NL/Prabhupada 0362 - Zoals wij 12 GBC's hebben, vergelijkbaar heeft Krishna 12 GBC's

Revision as of 23:45, 4 February 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0362 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1974 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 1.13.15 -- Geneva, June 4, 1974

Als je op straat loopt, als je een mier doodt door te lopen, zul je gestraft worden. Dit is de wet van de natuur. We zijn in zo'n gevaarlijke positie. In elke beweging is er straf. Nu, als je in de śāstra's gelooft, dat is iets anders. Als je niet gelooft, doe dan wat je wilt. Maar van de śāstra kunnen we de wetten van de natuur begrijpen, of God, is zeer, zeer streng, zeer, zeer streng. Dus Maṇḍūka Muni heeft ook Yamarâja gekastijd, dat "In mijn jeugd, zonder enige kennis heb ik iets gedaan, en daarvoor heb je me zo'n zware straf gegeven. Dus je bent niet geschikt om een een brāhmaṇa of kṣatriya te worden. Je wordt śūdra." Zo werd hij vervloekt om śūdra te worden. Daarom nam Yamarâja zijn geboorte als Vidura en werd geboren in de schoot van een śūdra moeder. Dit is de geschiedenis van Vidura's geboorte.

Dus bij diens afwezigheid, Aryamâ, een van de halfgoden, hij handelde officieel naar Yamarâja toe. Daarom wordt er gezegd, abibhrad aryamā daṇḍam. Het kantoor moet doorgaan, bij de overheid kan geen post vacant zijn. Iemand moet komen en handelen. Dus Aryamā handelde. Yathāvad agha-kāriṣu. Agha-kāriṣu. Agha-kāri betekent... Agha betekent zondige activiteiten en kāriṣu. Kāriṣu betekent degenen die zondig handelen. En yathāvat. Yathāvat betekent precies tot de kern komen, hoe hij moet worden gestraft. Yathāvad agha-kāriṣu. Yāvad dadhāra śūdratvam. Zolang zette Yamarâja zich voort als een śūdra, Aryamâ handelde officieel in zijn plaats als Yamarâja. Dit is de verklaring. (leest verklaring  :) "Vidura, geboren in de schoot van een śūdra moeder, werd verboden zelfs om een deel te zijn van het koninklijk erfgoed, samen met zijn broers Dhṛtarāṣṭra en Pāṇḍu. Maar hoe kon hij het ambt van predikant bezetten om te instrueren dergelijke geleerden...? Antwoord is dat, hoewel wordt aangenomen dat hij een śūdra was door geboorte, omdat hij afstand gedaan had van de wereld om voor spirituele verlichting te gaan door de autoriteit van Ṛṣi Maitreya en werd grondig opgeleid door hem in transcendentale kennis, hij was aardig bevoegd om de functie van een ācārya of spirituele leermeester te bezetten." Vidura was een śūdra, geboren śūdra. Dan hoe werd hij een prediker?

Dus de reden is... "Volgens Śrī Caitanya Mahāprabhu, iedereen die vertrouwd is in de transcendentale kennis of de wetenschap van God, of hij nu een brāhmaṇa of śūdra, een gezinshoofd of een sannyāsī, hij komt in aanmerking om een spirituele meester te worden. " Niet omdat hij als śūdra werd geboren, kan hij niet prediken, kan hij de functie van ācārya of spiritueel leraar niet nemen. Dat is niet Caitanya filosofie. Caitanya filosofie heeft niets te maken met dit lichaam, uiterlijk lichaam Caitanya filosofie houdt zich bezig met de ziel. Deze beweging is de beweging van het omhoog heffen van de ziel, het redden van de ziel van de degradatie. Dus mensen zijn soms verrast. De lichamelijke levensopvatting, dezelfde activiteiten zullen karma zijn. Op het platform van het geestelijk leven, zal dezelfde karma bhakti zijn. Hetzelfde karma zal bhakti zijn. Dus bhakti is niet inactiviteit. Bhakti is actief. Yat karoṣi yaj juhoṣi jad aśnāsi yat tapasyasi kuruṣva tad mad-arpaṇam (BG 9.27). Dit is bhakti, bhakti-yoga. Kṛṣṇa zegt dit tegen iedereen, "Als je niet je karma kan opgeven, dan is dat in orde. Maar het resultaat van je karma, geef het aan Mij. Dan zal het bhakti zijn."

Dus Vidura was Yamarâja. Niet alleen was hij Yamarâja, gewoon, maar hij is een van de grote autoriteiten. Er zijn twaalf in de śāstra genoemde autoriteiten. Een van hen is Yamarâja. Balir vaiyāsakir vayam. Dit staat in het Śrīmad-Bhāgavatam. Yamarâja is een van de GBC van Kṛṣṇa. Ja. Zoals we twaalf GBC's hebben, heeft Kṛṣṇa twaalf GBC's.

svayambhūr nāradaḥ śambhuḥ
kumāraḥ kapilo manuḥ
prahlādo janako bhīṣmo
balir vaiyāsakir vayam
(SB 6.3.20)

Die twaalf mannen zijn gemachtigd om het Kṛṣṇa-bewustzijn te prediken. Dus moeten we volgen. Mahājano yena gataḥ sa panthāḥ (CC Madhya 17.186). Daarom hebben we deze GBC gemaakt. Dus ze moeten zeer verantwoordelijke mensen zijn. Anders zullen ze gestraft worden. Zij zullen worden gestraft om een śūdra worden. Hoewel Yamarâja is een GBC, maar hij maakte een klein foutje. Hij werd gestraft om een śūdra worden. Dus degenen die GBC's zijn, ze moeten heel, heel voorzichtig zijn om de zaken van ISKCON beheren. Anders zullen ze worden gestraft. Aangezien de post zeer groot is, op dezelfde wijze, de straf is ook zeer groot. Dat is het probleem. U kunt het zien uit dit voorbeeld, Vidura. Hij werd onmiddellijk gestraft. Hij maakte een klein foutje. Omdat de Rsis, de muni's, ze zullen vervloeken.