NL/Prabhupada 0367 - Vrindavana betekent dat Krishna het centrum is: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0367 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1975 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
m (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Bombay]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Bombay]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0366 - Jullie moeten allemaal guru worden, maar praat geen onzin|0366|NL/Prabhupada 0368 - Je bent onnozel aan het denken dat je niet eeuwig bent|0368}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|5dzLq_3n3Z4|Vrindavana betekent dat Krishna het centrum is<br />- Prabhupāda 0367}}
{{youtube_right|bfXicbH4kmE|Vrindavana betekent dat Krishna het centrum is<br />- Prabhupāda 0367}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/751220BG.BOM_clip.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/751220BG.BOM_clip.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Dus Kṛṣṇa instrueert de Bhagavad-gītā persoonlijk om Hem te begrijpen, dus we moeten hiervan profiteren, anders missen we de gelegenheid  van deze menselijke vorm  van  leven. Kṛṣṇa onderwijst de Bhagavad-gītā niet aan enkele  katten en honden. Hij doceert  aan de meest invloedrijke persoon, imaṁ rājarṣayo viduḥ. Dus de Bhagavad-gītā is bedoeld voor de rājarṣi, erg  rijk,  erg  weelderig,  tegelijkertijd heilig  persoon. Voorheen waren al  de  koningen rājarṣi. Raja  en ṛṣi   gecombineerd. Dus de Bhagavad-gītā   is niet bedoeld voor de schooiers  klasse. Het dient te worden begrepen door de hoofden  van de samenlevingyad yad ācarati śreṣṭhas tat tad evetaro   janaḥ ([[Vanisource:BG 3.21|BG 3.21]]). Dus degenen die beweren dat  ze  de leiders van de samenleving zijn, moeten de Bhagavad-gītā lerenhoe om  een praktisch en  feitelijk  leider te worden, en dan  zal de samenleving voordeel  verkrijgen. En als we de instructies van de Bhagavad-gītā en  Kṛṣṇa  volgen, dan zullen alle problemen worden opgelost. Het is niet  een  sektarische religieus gevoel of fanatisme. Het  is niet zo. Het is een wetenschap - sociale wetenschap, politieke wetenschap, culturele wetenschap. Alles is er.
Dus Kṛṣṇa instrueert de Bhagavad-gītā persoonlijk om Hem te begrijpen, dus we moeten hiervan profiteren, anders missen we de kans van deze menselijke levensvorm. Kṛṣṇa onderwijst de Bhagavad-gītā niet aan een paar katten en honden. Hij onderwijst aan de meest invloedrijke persoon, ''imaṁ rājarṣayo viduḥ''. Dus de Bhagavad-gītā is bedoeld voor de ''rājarṣi'', de heel rijke en heel luxueus maar tegelijkertijd heilige personen. Voorheen waren alle koningen ''rājarṣi''. ''Rāja'' en ''ṛṣi'' gecombineerd. Dus de Bhagavad-gītā is niet bedoeld voor de schooier klasse. Het dient te worden begrepen door de leiders van de samenleving; ''yad yad ācarati śreṣṭhas tat tad evetaro janaḥ'' ([[NL/BG 3.21|BG 3.21]]). Dus degenen die beweren de leiders van de samenleving te zijn, moeten van de Bhagavad-gītā leren hoe een werkelijk en praktisch leider te worden, en dat zal voordelig voor de samenleving zijn. En als we de instructies van de Bhagavad-gītā en Kṛṣṇa volgen, dan zullen alle problemen opgelost worden. Het is geen sektarische religieus gevoel of fanatisme. Dat is het niet. Het is een wetenschap - sociale wetenschap, politieke wetenschap, culturele wetenschap. Alles is er.  


Zodat  ons verzoek is dat ieder van jullie een  goeroe  wordt. Dat is Caitanya Mahāprabhu's  orde. Hij wil dat iedereen een goeroe  moet  worden. Hoe? Dat zegt Hij:
Dus ons verzoek is dat ieder van jullie guru wordt. Dat is de opdracht van Caitanya Mahāprabhu. Hij wil dat iedereen een guru wordt. Hoe? Dat zegt Hij:  


:yāre dekha tāre kaha 'kṛṣṇa'-upadeśa
:''yāre dekha tāre kaha 'kṛṣṇa'-upadeśa''
:āmāra ājñāya guru hañā tāra' ei deśa
:''āmāra ājñāya guru hañā tāra' ei deśa''
:([[Vanisource:CC Madhya 7.128|CC Madhya 7.128]])
:([[Vanisource:CC Madhya 7.128|CC Madhya 7.128]])


Dit is goeroe. Stelje bent familielid. Zo  veel  levende wezens, je zonen, je dochters, je stief  dochter, of kinderen, je kunt  hun goeroe  worden. Precies zoals hier kun  je in de avond zitten en praten  over de Bhagavad-gītā, yāre dekha tāre kaha kṛṣṇa-upadeśa ([[Vanisource:CC Madhya 7.128|CC Madhya 7.128]]). Je hoeft niets te vervaardigen. De instructie is daar; je herhaalt het gewoon en je  laat ze  horen - je wordt goeroe. Het is helemaal niet moeilijk. Dus dat is onze prediking. We willen niet alleen goeroe  worden, maar we willen prediken op  een  zodanige  wijze  dat elke,  de  belangrijkste  man,  of  welk  mens  dan  ook,  goeroe  kan  worden  in zijn omgeving. Iedereen kan dat doen. Zelfs een koelie,  hij  kan ook, hij heeft familie,   hij heeft vrienden, dus zelfs al is hij analfabeet, kan hij  de instructie  van Kṛṣṇa horen en hij kan hetzelfde verkondigen. Dat willen we. En we dringen  er  bij  alle respectabele heren op  aan, leiders, om dit te leren. Het is heel eenvoudig: man-manā bhava mad-bhakto mad-yājī māṁ namaskuru ([[Vanisource:BG 18.65|BG 18.65]]), en  door  het  uitvoeren  van  deze  orde  van  Kṛṣṇa,  Hij verzekertmām   evaiṣyasi, "komt tot Mij.Yad gatvā na nivartante tad dhāma paramaṁ mama ([[Vanisource:BG 15.6|BG 15.6]]). Tyaktvā dehaṁ punar janma naiti mām eti kaunteya ([[Vanisource:BG 4.9|BG 4.9]]). Zeer  eenvoudig  ding.
Dit is guru. Stel dat je een familielid bent. Zoveel levende wezens, je zonen, je dochters, je schoondochter, of kinderen, je kan hun guru worden. Precies zoals hier kan je in de avond zitten en over de Bhagavad-gītā praten, ''yāre dekha tāre kaha kṛṣṇa-upadeśa'' ([[Vanisource:CC Madhya 7.128|CC Madhya 7.128]]). Je hoeft niets te vervaardigen. De instructie is er al; je herhaalt het gewoon en laat hun horen - je wordt guru. Het is helemaal niet moeilijk. Dus dat is onze prediking. We willen niet alleen guru worden, maar we willen op zo'n manier prediken dat iedereen in zijn omgeving guru kan worden. Iedereen kan dat doen. Zelfs een koelie kan dat ook, hij heeft familie, hij heeft vrienden, dus zelfs al is hij analfabeet, hij kan de instructies van Kṛṣṇa horen en hij kan hetzelfde prediken. Dat willen we. En we nodigen alle respectabele heren, leiders, uit om dit te leren. Het is heel eenvoudig: ''man-manā bhava mad-bhakto mad-yājī māṁ namaskuru'' ([[NL/BG 18.65|BG 18.65]]). En Hij verzekert; ''mām evaiṣyasi'', "Je komt tot Mij," door deze opdracht van Kṛṣṇa uit te voeren. ''Yad gatvā na nivartante tad dhāma paramaṁ mama'' ([[NL/BG 15.6|BG 15.6]]). ''Tyaktvā dehaṁ punar janma naiti mām eti kaunteya'' ([[NL/BG 4.9|BG 4.9]]). Heel gemakkelijk iets.  


Dus ons enige verzoek is dat de leiders van de samenleving de leringen van de Bhagavad-gītā zeer  serieus op  zullen  nemen, zichzelf  lerenen te  onderwijzen  aan anderen. Dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. Het is niet moeilijkhet is heel makkelijk. Iedereen kan het doen. Maar het resultaat zal zijn dat zodra je  het  begrijpt,  mensen begrijpen Kṛṣṇa,  janma karma ca me divyaṁ yo jānāti tattvataḥ ([[Vanisource:BG 4.9|BG 4.9]]), iedereen die Kṛṣṇa begrijpt,  het  resultaat  is tyaktvā dehaṁ punar janma naiti... Na het opgeven van dit lichaam accepteert  hij geen ander  stoffelijk  lichaam meer. Hij blijft in zijn spirituele identiteit en geniet van het gezelschap van Kṛṣṇa. Dat is Vṛndāvana. Gopījana-vallabha. Kṛṣṇa...  Kṛṣṇa, Vṛndāvana betekent dat Kṛṣṇa het centrum is. Hij is het liefdevolle onderwerp  van iedereen. De gopî's, de koeherdersjongens, de kalveren, de koeien, de bomen, de vruchten, bloemen, de vader, moeder - iedereen is aan Kṛṣṇa gehecht. Dat is Vṛndāvana. Dus dit is replica,  dit  Vṛndāvana, en er  is echte Vṛndāvana. Dit is ook echt. In het absolute is er geen verschil.  
Dus ons enige verzoek is dat de leiders van de samenleving de leringen van de Bhagavad-gītā heel serieus aannemen, het zelf leren en aan anderen onderwijzen. Dat is de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging. Het is helemaal niet moeilijk, het is heel gemakkelijk. Iedereen kan het doen. Maar het resultaat zal zijn dat zodra de mensen Kṛṣṇa begrijpen; ''janma karma ca me divyaṁ yo jānāti tattvataḥ'' ([[NL/BG 4.9|BG 4.9]]), het resultaat voor iedereen die Kṛṣṇa begrijpt is; ''tyaktvā dehaṁ punar janma naiti'' ... Na het opgeven van dit lichaam krijgt hij geen materieel lichaam meer. Hij blijft in zijn spirituele identiteit en geniet van het gezelschap van Kṛṣṇa. Dat is Vṛndāvana. ''Gopījana-vallabha''. Kṛṣṇa, Vṛndāvana betekent dat Kṛṣṇa het centrum is. Hij is het liefdevolle doel van iedereen. De gopī's, de koeherdersjongens, de kalveren, de koeien, de bomen, de vruchten, bloemen, de vader, moeder - iedereen is aan Kṛṣṇa gehecht. Dat is Vṛndāvana. Dus dit is de replica Vṛndāvana, en daar is de echte Vṛndāvana. Dit is ook echt. In het absolute is er geen verschil. Maar voor ons begrip is daar het originele Vṛndāvana.  


:cintāmaṇi-prakara-sadmasu kalpa-vṛkṣa-
:''cintāmaṇi-prakara-sadmasu kalpa-vṛkṣa-''
:lakṣāvṛteṣu surabhīr abhipālayantam
:''lakṣāvṛteṣu surabhīr abhipālayantam''
:lakṣmī-sahasra-śata-sambhrama-sevyamānaṁ
:''lakṣmī-sahasra-śata-sambhrama-sevyamānaṁ''
:govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi
:''govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi''
:(Bs. 5.29)
:(Bs. 5.29)
:veṇuṁ kvaṇantam aravinda-dalāyatākṣaṁ
:''veṇuṁ kvaṇantam aravinda-dalāyatākṣaṁ''
:barhāvataṁsam asitāmbuda-sundarāṅgam
:''barhāvataṁsam asitāmbuda-sundarāṅgam''
:kandarpa-koṭi-kamanīya-viśeṣa-śobhaṁ
:''kandarpa-koṭi-kamanīya-viśeṣa-śobhaṁ''
:govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi
:''govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi''
:(Bs. 5.30)
:(Bs. 5.30)
 
Maar  voor  ons  begrip  is  er  het  originele  Vṛndāvana, Dit is de beschrijvingGoloka Vṛndāvana.  
Dit is de beschrijving van Goloka Vṛndāvana.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 22:39, 1 October 2020



Lecture on BG 7.1 -- Bombay, December 20, 1975

Dus Kṛṣṇa instrueert de Bhagavad-gītā persoonlijk om Hem te begrijpen, dus we moeten hiervan profiteren, anders missen we de kans van deze menselijke levensvorm. Kṛṣṇa onderwijst de Bhagavad-gītā niet aan een paar katten en honden. Hij onderwijst aan de meest invloedrijke persoon, imaṁ rājarṣayo viduḥ. Dus de Bhagavad-gītā is bedoeld voor de rājarṣi, de heel rijke en heel luxueus maar tegelijkertijd heilige personen. Voorheen waren alle koningen rājarṣi. Rāja en ṛṣi gecombineerd. Dus de Bhagavad-gītā is niet bedoeld voor de schooier klasse. Het dient te worden begrepen door de leiders van de samenleving; yad yad ācarati śreṣṭhas tat tad evetaro janaḥ (BG 3.21). Dus degenen die beweren de leiders van de samenleving te zijn, moeten van de Bhagavad-gītā leren hoe een werkelijk en praktisch leider te worden, en dat zal voordelig voor de samenleving zijn. En als we de instructies van de Bhagavad-gītā en Kṛṣṇa volgen, dan zullen alle problemen opgelost worden. Het is geen sektarische religieus gevoel of fanatisme. Dat is het niet. Het is een wetenschap - sociale wetenschap, politieke wetenschap, culturele wetenschap. Alles is er.

Dus ons verzoek is dat ieder van jullie guru wordt. Dat is de opdracht van Caitanya Mahāprabhu. Hij wil dat iedereen een guru wordt. Hoe? Dat zegt Hij:

yāre dekha tāre kaha 'kṛṣṇa'-upadeśa
āmāra ājñāya guru hañā tāra' ei deśa
(CC Madhya 7.128)

Dit is guru. Stel dat je een familielid bent. Zoveel levende wezens, je zonen, je dochters, je schoondochter, of kinderen, je kan hun guru worden. Precies zoals hier kan je in de avond zitten en over de Bhagavad-gītā praten, yāre dekha tāre kaha kṛṣṇa-upadeśa (CC Madhya 7.128). Je hoeft niets te vervaardigen. De instructie is er al; je herhaalt het gewoon en laat hun horen - je wordt guru. Het is helemaal niet moeilijk. Dus dat is onze prediking. We willen niet alleen guru worden, maar we willen op zo'n manier prediken dat iedereen in zijn omgeving guru kan worden. Iedereen kan dat doen. Zelfs een koelie kan dat ook, hij heeft familie, hij heeft vrienden, dus zelfs al is hij analfabeet, hij kan de instructies van Kṛṣṇa horen en hij kan hetzelfde prediken. Dat willen we. En we nodigen alle respectabele heren, leiders, uit om dit te leren. Het is heel eenvoudig: man-manā bhava mad-bhakto mad-yājī māṁ namaskuru (BG 18.65). En Hij verzekert; mām evaiṣyasi, "Je komt tot Mij," door deze opdracht van Kṛṣṇa uit te voeren. Yad gatvā na nivartante tad dhāma paramaṁ mama (BG 15.6). Tyaktvā dehaṁ punar janma naiti mām eti kaunteya (BG 4.9). Heel gemakkelijk iets.

Dus ons enige verzoek is dat de leiders van de samenleving de leringen van de Bhagavad-gītā heel serieus aannemen, het zelf leren en aan anderen onderwijzen. Dat is de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging. Het is helemaal niet moeilijk, het is heel gemakkelijk. Iedereen kan het doen. Maar het resultaat zal zijn dat zodra de mensen Kṛṣṇa begrijpen; janma karma ca me divyaṁ yo jānāti tattvataḥ (BG 4.9), het resultaat voor iedereen die Kṛṣṇa begrijpt is; tyaktvā dehaṁ punar janma naiti ... Na het opgeven van dit lichaam krijgt hij geen materieel lichaam meer. Hij blijft in zijn spirituele identiteit en geniet van het gezelschap van Kṛṣṇa. Dat is Vṛndāvana. Gopījana-vallabha. Kṛṣṇa, Vṛndāvana betekent dat Kṛṣṇa het centrum is. Hij is het liefdevolle doel van iedereen. De gopī's, de koeherdersjongens, de kalveren, de koeien, de bomen, de vruchten, bloemen, de vader, moeder - iedereen is aan Kṛṣṇa gehecht. Dat is Vṛndāvana. Dus dit is de replica Vṛndāvana, en daar is de echte Vṛndāvana. Dit is ook echt. In het absolute is er geen verschil. Maar voor ons begrip is daar het originele Vṛndāvana.

cintāmaṇi-prakara-sadmasu kalpa-vṛkṣa-
lakṣāvṛteṣu surabhīr abhipālayantam
lakṣmī-sahasra-śata-sambhrama-sevyamānaṁ
govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi
(Bs. 5.29)
veṇuṁ kvaṇantam aravinda-dalāyatākṣaṁ
barhāvataṁsam asitāmbuda-sundarāṅgam
kandarpa-koṭi-kamanīya-viśeṣa-śobhaṁ
govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi
(Bs. 5.30)

Dit is de beschrijving van Goloka Vṛndāvana.