NL/Prabhupada 0259 - Terugkomen op het transcendentale niveau van Krishna liefhebben

Revision as of 01:34, 4 September 2015 by Rishab (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0259 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture -- Seattle, September 27, 1968

Kan iemand die bij deze bijeenkomst aanwezig is zeggen dat hij niet dienaar van iets of iemand is? Hij moet dat zijn, want dat is zijn wezenlijke positie. Maar het probleem is dat door het dienen van onze zintuigen, er geen oplossing is van het probleem, van de ellende. Voorlopig kan ik mezelf tevreden stellen doordat ik geïntoxiceerd ben en in de ban van deze vergiftiging denk ik dat ik niemands dienaar ben. Ik ben vrij. Maar dit is kunstmatig. Zodra de hallucinatie verdwenen is, wordt hij weer dienaar. Weer dienaar. Dus dit is onze positie. Maar waarom is deze strijd er? Ik word gedwongen om te dienen, maar ik wil niet dienen. Wat is de aanpassing? De aanpassing is Kṛṣṇa-bewustzijn, dat als je dienaar van Kṛṣṇa wordt dan is uw ambitie om meester te worden en tegelijkertijd uw streven om vrijheid te verkrijgen, onmiddellijk bereikt. Net als hier ziet u een afbeelding van Arjuna en Kṛṣṇa. Kṛṣṇa is de Allerhoogste Heer. Arjuna is een levende entiteit, levend wezen, een menselijk wezen, maar hij verkeerd in een staat van liefde met Kṛṣṇa als vriend. En in ruil voor zijn liefde als vriend, is Kṛṣṇa zijn chauffeur, zijn dienaar geworden. Evenzo, als een ieder van ons zichzelf op het transcendentale platform van liefde hebben voor Kṛṣṇa terug brengt, dan wordt onze ambitie van meesterschap vervuld. Dat is niet bekend op dit moment, maar als we besloten hebben Kṛṣṇa te dienen, zullen we vervolgens geleidelijk zien dat Kṛṣṇa u van dienst wordt. Dit is een kwestie van uitvoering. Maar als we willen stoppen met het in dienst zijn van deze materiële wereld, van de zintuigen, dan moeten we onze houding ten opzichte van Kṛṣṇa veranderen. Dit heet Kṛṣṇa bewustzijn.

kāmādīnāṁ kati na katidhā pālitā durnideśās
teṣāṁ mayi na karuṇā jātā na trapā nopaśāntiḥ
sāmpratam aham labdha-buddhis
tvām āyātaḥ niyuṅkṣvātma-dāsye

Een toegewijde bidt tot Kṛṣṇa: "Zo lang in mijn leven, heb ik mijn zinnen gediend." Kāmādīnām. Kama betekent zintuigen, lust. "Dus wat ik niet had moeten doen, doordat mijn lust het mij opdroeg, heb ik het gedaan." Men doet het. Wanneer men een slaaf of dienstknecht is, dan is hij gedwongen om iets te doen wat hij niet leuk vind. Hij is gedwongen. Dus hier, het toegeven van een toegewijde dat: "Ik heb het gedaan, gedicteerd door mijn lust, iets wat ik niet had moeten doen, maar ik heb het gedaan." Oké, je hebt het gedaan, je dient je zintuigen. Dat is oke. "Maar de moeilijkheid is dat: Tesam Karuna na Jata na trapa nopaśāntiḥ. Ik heb zoveel gediend, maar ik zie dat ze niet tevreden zijn. Ze zijn niet tevreden. Dat is mijn probleem. Noch de zintuigen zijn tevreden, noch ben ik tevreden, noch de zintuigen zijn vriendelijk genoeg om me verlichting te geven van het dienen. Dat is mijn positie." Als ik zou hebben gezien dat, in plaats van als we zouden hebben gevoeld dat, "Ik heb zoveel jaren mijn zintuigen gediend, nu zijn mijn zinnen gestild ..." Nee, ze zijn niet tevreden. Ze dicteren nog steeds. Nog steeds aan het dicteren. "Ik ben erg..." Natuurlijk, het is heel natuurlijk, maar ik kan openbaren, hierbij, dat sommige van mijn studenten zeiden dat, hun moeder op oudere leeftijd gaat trouwen. Aanschouw het. Ze heeft volwassen kinderen. En iemand klaagde ook dat zijn oma getrouwd was. Waarom? Aanschouw het. Vijfenzeventig jaar oud, in hun vijftiger jaren, de zintuigen zijn nog zo sterk, dat zij worden gedicteerd: "Ja, je moet het doen."