupada 0146 - In mijn afwezigheid zullen de opnames hetzelfde geluid weergeven: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0146 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1975 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
m (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
 
Line 6: Line 6:
[[Category:NL-Quotes - in Kenya]]
[[Category:NL-Quotes - in Kenya]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0145 - We moeten een vorm van tapasya aanvaarden|0145|NL/Prabhupada 0147 - Normale rijst wordt niet superieure rijst genoemd|0147}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 14: Line 17:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|qkK4dI9omqY|In Mijn Afwezigheid, Zullen De Opnames Net Hetzelfde Geluid Vibreren<br />- Prabhupāda 0146}}
{{youtube_right|zJ16-6DtvHo|In mijn afwezigheid zullen de opnames<br /> hetzelfde geluid weergeven<br />- Prabhupāda 0146}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/751031BG.NAI_clip4.mp3</mp3player>  
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/751031BG.NAI_clip4.mp3</mp3player>  
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 26: Line 29:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->     
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->     
Kṛṣṇa zegt dat de manier waarop u denkt aan het materiele. Materiele wetenschappers, ze bestuderen de aarde. Wat wordt het genoemd? Bodemdeskundige. Ze bestuderen de bodem: "Waar is een mijn? Waar is goud? Waar is steenkool Waar is dit, dat? ' Zoveel zaken zijn ze aan het bestuderen. Maar ze weten niet vanwaar deze dingen komen. Hier is... Kṛṣṇa legt uit dat bhinnā me prakṛti: "Dit is mijn energie, mijn energie." Hoe deze verschillende chemische stoffen en aardse zaken werden gemanifesteerd, iedereen is nieuwsgierig, elke attente man. Hier is het antwoord. Hier is het antwoord,
Kṛṣṇa zegt dat de manier waarop je aan het materiële denkt. Materiële wetenschappers bestuderen de aarde. Wat wordt het genoemd? Bodemdeskundige. Ze bestuderen de bodem: "Waar is een mijn? Waar is goud? Waar is steenkool. Waar is dit, dat?" Zoveel dingen zijn ze aan het bestuderen. Maar ze weten niet waar deze dingen vandaan komen. Kṛṣṇa legt uit dat; bhinnā me prakṛti: "Dit is mijn energie." Iedereen, elke attente man, is nieuwsgierig naar hoe deze verschillende chemische stoffen en aardse dingen gemanifesteerd zijn. Hier is het antwoord;


:bhūmir āpo 'nalo vāyuḥ
:bhūmir āpo 'nalo vāyuḥ
Line 32: Line 35:
:ahaṅkāra itīyaṁ me
:ahaṅkāra itīyaṁ me
:bhinnā prakṛtir aṣṭadhā
:bhinnā prakṛtir aṣṭadhā
:([[Vanisource:BG 7.4|BG 7.4]]
:([[NL/BG 7.4|BG 7.4]]


Bhinnā prakṛtir aṣṭadhā. Net als ik nu spreek, het wordt opgenomen, opgenomen. Maar in mijn afwezigheid, als de opname wordt afgespeeld, zal het precies trillen met hetzelfde geluid. Dus dat is mijn energie of iemands energie, maar bhinnā, gescheiden van mij. Je moet het zo begrijpen. Dus alles is energie van God, Kṛṣṇa, maar deze materiële wereld betekent dat we Kṛṣṇa missen. Waaruit is deze energie gekomen? Dat punt missen we. Bhinnā. Diegene die weet... Net als hetzelfde voorbeeld. In de opname is de omstandigheid aan de gang, maar hij die niet weet wie deze opname heeft opgenomen, hij kan het niet weten. Maar iemand die de stem herkent, hij kan begrijpen, "Het komt van Prabhupāda, of de Swamiji." Ook de energie is er, maar omdat wij de bron van de energie vergeten of we kennen de bron van die energie niet, nemen we materiële dingen als definitief. Dat is onze onwetendheid.  
Bhinnā prakṛtir aṣṭadhā. Net zoals ik praat, het wordt opgenomen. Maar in mijn afwezigheid, als de opname wordt afgespeeld, zal het precies hetzelfde geluid weergeven. Dus dat is mijn energie of iemands energie, maar bhinnā, afgescheiden van mij. Je moet het zo begrijpen. Dus alles is energie van God, Kṛṣṇa, maar deze materiële wereld betekent dat we Kṛṣṇa missen. Waar komt deze energie vandaan? Dat punt missen we. Bhinnā. Diegene die weet... Net als hetzelfde voorbeeld. De opname wordt afgespeeld, maar hij die niet weet wie deze toespraak heeft opgenomen, hij kan het niet vinden. Maar iemand die de stem kent, die kan begrijpen; "Het komt van Prabhupāda, of de Swamiji." Vergelijkbaar, de energie is daar, maar omdat wij de bron van de energie vergeten zijn of we kennen de bron van de energie niet, nemen we de materiële dingen als definitief. Dat is onze onwetendheid.  


Deze prakṛti, deze materiële wereld, is samengesteld uit deze zaken: bhūmir Apo 'nalo vāyuḥ Kham mano buddhir eva ca ([[Vanisource:BG 7.4|BG 7.4]]. Dus vanwaar kwam dit? Dat Kṛṣṇa verklaart, "Zij zijn mijn energieën." Omdat we het oeten weten, dus Om Kṛṣṇa te begrijpen betekent dat men moet weten wat deze aarde is, wat is dit water, wat is dit vuur, wat is deze lucht, wat is deze hemel, wat is deze geest, wat is dit ego. Deze materiële dingen, ze moeten weten waaruit deze zaken voortkomen. Zij speculeren dat water een combinatie is van enkel chemische elementen, waterstof, zuurstof. Maar waaruit komen deze chemische elementen voort, waterstof, zuurstof? Dat kunnen ze niet beantwoorden. Dus daarom wordt dit acintya-śakti genoemd. Acintya-śakti. Als u niets in toepassing brengt, als je het weigert, acintya-śakti, in God, acintya-śakti, onvoorstelbare energie, dan is er geen God. Acintya-śakti-sampannaḥ.
Deze prakṛti, deze materiële wereld, is samengesteld uit deze zaken: bhūmir āpo 'nalo vāyuḥ khaṁ mano buddhir eva ca ([[NL/BG 7.4|BG 7.4]]. Dus vanwaar kwam dit? Kṛṣṇa verklaart dat; "Het zijn mijn energieën." Omdat we het moeten weten, dus ... Om Kṛṣṇa te begrijpen betekent dat men moet weten wat deze aarde is, wat is dit water, wat is dit vuur, wat is deze lucht, wat is deze hemel, wat is deze geest, wat is dit ego. Deze materiële dingen, ze moeten weten waar deze zaken vandaan komen. Ze theoretiseren dat water een combinatie is van alleen chemische elementen, waterstof en zuurstof. Maar waar komen deze chemische elementen vandaan, waterstof en zuurstof? Dat kunnen ze niet beantwoorden. Dus daarom wordt dit acintya-śakti genoemd. Als je het niet toepast, als je weigert, acintya-śakti, in God, acintya-śakti, onvoorstelbare energie, dan is er geen God. Acintya-śakti-sampannaḥ.


Nu kun je begrijpen wat dat is acintya-śakti. Acintya-śakti heb jij ook, acintya-śakti, iedereen, want we zijn allemaal een onderdeel van God. Daarom onderdeel... Maar we zijn... Wat is de verhouding? De verhouding is, zo wordt gezegd in de śāstra... Wat is dat? Keśāgra-sata-bhāgasya śatadhā kalpitasya ca jīva-bhāgaḥ sa vijñeyaḥ sa cānantyāya kalpate ([[Vanisource:CC Madhya 19.140|CC Madhya 19.140]]). Keśāgra-sata-bhāgasya. Alleen het geven van een idee. Wat is dat? De punt van het haar, slechts een klein puntje, je verdeelt dit punt in honderd delen. En dat deel verdeel je weer in honderd delen. Dat betekent, een tienduizendste deel van de punt van het haar. Dat is een full-stop-achtige. Dat is de omvang van de jīva, de geest, geestelijke vonk, moleculaire onderdelen, atomaire delen. Dus keśāgra-sata-bhāgasya śatadhā kalpitasya ca jīva-bhāgaḥ sa vijñeyaḥ sa cānantyāya kalpate ([[Vanisource:CC Madhya 19.140|CC Madhya 19.140]]).  
Nu kun je begrijpen wat die acintya-śakti is. Acintya-śakti heb jij ook, acintya-śakti, iedereen, want we zijn een essentieel onderdeel van God. Daarom minuscuul ... Maar we zijn ... Wat is de verhouding? De verhouding is, het wordt gezegd in de śāstra ... Wat is dat? Keśāgra-śata-bhāgasya śatadhā kalpitasya ca jīva-bhāgaḥ sa vijñeyaḥ sa cānantyāya kalpate ([[Vanisource:CC Madhya 19.140|CC Madhya 19.140]]). Keśāgra-śata-bhāgasya. Om een idee te geven. Wat is dat? De punt van een haar, slechts een klein puntje, je verdeelt dit punt in honderd delen. En dat deel verdeel je weer in honderd delen. Dat betekent, een tienduizendste deel van de punt van een haar. Dat is als een puntje. Dat is de grootte van de jīva, de ziel, spirituele vonk, moleculaire deel, atomaire deel. Dus keśāgra-śata-bhāgasya śatadhā kalpitasya ca jīva-bhāgaḥ sa vijñeyaḥ sa cānantyāya kalpate ([[Vanisource:CC Madhya 19.140|CC Madhya 19.140]]).  


Dus, er is omvang, maar omwille van onze materiele ogen zien we enkel het grove. de subtiele dingen kunnen we niet begrijpen. Maar uit de śāstra moet je begrijpen, uit de Śruti. Dan zult u begrijpen. Er is een vers in de Bhagavad Gita, indriyāṇi parāṇy āhur indriyebhyaḥ paraṁ manaḥ manasas tu parā buddhiḥ ([[Vanisource:BG 3.42|BG 3.42]]). Net zoals hier wordt gezegd mano buddhiḥ. Manasas ca parā buddhiḥ. Fijner of beter dan de geest is intelligentie. Dat is ... Op een andere plaats wordt ook uitgelegd dat de grove zaken de zintuigen betekenen. Indriyāṇi parāṇy Ahuh. Dit is de grove visie. Ik zie een man betekent dat ik zijn lichaam zie, zijn ogen, zijn oren, zijn handen, zijn benen en alles. Dat is grove visie. Maar fijner dan deze grove zintuigen, is er de geest die de zintuigen beheerst. Die je niet ziet. Indriyāṇi parāṇy āhur indriyebhyaḥ Param manaḥ ([[Vanisource:BG 3.42|BG 3.42]]). Dan wordt de geest gecontroleerd door de intelligentie. Manasas ca parā buddhiḥ. Dus je moet het op die manier bestuderen. Net als de leek, als je bazuint, dat "Er is geen God, er is geen ziel," dit is gewoon oplichterij, gewoon oplichterij. Blijf niet idioot. Hier is de Bhagavad-gītā. Leer alles heel specifiek, zeer minutieus. En het is voor iedereen toegankelijk.
Dus, er is grootte, maar omdat we met onze materiële ogen alleen de grove dingen zien, kunnen we de subtiele dingen niet begrijpen. Maar je moet het uit de śāstra begrijpen, uit de śruti. Dan zal je begrijpen. Er is een vers in de Bhagavad-gītā; indriyāṇi parāṇy āhur indriyebhyaḥ paraṁ manaḥ manasas tu parā buddhiḥ ([[NL/BG 3.42|BG 3.42]]). Net zoals hier wordt gezegd; mano buddhiḥ. Manasas ca parā buddhiḥ. Fijner of hoger dan de geest is intelligentie. Op een andere plaats wordt ook uitgelegd dat de grove dingen de zintuigen betekenen. Indriyāṇi parāṇy āhuḥ. Dit is de grove visie. Ik zie een man betekent dat ik zijn lichaam zie, zijn ogen, zijn oren, zijn handen, zijn benen en alles. Dat is grove visie. Maar fijner dan deze grove zintuigen is de geest die de zintuigen beheerst. Dat zie je niet. Indriyāṇi parāṇy āhur indriyebhyaḥ paraṁ manaḥ. ([[NL/BG 3.42|BG 3.42]]). Vervolgens wordt de geest gecontroleerd door de intelligentie. Manasas ca parā buddhiḥ. Dus je moet op die manier studeren. Als je eenvoudig als een leek ontkent dat; "Er is geen God, er is geen ziel." Dat is gewoon oplichterij. Blijf geen dwaas. Hier is de Bhagavad-gītā. Leer alles heel specifiek, zeer minutieus. En het is voor iedereen toegankelijk.
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 22:39, 1 October 2020



Lecture on BG 7.4 -- Nairobi, October 31, 1975

Kṛṣṇa zegt dat de manier waarop je aan het materiële denkt. Materiële wetenschappers bestuderen de aarde. Wat wordt het genoemd? Bodemdeskundige. Ze bestuderen de bodem: "Waar is een mijn? Waar is goud? Waar is steenkool. Waar is dit, dat?" Zoveel dingen zijn ze aan het bestuderen. Maar ze weten niet waar deze dingen vandaan komen. Kṛṣṇa legt uit dat; bhinnā me prakṛti: "Dit is mijn energie." Iedereen, elke attente man, is nieuwsgierig naar hoe deze verschillende chemische stoffen en aardse dingen gemanifesteerd zijn. Hier is het antwoord;

bhūmir āpo 'nalo vāyuḥ
khaṁ mano buddhir eva ca
ahaṅkāra itīyaṁ me
bhinnā prakṛtir aṣṭadhā
(BG 7.4

Bhinnā prakṛtir aṣṭadhā. Net zoals ik praat, het wordt opgenomen. Maar in mijn afwezigheid, als de opname wordt afgespeeld, zal het precies hetzelfde geluid weergeven. Dus dat is mijn energie of iemands energie, maar bhinnā, afgescheiden van mij. Je moet het zo begrijpen. Dus alles is energie van God, Kṛṣṇa, maar deze materiële wereld betekent dat we Kṛṣṇa missen. Waar komt deze energie vandaan? Dat punt missen we. Bhinnā. Diegene die weet... Net als hetzelfde voorbeeld. De opname wordt afgespeeld, maar hij die niet weet wie deze toespraak heeft opgenomen, hij kan het niet vinden. Maar iemand die de stem kent, die kan begrijpen; "Het komt van Prabhupāda, of de Swamiji." Vergelijkbaar, de energie is daar, maar omdat wij de bron van de energie vergeten zijn of we kennen de bron van de energie niet, nemen we de materiële dingen als definitief. Dat is onze onwetendheid.

Deze prakṛti, deze materiële wereld, is samengesteld uit deze zaken: bhūmir āpo 'nalo vāyuḥ khaṁ mano buddhir eva ca (BG 7.4. Dus vanwaar kwam dit? Kṛṣṇa verklaart dat; "Het zijn mijn energieën." Omdat we het moeten weten, dus ... Om Kṛṣṇa te begrijpen betekent dat men moet weten wat deze aarde is, wat is dit water, wat is dit vuur, wat is deze lucht, wat is deze hemel, wat is deze geest, wat is dit ego. Deze materiële dingen, ze moeten weten waar deze zaken vandaan komen. Ze theoretiseren dat water een combinatie is van alleen chemische elementen, waterstof en zuurstof. Maar waar komen deze chemische elementen vandaan, waterstof en zuurstof? Dat kunnen ze niet beantwoorden. Dus daarom wordt dit acintya-śakti genoemd. Als je het niet toepast, als je weigert, acintya-śakti, in God, acintya-śakti, onvoorstelbare energie, dan is er geen God. Acintya-śakti-sampannaḥ.

Nu kun je begrijpen wat die acintya-śakti is. Acintya-śakti heb jij ook, acintya-śakti, iedereen, want we zijn een essentieel onderdeel van God. Daarom minuscuul ... Maar we zijn ... Wat is de verhouding? De verhouding is, het wordt gezegd in de śāstra ... Wat is dat? Keśāgra-śata-bhāgasya śatadhā kalpitasya ca jīva-bhāgaḥ sa vijñeyaḥ sa cānantyāya kalpate (CC Madhya 19.140). Keśāgra-śata-bhāgasya. Om een idee te geven. Wat is dat? De punt van een haar, slechts een klein puntje, je verdeelt dit punt in honderd delen. En dat deel verdeel je weer in honderd delen. Dat betekent, een tienduizendste deel van de punt van een haar. Dat is als een puntje. Dat is de grootte van de jīva, de ziel, spirituele vonk, moleculaire deel, atomaire deel. Dus keśāgra-śata-bhāgasya śatadhā kalpitasya ca jīva-bhāgaḥ sa vijñeyaḥ sa cānantyāya kalpate (CC Madhya 19.140).

Dus, er is grootte, maar omdat we met onze materiële ogen alleen de grove dingen zien, kunnen we de subtiele dingen niet begrijpen. Maar je moet het uit de śāstra begrijpen, uit de śruti. Dan zal je begrijpen. Er is een vers in de Bhagavad-gītā; indriyāṇi parāṇy āhur indriyebhyaḥ paraṁ manaḥ manasas tu parā buddhiḥ (BG 3.42). Net zoals hier wordt gezegd; mano buddhiḥ. Manasas ca parā buddhiḥ. Fijner of hoger dan de geest is intelligentie. Op een andere plaats wordt ook uitgelegd dat de grove dingen de zintuigen betekenen. Indriyāṇi parāṇy āhuḥ. Dit is de grove visie. Ik zie een man betekent dat ik zijn lichaam zie, zijn ogen, zijn oren, zijn handen, zijn benen en alles. Dat is grove visie. Maar fijner dan deze grove zintuigen is de geest die de zintuigen beheerst. Dat zie je niet. Indriyāṇi parāṇy āhur indriyebhyaḥ paraṁ manaḥ. (BG 3.42). Vervolgens wordt de geest gecontroleerd door de intelligentie. Manasas ca parā buddhiḥ. Dus je moet op die manier studeren. Als je eenvoudig als een leek ontkent dat; "Er is geen God, er is geen ziel." Dat is gewoon oplichterij. Blijf geen dwaas. Hier is de Bhagavad-gītā. Leer alles heel specifiek, zeer minutieus. En het is voor iedereen toegankelijk.