NL/Prabhupada 0384 - Het commentaar bij Gauranga Bolite Habe

Revision as of 16:36, 9 February 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0384 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1969 Category:NL-Quotes - Pur...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Purport to Gauranga Bolite Habe -- Los Angeles, January 5, 1969

Dit is een lied gezongen door Narottama dāsa Ṭhākura. Hij zegt: "Wanneer zal die dag komen, dat ik gewoon de naam van Heer Caitanya's zal zingen, en er zullen rillingen op mijn lichaam zijn?" Gaurāṅga bolite habe pulaka-śarīra. Pulaka-śarīra betekent rillingen op het lichaam. Wanneer men feitelijk is gelegen op het transcendentale platform, soms zijn er acht soorten symptomen: huilen, praten als een gek, en rillingen op het lichaam, dansen zonder andere mensen je iets kunnen schelen... Deze symptomen ontwikkelen zich automatisch. Ze worden niet kunstmatig geoefend. Dus Narottama dāsa Ṭhākura jaagt die dag na, niet dat men het kunstmatig moet imiteren. Dat beveelt hij niet aan. Hij zegt: "Wanneer zal die dag komen, zodat simpelweg door het uitspreken van de naam van de Heer Caitanya, zullen er rillingen over mijn lichaam zijn?" Gaurāṅga bolite habe pulaka-śarīra. En hari hari bolite: "En zodra ik chant 'Hari Hari,' of 'Hare Kṛṣṇa,' zullen de tranen met bakken naar beneden uit mijn ogen komen." Hari hari bolite nayane ba'be nīra. Nīra betekent water. Op dezelfde manier zei Caitanya Mahāprabhu ook "Wanneer zal die dag komen?" We moeten gewoon streven. Maar als, door de genade van Kṛṣṇa, we dat stadium kunnen bereiken, zullen deze symptomen vanzelf komen. Maar Narottama dāsa Ṭhākura zegt dat het niet mogelijk is, om dat stadium te bereiken zonder te worden bevrijd van materiaal genegenheid.

Daarom zegt hij, āra kabe nitāi-cander, koruṇā hoibe: "Wanneer zal die dag komen, wanneer Heer Nityānanda's genade zal worden geschonken aan mij zo dat..." Viṣaya chāḍiyā. Āra kabe nitāi-cander koruṇā hoibe, saṁsāra-bāsanā mora kabe tuccha ha'be. Saṁsāra-bāsanā betekent het verlangen naar materieel genot. Saṁsāra-bāsanā mora kabe tuccha ha'be: "Wanneer zal mijn verlangen naar materieel genot onbeduidend zijn, niet belangrijk." Tuccha. Tuccha betekent een ding dat we geen waarde toerekenen: "Gooi het weg" Op dezelfde manier, spirituele vooruitgang is mogelijk wanneer men ervan overtuigd is, dat "Deze materiële wereld en materieel geluk heeft geen waarde. Het kan me geen echte gelukzaligheid van het leven geven." Deze overtuiging is heel erg nodig. Saṁsāra-bāsanā mora kabe tuccha ha'be. En hij zegt ook dat "Wanneer zal ik vrij zijn van de verlangens van materieel plezier, dan zal het mogelijk zijn om de ware aard van Vṛndāvana te zien." Viṣaya chāḍiyā kabe śuddha ha'be mana: "Wanneer wordt mijn geest volledig gezuiverd, onbesmet van de materiële besmetting, op dat moment zal het mogelijk zijn voor mij om te zien wat Vṛndāvana is." Met andere woorden, men kan niet met geweld naar Vṛndāvana gaan en er wonen, om dat transcendentale gelukzaligheid te bereiken. Nee. Men moet zijn geest bevrijden van alle materiële verlangens. Dan kan men wonen in Vṛndāvana en genieten van haar residentiële voordeel. Dus Narottama dāsa Ṭhākura zegt dat. Viṣaya chāḍiyā kabe, śuddha ha'be mana: "Wanneer zal mijn geest worden bevrijd van de verontreiniging van dit materieel plezier en zal ik gezuiverd worden, dan zal het mogelijk zijn voor mij om Vṛndāvana te zien zoals ze is." Anders is het niet mogelijk.

En hij zegt nogmaals, dat naar Vṛndāvana gaan betekent het transcendentale spel en vermaak van Rādhā en Kṛṣṇa begrijpen. Hoe zal dit mogelijk zijn? Dus zegt hij, rūpa-raghunātha-pade hoibe ākuti. Rūpa, Rūpa Gosvāmī, te beginnen vanaf Rūpa Gosvāmī naar Raghunātha dāsa Gosvāmī, Er waren zes Gosvāmīs: Rūpa, Sanātana, Gopāla Bhaṭṭa, Raghunātha Bhaṭṭa, Jīva Gosvāmī, Raghunātha dāsa Gosvāmī. Dus zegt hij, rūpa-raghunātha-pade: "Begin van Rūpa Gosvāmī naar Raghunātha dāsa Gosvāmī," pade, "Aan hun lotus voeten. Toen ik zal te popelen om aan hun lotusvoeten te worden gehecht..." Rūpa-raghunātha-pade, hoibe ākuti. Âkûti, gretigheid. Wat is dat enthousiasme? Dat betekent dat Rādhā-Kṛṣṇa te begrijpen door middel van de leiding van de Gosvāmīs. Men moet niet proberen om Rādhā-Kṛṣṇa te begrijpen door zijn eigen inspanning. Dat zal hem niet helpen. Zoals deze Gosvāmīs, ze hebben ons richting gegeven, net als Bhakti-rasāmṛta-sindhu, dus men moet volgen, stap voor stap, om hoe vooruitgang te boeken. Dan zal er een gelukkige dag zijn, wanneer we in staat zullen zijn om te begrijpen, wat het spel en vermaak of liefdevolle zaken tussen Rādhā en Kṛṣṇa is. Anders, als we het als een gewone jongen en meisje opvatten, hun liefdevolle gevoelens beantwoorden, dan zullen we het verkeerd begrijpen. Dan zal er de productie van prakṛta-sahajiyā zijn, slachtoffers van Vṛndāvana.

Dus Narottama dāsa Ṭhākura geeft ons de richting, hoe men het hoogste niveau van perfectie kan bereiken door te associëren met Rādhā en Kṛṣṇa. Het eerste ding is dat men erg moet zijn gehecht aan Śrī Caitanya Mahāprabhu. Dat zal ons leiden. Omdat Hij kwam om het begrip van het Kṛṣṇa-bewustzijn te leveren, Daarom moet men zich in de eerste plaats overgeven aan Śrī Caitanya Mahāprabhu. Door overgave aan Śrī Caitanya Mahāprabhu, zal Nityānanda Prabhu blij zijn, en door Zijn welgevalligheid, zullen wij worden bevrijd van materiële verlangens. En als er geen materiële verlangens meer zijn, dan zullen we in staat zijn om Vṛndāvana binnen te gaan. En na het binnengaan in Vṛndāvana, als we staan ​​te popelen om de zes Gosvāmīs te dienen, dan kunnen we het platform van het spel en vermaak van Radha en Kṛṣṇa begrijpen en bereiken.