NL/Prabhupada 0405 - De demonen kunnen niet begrijpen dat God een persoon kan zijn. Dat is demonisch

Revision as of 15:50, 29 January 2021 by Vanibot (talk | contribs) (Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Lecture on SB 7.7.30-31 -- Mombassa, September 12, 1971

De demonen kunnen niet begrijpen dat God een persoon kan zijn. Dat is demonisch. Ze kunnen niet ... Omdat ze het niet kunnen begrijpen, de moeilijkheid is dat een demon God probeert te begrijpen door met zichzelf te vergelijken. Dat is het verhaal van dr. Kikker.

Dr. Kikker probeert de Atlantische oceaan te begrijpen door die te vergelijken met zijn waterput van een meter, dat is alles. Wanneer hem verteld wordt over de Atlantische oceaan vergelijkt hij het gewoon met zijn beperkte ruimte. Het kan vier meter zijn, of het kan vijf meter zijn, het kan tien meter zijn, omdat hij zich in één meter bevindt. Zijn vriend vertelde: "Oh, ik heb een reservoir met water gezien, heel uitgestrekt water." Dus de uitgestrektheid, hij is gewoon aan het gissen, "Hoe groot kan de uitgestrektheid zijn? Mijn waterput is één meter, het kan vier of vijf meter zijn," hij gaat maar door met denken. Maar hij kan miljoenen meters gaan, toch is het groter. Dat is iets anders.

Daarom, atheïstische personen, demonen, denken op hun eigen manier hoe God, Kṛṣṇa, kan zijn, Kṛṣṇa kan zo zijn, Kṛṣṇa kan zo zijn. Over het algemeen denken ze dat ze zelf Kṛṣṇa zijn. Hoe zeggen ze dat? Kṛṣṇa is niet groot. Zij geloven niet dat God groot is. Hij denkt dat God net zo goed is als ik, ik ben ook God. Dit is demonisch.