NL/Prabhupada 0196 - Verlang eenvoudig naar spirituele dingen

Revision as of 18:31, 10 May 2015 by Rishab (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0196 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1966 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 2.58-59 -- New York, April 27, 1966

Dus we moeten de zaak leren, hoe de schoonheid van het spirituele leven te zien. Dan zullen we uit onszelf afgezien worden van materiële activiteiten. Net als een kind, een jongen. Hij is de hele dag kattenkwaad aan het uithalenen, aan het spelen, maar wanneer hem een goede bezigheid wordt gegeven ... Er zijn nu zo veel systemen in de educatieve sector, het kleuterschool-systeem of dit systeem of dat systeem. Maar als hij wordt beziggehouden, "Oh, vorm 'A,' vorm 'B.' " Zodat hij tegelijkertijd ABC leert en tegelijkertijd afziet van zijn ondeugende activiteiten. Ook zo'n zaken zijn terug te vinden in het spirituele leven. Als we onszelf bezighouden met spirituele activiteiten, enkel dan is het mogelijk om af te zien van deze materiële activiteiten. Activiteiten kunnen niet worden gestopt. Activiteiten kunnen niet worden gestopt. Net hetzelfde voorbeeld, Arjuna ... Vóór het horen van de Bhagavad-gītā, werd hij inactief, om niet te hoeven vechten, Maar na het horen van de Bhagavad-gītā, werd hij actiever, transcendentaal actief. Dus spiritueel leven, of het transcendentale leven, betekent niet dat we vrij zijn van activiteit. Gewoon kunstmatig, als we gaan zitten, 'Oh, ik ga niets materieels meer doen. Ik zal gewoon mediteren, "oh, welke meditatie gaat u doen? Je meditatie zal in een ogenblik gebroken worden, net als zelf met Visvamitra Muni, hij kon niet doorgaan met zijn meditatie. We moeten altijd, honderd procent betrokken worden in spirituele activiteiten. Dat zou het programma van ons leven moeten zijn. Integendeel, in het spirituele leven zal nauwelijks tijd te vinden zijn om eruit te komen. Je hebt zoveel betrokkenheid. Rasa-varjam. En die betrokkenheid kan alleen mogelijk zijn wanneer u er transcendentaal plezier in vindt.

Dus dat zal gebeuren. Dat zal gebeuren. Ādau sraddha tatah sadhu-saṅgaḥ (CC Madhya 23.14-15). Spiritueel leven begint, allereerst sraddha, wat geloof. Net zoals u hier vriendelijk naar mij komt luisteren. Je hebt weinig vertrouwen. Dit is het begin. Zonder geloof, kon je hier je tijd niet komen verspillen want er is geen film aan het spelen, er zijn geen politieke gesprekken, niets van de ... Het kan zijn dat voor sommigen dit een zeer droog onderwerp is. Zeer droog onderwerp. (Grinnikt) Maar toch kom je. Waarom? Omdat je een klein beetje vertrouwen hebt gekregen, "Oh, hier is de Bhagavad-gītā. Laat ons luisteren." Dus het geloof is het begin. De ongelovige kan geen spiritueel leven hebben. Geloof is het begin. Ādau sraddha. Sraddha. En dit geloof, zolang het versterkt wordt, maakt u sterke vooruitgang. Dus dit geloof moet worden geïntensiveerd. Het begin is het geloof. En nu, terwijl je je geloof versterkt, wordt je progressief in uw spirituele pad. Ādau sraddha tatah sadhu-saṅgaḥ (CC Madhya 23.14-15). Als je wat geloof hebt, dan zul je wat sadhu ondervinden, sādhu of een heilige, een wijze, die u spirituele verlichting kan geven. Dat is sadhu-Sanga (CC Madhya 22.83) genoemd. Ādau sraddha. Het basisprincipe is śraddhā, en de volgende stap is sādhu-saṅga, de associatie van spiritueel gerealiseerde personen. Dat noemt men sādhu ... Ādau śraddhā tataḥ sādhu-saṅgo 'tha bhajana-kriyā. En als er werkelijk vereniging is van spiritueel zelfgerealiseerden personen, dan zal hij u enkele processen geven van spirituele activiteiten. Dat heet bhajana-kriya. Ādau śraddhā tataḥ sādhu-saṅgaḥ atha bhajana-kriyā tataḥ anartha-nivṛttiḥ syāt. En als je meer en meer bezig bent met spirituele activiteiten, zo zullen proportioneel je materiële en genegenheid voor materiële activiteiten afnemen. Tegenactie. Wanneer u zich in spirituele activiteiten verdiept, verminderen je materiële activiteiten. Maar pas gewoon op dat. Materiele activiteiten en spirituele activiteiten, het verschil is dat ... Stel dat je je bezighoudt als medicus. Moet je niet denken "als ik spiritueel bezig ben, moet ik mijn beroep opgeven." Nee, nee. Dat is het niet. U moet uw beroep spiritualiseren. Net als Arjuna, hij was een militair. Hij werd een spiritualist. Dat betekent dat hij zijn militaire activiteit spiritualiseerde.

Dus dit zijn de technieken. Dus ādau sraddha tatah sadhu-saṅgaḥ atha bhajana-Kriya tatah anartha-nivṛttiḥ syāt (CC Madhya 23.14-15). Anartha betekent ... Anartha betekent dat wat mijn ellende creëert. Materiele activiteiten zullen blijven ellende opbrengen. En als je een spiritueel leven opneemt, dan zal uw materiële ellende geleidelijk aan verlaagd worden, en de praktijk zal nihil zijn. En wanneer we werkelijk vrij zijn van materiële affiniteit, dan begint je echte spirituele leven. Athāsakti. Je wordt gehecht. Je kan niet meer opgeven. Wanneer uw anartha-nivṛtti, wanneer je materiële activiteiten volledig stoppen, kan je niet opgeven. Athāsakti. Ādau sraddha tatah sadhu-Sango 'tha bhajana-Kriya tato' nartha-nivṛttiḥ syāt tato nistha (CC Madhya 23.14-15). Nistha betekent je geloof wordt steviger, opgeknapt, gestaag. Tato niṣṭhā tato ruciḥ. Ruci. Ruci betekent dat je enkel nog hunkert naar spirituele zaken. Je zal niets willen horen behalve spirituele boodschappen. Je zult niets leuk vinden, behalve spirituele activiteiten. Je zult het niet leuk vinden voedsel te eten die niet gespiritualiseerd is. Dus uw leven zal veranderen. Tato niṣṭhā athāsaktiḥ. Dan gehechtheid, dan bhāva. Dan zal u transcendentaal zijn, ik wil zeggen, geextatiseerd. Er zal wat extase zijn. En dat is de ... Dit zijn de verschillende stappen voor het hoogste platform van het spirituele leven. Tato bhāvaḥ. Tato bhāvaḥ. Bhāva, dat bhāva stadium dit is het juiste platform vanwaar u rechtstreeks kunt praten met de Allerhoogste Heer.