NL/Prabhupada 0264 - Maya dient Krishna ook, maar er is geen dank

Revision as of 14:23, 20 April 2016 by Lucija (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0264 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture -- Seattle, September 27, 1968

Tamala Kṛṣṇa: Is Māyā een zuivere toegewijde? Māyā.

Prabhupāda: Zuivere toegewijden, nee, zij worden niet bedekt door Maya.

Tamala Kṛṣṇa: Nee, nee. Is Māyā, Māyādevī, een zuivere toegewijde?

Prabhupāda: Ja, zeker. De politie, zijn ze niet de eerlijke dienaar van de overheid? Betekent het dat de politie je martelt; dat zij dan geweerd worden als dienaar van de regering? Hun taak is een ondankbare, dat is alles. Op dezelfde manier dient Māyā ook Kṛṣṇa, maar er is geen dank. Dat is het verschil. Ze heeft een ondankbare taak op zich genomen om goddeloze personen te straffen, dat is alles. Dus Māyā is zoals het is, het is niet dat ze het contact met Kṛṣṇa verloren is. Vaiṣṇavī. In het Caṇḍī, in het boek van Māyā, wordt gesteld dat "Vaiṣṇavī." Het Māyā wordt beschreven als Vaiṣṇavī. Net zoals de zuivere toegewijde Vaiṣṇava genoemd wordt, is zij ook beschreven als Vaiṣṇavī.

Viṣṇujana: Hoe krijgt u het voor elkaar dat alles wat u zegt zo gemakkelijk te begrijpen is?

Prabhupāda: Omdat de hele filosofie heel simpel is. God is geweldig; jij bent niet geweldig. Beweer niet dat je God bent. Beweer niet dat er geen God is. God is er en Hij is geweldig en jij bent klein.. Wat is uw positie? Je moet Kṛṣṇa dienen. Dit is de eenvoudige waarheid. Dus deze opstandige houding heet Māyā. Iedereen die verklaart: "Er is geen God. God is dood. Ik ben God, je bent God," ze zijn allemaal in de ban van Māyā. Piśācī pāile yena mati-cchanna haya. Net zoals wanneer een mens door een geest bezeten is, spreekt hij allerlei onzin. Dus al deze personen worden achtervolgd door Māyā en daarom zeggen zij: "God is dood. Ik ben God. Waarom ben je overal op zoek naar God? Er hangen zo veel goden rond op straat." Ze zijn allemaal bezeten, gestoord. Dus we moeten hen genezen door deze transcendentale trilling, Hare Kṛṣṇa. Dat is het enige geneesmiddel. Gewoon hen het laten horen en ze zullen geleidelijk worden genezen. Net als een mens die lekker slaapt, als je in zijn oor schreeuwt wordt hij wakker. Dus dit is de mantra die de slapende menselijke samenleving wakker maakt. Uttiṣṭha uttiṣṭhata jāgrata prāpya varān nibodhata. De Veda´s zeggen: "O mensen, sta altublieft op. Slaap niet meer. Je hebt deze gelegenheid in het menselijk lichaam gekregen. Gebruik het. Bevrijdt jezelf uit de klauwen van Māyā." Dit is de verklaring van de Veda's. Dus doe je werk. Hare Kṛṣṇa, chant Hare Kṛṣṇa en ze zullen ...

Toegewijden: Hare Kṛṣṇa!

Prabhupāda: Ja?

Jaya-Gopala: Is het verleden, heden en toekomst, in materiële zin, een perverse weerspiegeling van dezelfde ...

Prabhupāda: Ja, verleden, toekomst, heden zijn verschillende vormen van de relativiteit. Dat is wetenschappelijk bewijs. Professor Einstein heeft het bewezen. Net als je verleden, het is niet het verleden van Brahmā. Uw heden is niet de dezelfde als van een mier. Dus verleden, heden, toekomst - de tijd is eeuwig. Het is overeenstemmig met de andere dimensie van de relativiteit van het lichaam. Tijd is eeuwig. Net als een kleine mier. In vierentwintig uur heeft hij vierentwintig maal verleden, heden en toekomst. De spoetnik, de Russische Spoetnik, cirkelt rond deze aarde in één uur, vijfentwintig minuten, of iets dergelijks. Zij, wat ik bedoel te zeggen, gingen vijfentwintig keer rond de aarde. Dat betekent dat binnen een uur en vijfentwintig minuten, zag de spoetnikbemanning vijfentwintig keer dag en nacht. Dus in de hogere atmosfeer is het heden en verleden anders. Dus dit verleden, heden, toekomst is relatief, afhankelijk van uw lichaam, naar gelang de omstandigheden. Eigenlijk is er geen verleden, heden, toekomst. Alles is eeuwig. Je bent eeuwig, nityo śāśvato 'yaṁ na hanyate hanyamāne śarīre (BG 2.20). Je sterft niet. Dus ... De mensen weten niet dat we eeuwig zijn. Wat is mijn eeuwige betrokkenheid? Wat is mijn eeuwige leven? Ze zijn simpelweg in de ban van de plek waar zij leven: "Ik ben Amerikaan, ik ben Indisch, ik ben dit, ik ben dat". Dat is alles. Dit is onwetendheid. Dus men moet zoeken naar zijn eeuwige verbintenis met Kṛṣṇa. Dan zal hij gelukkig zijn. Dankjewel.