NL/Prabhupada 0149 - Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging betekent de Allerhoogste Vader vinden: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0149 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1976 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
m (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Washington D.C.]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Washington D.C.]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0148 - Wij zijn essentieel onderdeel van God|0148|NL/Prabhupada 0150 - We mogen chanten niet opgeven|0150}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|q_vEkm7s0TA|Hare Krishna-Beweging Betekent Het Vinden Van De Allerhoogste Vader - Prabhupāda 0149}}
{{youtube_right|a6yfPcfdHLM|Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging betekent de Allerhoogste Vader vinden<br /> - Prabhupāda 0149}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/760706AD.WDC_clip4.mp3</mp3player>  
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/760706AD.WDC_clip4.mp3</mp3player>  
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->     
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->     
Dus dit Kṛṣṇa-bewustzijn betekent om de allerhoogste vader te vinden. De allerhoogste vader. Dat is de som en inhoud van deze beweging. Als we niet weten wie onze vader is, dat is geen goede positie. Tenminste, in India, is het een gewoonte, als iemand de naam van zijn vader niet kan zeggen is dat niet erg respectabel. En als je in de rechtbank je naam moet geven, moet je ook je vader's naam schrijven. Dat is het Indiase, Vedische systeem. De naam, zijn eigen naam, de naam van zijn vader en zijn dorp. Deze drie gecombineerd. Mogelijk geldt in andere landen hetzelfde systeem, In India is dit het systeem. De eerste naam is zijn eigen naam, de tweede naam is zijn vader's naam, en de derde naam is het dorp of het land waar hij geboren is. Dit is het systeem. Dus de vader ..., we moeten de vader kennen. Dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. Als we onze vader vergeten, dat is geen goede positie. En wat voor een vader? Param brahma Param dhāma (BG 10.12). De rijkste. Niet de arme vader die zijn kinderen niet kan voeden. Het is niet die vader. Eko yo bahūnāṁ vidadhāti Kaman. Die vader is zo rijk dat Hij alleen miljoenen en triljoenen levende wezens voedt. In Afrika zijn er honderden en miljoenen olifanten. Hij voedt hen. En in de kamer is er een gat, er kunnen miljoenen mieren zitten. Hij is ook hen aan het voeden. Eko yo bahūnāṁ vidadhāti Kaman. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit is de Vedische informatie. Dus het menselijk leven is bedoeld voor het begrijpen van die vader, wat is Zijn wet, wie is God, wat is onze relatie met Hem. Dit is Vedānta. Vedānta betekent niet onzin vertellen en geen relatie met de vader hebben. Srama eva hi Kevalam. Als je niet weet wie je vader is ... dharmah svanuṣṭhitaḥ puṁsāṁ viṣvaksena-kathāsu yaḥ notpādayed yadi ratiṁ Srama eva hi Kevalam (SB 1.2.8) Dit is niet gewenst. En Kṛṣṇa zegt, vedaiś ca sarvair aham eva vedyaḥ (BG 15.15). Zo word je Vedantist, dat is erg leuk. In het begin van de Vedānta wordt er gezegd dat de Absolute Waarheid dat is van wie alles komt. Athāto brahma jijñāsā. Dit is het begin. Nu, het menselijk leven is bedoeld voor het begrijpen van de Absolute Waarheid, jijñāsā. Men dient te weten te komen wat het Absolute is. Dat is het menselijke leven, om de Absolute Waarheid te vinden. Dus de volgende sūtra zegt meteen dat Absolute Waarheid de bron is van alles. En wat is dat alles? Twee dingen vinden we: bezielde en onbezielde. Praktijkervaring. Sommigen van hen zijn bezielde en sommige van hen zijn zielloze. Twee dingen. Nu kunnen we de verschillende soorten uitbreiden. Dat is een andere zaak. Maar twee zaken zijn er. Dus deze twee zaken, we zien dat er een bestuurder is boven deze twee zaken, de levende en levenloze. Dus we moeten nu onderzoeken of de bron van deze twee zaken, bezield en onbezield, wat is de positie? De positie wordt uitgelegd in de Śrīmad-Bhāgavatam, janmādy asya yato 'nvayād itarataś cārtheṣv abhijñaḥ (SB 1.1.1). Deze verklaring is. De oorspronkelijke bron van alles is abhijñaḥ. Hoe? Anvayād itarataś cārtheṣu. Als ik iets heb gemaakt, weet ik alles, alle details. Anvayād, direct of indirect, dat weet ik. Als ik iets fabriceer... Stel dat ik in staat ben om erg speciaal te koken, dan weet ik alle details hoe dat te doen. Dat is de oorsprong. Dus die oorsprong is Kṛṣṇa. Kṛṣṇa zegt, vedāhaṁ samatītāni: (BG 7.26) "Ik weet alles - verleden, heden en toekomst." Mattaḥ Sarvam pravartate. Aham Adir hi devānām (Bg 10.2). Volgens de creatie theorie ... Geen theorie, maar feit. Brahmā viṣṇu maheśvara. Dus dit zijn de basis Devatas. Dus Viṣṇu is de originele. Aham Adir hi devānām. De creatie, eerst Mahā-Viṣṇu; vervolgens uit Mahā-Viṣṇu kwam Garbhodaka Viṣṇu. Van Garbhodaka Viṣṇu kwam Kṣīrodakaśāyī Viṣṇu, expansie van Viṣṇu, en van Hem komt Brahmā. Brahmā wordt geboren uit Garbhodaka Viṣṇu op de lotusbloem, dan geeft hij geboorte aan Rudra. Dit is de uitleg van de schepping. Dus Kṛṣṇa zegt aham adir hi devānām. Hij is ook de oorsprong van Viṣṇu, uit de śāstra zeggen we, kṛṣṇas tu bhagavān svayam (SB 1.3.28). De oorspronkelijke Persoonlijkheid Gods is Kṛṣṇa. En de eerste uitbreiding van Kṛṣṇa is Baladeva. Van Hem komt deze Catur-vyûha, Vāsudeva, Saṅkarṣaṇa, Aniruddha, net als dat. Dan Nārāyaṇa. Uit Nārāyaṇa, de tweede Catur-vyûha, en vanaf de tweede Catur-vyûha, Saṅkarṣaṇa, Mahā-Viṣṇu. Op deze manier moet je de śāstra's leren. U zult dat zo terugvinden, zoals gezegd in de śāstra, kṛṣṇas tu bhagavān svayam. En Kṛṣṇa zegt, aham adir hi devānām (Bg 10.2). Ahaṁ sarvasya prabhavo mattaḥ sarvaṁ pravartate (BG 10.8). En Arjuna aanvaardt, Param brahma Param dhāma pavitraṁ paramam Bhavan (BG 10.12). Dus we moeten de śāstra accepteren. Śāstra-cakṣuṣāt: je moet kunnen zien door de śāstra. En als je de śāstra leert, dan zul je kṛṣṇas tu bhagavān svayam vinden. Dus dit Kṛṣṇa-bewustzijn betekent om aan de menselijke samenleving de Allerhoogste Persoonlijkheid God voor te stellen. Dit is Kṛṣṇa-bewustzijn. Dus begonnen we deze beweging in 1966, door het te registreren. Onze Rūpānuga Prabhu heeft dit reeds uitgelegd. Dus neem deze beweging zeer serieus. Net hetzelfde, Kṛṣṇa, gestart in de geschiedenis zo'n vijfduizend jaar geleden. Hij begon deze beweging met Arjuna als discipel. Dan als Caitanya Mahāprabhu, zo'n vijfhonderd jaar geleden, herleefde hij weer met dezelfde beweging. Hij is Kṛṣṇa. En dat gebeurt er. Denk niet dat dit een zelfvervaardigde beweging is. Nee. Het is een geautoriseerde beweging, bevestigd door de autoriteiten. Mahājano yena Gatah sa panthāḥ (CC Madhya 17,186). Er zijn mahâjana's genoemd in de śāstra. Dus wordt stevig in de Hare Kṛṣṇa-beweging en probeer Kṛṣṇa te begrijpen. We hebben zo veel literatuur, geautoriseerde literaturen. En maak je leven succesvol. Heel hartelijk bedankt.
Dus deze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging betekent de allerhoogste vader te vinden. De allerhoogste vader. Dat is de essentie van deze beweging. Als we niet weten wie onze vader is, dat is geen goede positie. Tenminste, in India, is het de gewoonte dat als iemand de naam van zijn vader niet weet dan is hij niet erg respectabel. En als je in de rechtbank je naam moet geven, moet je ook je vader's naam geven. Dat is het Indiase, Vedische systeem, zijn eigen naam, de naam van zijn vader en naam van zijn dorp. Deze drie gecombineerd. Mogelijk geldt in andere landen hetzelfde systeem, in India is dit het systeem. De eerste naam is zijn eigen naam, de tweede naam is zijn vader's naam, en de derde naam is het dorp of het land waar hij geboren is. Dit is het systeem. Dus we moeten de vader kennen. Dat is Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging. Als we in onwetendheid blijven over onze vader, dat is geen goede positie. En wat voor een vader? Paraṁ brahma paraṁ dhāma (BG 10.12). De rijkste. Niet de arme vader die zijn kinderen niet kan voeden. Het is niet die vader. Eko yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān. Die vader is zo rijk dat Hij alleen miljoenen en triljoenen levende wezens voedt. In Afrika zijn er honderden en miljoenen olifanten. Hij voedt hen. En in de kamer is een gat, er kunnen miljoenen mieren zitten. Hij is ook hun aan het voeden. Eko yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit is de Vedische informatie. Dus het menselijk leven is bedoeld om te begrijpen wie de vader is, wat is Zijn wet, wie is God, wat is onze relatie met Hem. Dit is Vedānta. Vedānta betekent niet wat onzin praten en geen relatie met de vader hebben. Śrama eva hi kevalam. Als je niet weet wie je vader is ... dharmaḥ svanuṣṭhitaḥ puṁsāṁ viṣvaksena-kathāsu yaḥ notpādayed yadi ratiṁ śrama eva hi kevalam (SB 1.2.8) Dit is niet gewenst. En Kṛṣṇa zegt; vedaiś ca sarvair aham eva vedyaḥ (BG 15.15). Dus je wordt Vedantist, dat is heel fijn. In het begin van de Vedānta wordt er gezegd dat de Absolute Waarheid dat is van wie alles komt. Athāto brahma jijñāsā. Dit is het begin. Nu, het menselijk leven is bedoeld voor het begrijpen van de Absolute Waarheid, jijñāsā. Men moet uitvinden wat het Absolute is. Dat is het menselijke leven, om de Absolute Waarheid te vinden. Dus de volgende sūtra zegt meteen dat de Absolute Waarheid is dat wie de bron is van alles. En wat is dat alles? Twee dingen zien we: bezielde en onbezielde. Praktijkervaring. Sommigen van hen zijn bezielde en sommige van hen zijn zielloze. Twee dingen. Nu kunnen we de variëteiten uitbreiden. Dat is een andere zaak. Maar twee dingen zijn er. Dus deze twee dingen, we zien dat er een bestuurder is boven deze twee dingen, de levende en levenloze. Dus we moeten nu onderzoeken wat de positie is van de bron van deze twee dingen, bezield en onbezield? De positie wordt uitgelegd in het Śrīmad-Bhāgavatam; janmādy asya yato 'nvayād itarataś cārtheṣv abhijñaḥ (SB 1.1.1). Dit is de uitleg. De oorspronkelijke bron van alles is abhijñaḥ. Hoe? Anvayād itarataś cārtheṣu. Als ik iets heb gemaakt, weet ik alles, alle details. Anvayād, direct of indirect, ik weet het. Als ik iets maak ... Stel dat ik wat speciaals koken kan, dan weet ik alle details hoe dat te doen. Dat is de oorsprong. Dus die oorsprong is Kṛṣṇa. Kṛṣṇa zegt; vedāhaṁ samatītāni: (BG 7.26) "Ik weet alles - verleden, heden en toekomst." Mattaḥ sarvaṁ pravartate. Aham ādir hi devānām (Bg 10.2). Volgens de creatie theorie ... Geen theorie, maar feit. Brahmā viṣṇu maheśvara. Dus dit zijn de belangrijkste devatās. Dus Viṣṇu is de originele. Aham ādir hi devānām. De creatie, eerst Mahā-Viṣṇu; dan uit Mahā-Viṣṇu komt Garbhodakaśāyī Viṣṇu. Van Garbhodakaśāyī Viṣṇu komt Kṣīrodakaśāyī Viṣṇu, expansie van Viṣṇu, en van Hem komt Brahmā. Brahmā wordt geboren uit Garbhodakaśāyī Viṣṇu op de lotusbloem, dan geeft hij geboorte aan Rudra. Dit is de uitleg van de schepping. Dus Kṛṣṇa zegt; aham ādir hi devānām. Hij is ook de oorsprong van Viṣṇu, want in de śāstra staat; kṛṣṇas tu bhagavān svayam (SB 1.3.28). De oorspronkelijke Persoonlijkheid Gods is Kṛṣṇa. En de eerste expansie van Kṛṣṇa is Baladeva. Dan van Hem komt deze Catur-vyūha; Vāsudeva, Saṅkarṣaṇa, Aniruddha, op die manier. Dan Nārāyaṇa. Uit Nārāyaṇa, de tweede Catur-vyūha, en van de tweede Catur-vyūha; Saṅkarṣaṇa, Mahā-Viṣṇu. Op deze manier moet je de śāstra's leren. Je zal vinden dat werkelijk zoals gezegd in de śāstra; kṛṣṇas tu bhagavān svayam. En Kṛṣṇa zegt; aham ādir hi devānām (Bg 10.2). Ahaṁ sarvasya prabhavo mattaḥ sarvaṁ pravartate (BG 10.8). En Arjuna aanvaardt; paraṁ brahma paraṁ dhāma pavitraṁ paramaṁ bhavān (BG 10.12). Dus we moeten de śāstra accepteren. Śāstra-cakṣuṣāt: je moet het zien door de śāstra. En als je de śāstra leert, dan zul je kṛṣṇas tu bhagavān svayam vinden. Dus deze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging betekent om aan de menselijke samenleving de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te presenteren. Dit is de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging. Dus we begonnen deze beweging in 1966, door het te registreren. Onze Rūpānuga Prabhu heeft dit reeds uitgelegd. Dus neem deze beweging heel serieus. Hetzelfde; Kṛṣṇa startte in de geschiedenis vijfduizend jaar geleden. En Hij begon deze beweging met Arjuna als discipel. Daarna Caitanya Mahāprabhu, vijfhonderd jaar geleden, deed Hij weer dezelfde beweging herleven. Hij is Kṛṣṇa Zelf. En zo gebeurt het. Denk niet dat dit een zelf-vervaardigde beweging is. Nee. Het is een geautoriseerde beweging, bevestigd door de autoriteiten. Mahājano yena gataḥ sa panthāḥ (CC Madhya 17,186). Er worden mahājana's genoemd in de śāstra. Dus wordt standvastig in de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging en probeer Kṛṣṇa te begrijpen. We hebben zo veel literatuur, geautoriseerde boeken. En maak je leven succesvol. Heel hartelijk bedankt.
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 22:39, 1 October 2020



Tenth Anniversary Address -- Washington, D.C., July 6, 1976

Dus deze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging betekent de allerhoogste vader te vinden. De allerhoogste vader. Dat is de essentie van deze beweging. Als we niet weten wie onze vader is, dat is geen goede positie. Tenminste, in India, is het de gewoonte dat als iemand de naam van zijn vader niet weet dan is hij niet erg respectabel. En als je in de rechtbank je naam moet geven, moet je ook je vader's naam geven. Dat is het Indiase, Vedische systeem, zijn eigen naam, de naam van zijn vader en naam van zijn dorp. Deze drie gecombineerd. Mogelijk geldt in andere landen hetzelfde systeem, in India is dit het systeem. De eerste naam is zijn eigen naam, de tweede naam is zijn vader's naam, en de derde naam is het dorp of het land waar hij geboren is. Dit is het systeem. Dus we moeten de vader kennen. Dat is Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging. Als we in onwetendheid blijven over onze vader, dat is geen goede positie. En wat voor een vader? Paraṁ brahma paraṁ dhāma (BG 10.12). De rijkste. Niet de arme vader die zijn kinderen niet kan voeden. Het is niet die vader. Eko yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān. Die vader is zo rijk dat Hij alleen miljoenen en triljoenen levende wezens voedt. In Afrika zijn er honderden en miljoenen olifanten. Hij voedt hen. En in de kamer is een gat, er kunnen miljoenen mieren zitten. Hij is ook hun aan het voeden. Eko yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit is de Vedische informatie. Dus het menselijk leven is bedoeld om te begrijpen wie de vader is, wat is Zijn wet, wie is God, wat is onze relatie met Hem. Dit is Vedānta. Vedānta betekent niet wat onzin praten en geen relatie met de vader hebben. Śrama eva hi kevalam. Als je niet weet wie je vader is ... dharmaḥ svanuṣṭhitaḥ puṁsāṁ viṣvaksena-kathāsu yaḥ notpādayed yadi ratiṁ śrama eva hi kevalam (SB 1.2.8) Dit is niet gewenst. En Kṛṣṇa zegt; vedaiś ca sarvair aham eva vedyaḥ (BG 15.15). Dus je wordt Vedantist, dat is heel fijn. In het begin van de Vedānta wordt er gezegd dat de Absolute Waarheid dat is van wie alles komt. Athāto brahma jijñāsā. Dit is het begin. Nu, het menselijk leven is bedoeld voor het begrijpen van de Absolute Waarheid, jijñāsā. Men moet uitvinden wat het Absolute is. Dat is het menselijke leven, om de Absolute Waarheid te vinden. Dus de volgende sūtra zegt meteen dat de Absolute Waarheid is dat wie de bron is van alles. En wat is dat alles? Twee dingen zien we: bezielde en onbezielde. Praktijkervaring. Sommigen van hen zijn bezielde en sommige van hen zijn zielloze. Twee dingen. Nu kunnen we de variëteiten uitbreiden. Dat is een andere zaak. Maar twee dingen zijn er. Dus deze twee dingen, we zien dat er een bestuurder is boven deze twee dingen, de levende en levenloze. Dus we moeten nu onderzoeken wat de positie is van de bron van deze twee dingen, bezield en onbezield? De positie wordt uitgelegd in het Śrīmad-Bhāgavatam; janmādy asya yato 'nvayād itarataś cārtheṣv abhijñaḥ (SB 1.1.1). Dit is de uitleg. De oorspronkelijke bron van alles is abhijñaḥ. Hoe? Anvayād itarataś cārtheṣu. Als ik iets heb gemaakt, weet ik alles, alle details. Anvayād, direct of indirect, ik weet het. Als ik iets maak ... Stel dat ik wat speciaals koken kan, dan weet ik alle details hoe dat te doen. Dat is de oorsprong. Dus die oorsprong is Kṛṣṇa. Kṛṣṇa zegt; vedāhaṁ samatītāni: (BG 7.26) "Ik weet alles - verleden, heden en toekomst." Mattaḥ sarvaṁ pravartate. Aham ādir hi devānām (Bg 10.2). Volgens de creatie theorie ... Geen theorie, maar feit. Brahmā viṣṇu maheśvara. Dus dit zijn de belangrijkste devatās. Dus Viṣṇu is de originele. Aham ādir hi devānām. De creatie, eerst Mahā-Viṣṇu; dan uit Mahā-Viṣṇu komt Garbhodakaśāyī Viṣṇu. Van Garbhodakaśāyī Viṣṇu komt Kṣīrodakaśāyī Viṣṇu, expansie van Viṣṇu, en van Hem komt Brahmā. Brahmā wordt geboren uit Garbhodakaśāyī Viṣṇu op de lotusbloem, dan geeft hij geboorte aan Rudra. Dit is de uitleg van de schepping. Dus Kṛṣṇa zegt; aham ādir hi devānām. Hij is ook de oorsprong van Viṣṇu, want in de śāstra staat; kṛṣṇas tu bhagavān svayam (SB 1.3.28). De oorspronkelijke Persoonlijkheid Gods is Kṛṣṇa. En de eerste expansie van Kṛṣṇa is Baladeva. Dan van Hem komt deze Catur-vyūha; Vāsudeva, Saṅkarṣaṇa, Aniruddha, op die manier. Dan Nārāyaṇa. Uit Nārāyaṇa, de tweede Catur-vyūha, en van de tweede Catur-vyūha; Saṅkarṣaṇa, Mahā-Viṣṇu. Op deze manier moet je de śāstra's leren. Je zal vinden dat werkelijk zoals gezegd in de śāstra; kṛṣṇas tu bhagavān svayam. En Kṛṣṇa zegt; aham ādir hi devānām (Bg 10.2). Ahaṁ sarvasya prabhavo mattaḥ sarvaṁ pravartate (BG 10.8). En Arjuna aanvaardt; paraṁ brahma paraṁ dhāma pavitraṁ paramaṁ bhavān (BG 10.12). Dus we moeten de śāstra accepteren. Śāstra-cakṣuṣāt: je moet het zien door de śāstra. En als je de śāstra leert, dan zul je kṛṣṇas tu bhagavān svayam vinden. Dus deze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging betekent om aan de menselijke samenleving de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te presenteren. Dit is de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging. Dus we begonnen deze beweging in 1966, door het te registreren. Onze Rūpānuga Prabhu heeft dit reeds uitgelegd. Dus neem deze beweging heel serieus. Hetzelfde; Kṛṣṇa startte in de geschiedenis vijfduizend jaar geleden. En Hij begon deze beweging met Arjuna als discipel. Daarna Caitanya Mahāprabhu, vijfhonderd jaar geleden, deed Hij weer dezelfde beweging herleven. Hij is Kṛṣṇa Zelf. En zo gebeurt het. Denk niet dat dit een zelf-vervaardigde beweging is. Nee. Het is een geautoriseerde beweging, bevestigd door de autoriteiten. Mahājano yena gataḥ sa panthāḥ (CC Madhya 17,186). Er worden mahājana's genoemd in de śāstra. Dus wordt standvastig in de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging en probeer Kṛṣṇa te begrijpen. We hebben zo veel literatuur, geautoriseerde boeken. En maak je leven succesvol. Heel hartelijk bedankt.