NL/Prabhupada 0305 - We zeggen God is dood. Dus moeten we onze ogen vrijmaken van deze illusie

Revision as of 10:39, 21 April 2016 by Lucija (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0305 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture -- Seattle, October 2, 1968

Prabhupāda: Go verder.

Tamala Kṛṣṇa: 'Het levend wezen is net als een moleculaire deel van de zonneschijn, terwijl Kṛṣṇa wordt vergeleken met de stralende zon. Heer Caitanya vergeleek de levende wezens met de vonken van het vuur en de Allerhoogste Heer met het laaiende vuur van de zon. De Heer citeert in dit verband een vers uit de Viṣṇu Purāṇa, waarin wordt gesteld dat alles wat zich manifesteert in deze kosmische wereld, slechts een energie is van de Allerhoogste Heer. Bijvoorbeeld, zoals het vuur afkomstig van de ene plaats zijn verlichting en warmte vertoont rondom, zo ook de Heer, hoewel gelegen op een bepaalde plaats in de spirituele wereld, manifesteert Zijn verschillende energieën overal."

Prabhupāda: Nu, dit is heel eenvoudig. Probeer het te begrijpen. Net als dit vuur, deze lamp, zich op een bepaalde plaats bevind maar de verlichting is verdeeld over deze hele kamer, op dezelfde manier, wat je ziet is een weergave van deze kosmische manifestatie, ze zijn weergave van de energie van de Allerhoogste Heer. De Allerhoogste Heer is gelegen op een plaats. Wij citeren in onze Brahma-saṁhitā: Govindam ādi-puruṣaṁ tam aham bhajāmi. Hij is een persoon. Net als uw voorzitter, de heer Johnson, hij zit in zijn kamer in Washington, maar zijn kracht, zijn energie, handelt over de hele staat. Als het mogelijk is materieel, in dezelfde wijze Kṛṣṇa of God, de Allerhoogste Persoon, Hij bevindt zich in Zijn plaats, woonplaats, Vaikuṇṭha of het koninkrijk van God, maar Zijn energie handelt. Een ander voorbeeld is de zon. De zon, je kan zien, de zon bevindt zich op een bepaalde plaats, maar je ziet de zon overheen het hele universum. De zon is in uw kamer. Dus op dezelfde manier, wat je ook aan het gebruiken bent, en jijzelf ook, we zijn allemaal een weergave van de energie van de Allerhoogste Heer. We zijn niet verschillend van Hem. Maar wanneer de wolk van māyā of illusie mijn oog dekt, kunnen we de zon niet meer zien. Ook wanneer het materiele aspect van het leven me bedekt, kunnen we niet begrijpen wie God is. We zeggen dat God dood is. Dus moeten we onze ogen bevrijden van deze illusie. Dan zult u God direct zien: "Hier is God." Ja. In de Brahma-saṁhitā wordt gezegd:

premāñjana-cchurita-bhakti-vilocanena
santah sadaiva hrdayesu vilokayanti
yaṁ śyāmasundaram acintya-guna-svarūpaṁ
govindam ādi-purusaṁ tam ahaṁ bhajāmi
(Bs. 5.38)

Die Allerhoogste Persoonlijkheid God, Hij is Śyāmasundara. Śyāmasundara. Śyāma betekent zwartachtig maar heel, heel mooi. Die prachtige persoon, de Allerhoogste Persoon, Kṛṣṇa, wordt steeds behouden en gezien door heilige personen. Premāñjana-cchurita-bhakti-vilocanena. Waarom zien zij hem? Omdat hun ogen zijn geklaard door de zalf van liefde voor God. Net zoals wanneer je ogen beschadigd zijn, je brengt wat zalf aan, wat zalf van de arts, en uw gezichtsvermogen wordt terug duidelijk en helder, je kunt dingen terug heel mooi zien. Op dezelfde wijze, wanneer deze materiële ogen gezalfd worden met liefde voor God, dan zult u God zien, "Hier is God." Je zal niet zeggen dat God dood is. Die bedekking moet worden verwijdert, en om die bedekking te verwijderen moet u gebruiken maken van dit Kṛṣṇa-bewustzijn.

Hartelijk dank.