NL/Prabhupada 0406 - Iedereen die de wetenschap van Krishna kent kan spiritueel leraar zijn: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0406 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1967 Category:NL-Quotes - Con...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, San Francisco]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, San Francisco]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0405 - De demonen kunnen niet begrijpen dat God een persoon kan zijn. Dat is demonisch|0405|NL/Prabhupada 0407 - Levensverhaal van Haridasa is dat Hij geboren was in een mohammedaanse familie|0407}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|ih7gZ7CMe0o|Iedereen die de wetenschap van Krishna weet kan spiritueel meester worden <br/>- Prabhupāda 0406}}
{{youtube_right|RQMtLDAoLZI|Iedereen die de wetenschap van Krishna kent kan spiritueel leraar zijn <br/>- Prabhupāda 0406}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/670405LC.SF_clip5.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/670405LC.SF_clip5.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Prabhupāda: De eerste scène zal het bezoek van Vijaya Nṛsiṁha Garh tempel zijn.  
Prabhupāda: De eerste scène is het bezoek aan de Vijaya Nṛsiṁha Garh tempel.  


Hayagriva: Vijaya...  
Hayagrīva: Vijaya ...


Prabhupāda: Vijaya Nṛsiṁha Garh.  
Prabhupāda: Vijaya Nṛsiṁha Garh.  


Hayagriva: Ik zal de spelling van deze later krijgen van u.  
Hayagriva: Ik zal de spelling hiervan later van u krijgen.  


Prabhupāda: Ik spel het. V-i-j-a-y N-r-i-s-i-n-g-a-G-a-r-h. Vijaya Nṛsiṁha Garh tempel. Dit is in de buurt van de moderne Visakhapatnam scheepswerf. Er is een zeer grote Indiase scheepswerf, Visakhapatnam. Vroeger was het niet Visakhapatnam. Dus daar in de buurt, op vijf mijl afstand van dat station daar is die mooie tempel op de heuvel. Dus ik denk dat het landschap van die tempel er kan zijn, en Chaitanya Mahāprabhu's bezocht die tempel. En na die tempel, ging Hij naar de oever van de rivier Godavari. Net als de rivier de Ganges is zeer heilige rivier is, op dezelfde manier zijn er anderen, vier andere rivieren. Yamuna, Godavari, Kṛṣṇa, Narmada. Ganga, Yamuna, Godavari, Narmada, en Kṛṣṇa. Deze vijf rivieren worden als zeer heilig beschouwd. Dus Hij ging naar de oever van Godavari, en Hij nam Zijn bad, en zat op een mooie plek onder een boom, en chantte Hare Kṛṣṇa Hare Kṛṣṇa. In de tussentijd zag Hij dat er een grote stoet kwam, en dat zou het scenario van deze... In die processie... Voorheen de koningen en stadhouders, ze namen een ​​bad in de Ganges met hun parafernalia, band feestje en vele brāhmaṇas en allerlei charitatieve dingen. Op deze manier namen ze een bad. Dus Heer Caitanya zag dat er iemand in die grote optocht was, Hij werd verteld over Rāmānanda Rāya, de gouverneur van de provincie Madras. Sārvabhauma Bhaṭṭācārya verzocht Hem dat "Je gaat naar Zuid-India. U moet Rāmānanda Rāya ontmoeten. Hij is een groot toegewijde." Dus toen Hij op de oever van de Kaveri zat en Rāmānanda Rāya kwam in processie, Hij begreep dat hij Rāmānanda Rāya was. Maar omdat Hij sannyāsī was, sprak Hij hem niet aan. Maar Rāmānanda Rāya, hij was een groot toegewijde, en zag een aardige sannyāsī, jonge sannyāsī zat en was Hare Kṛṣṇa aan het chanten. In het algemeen, de sannyāsīs chanten geen Hare Kṛṣṇa. Zij, "Oṁ, oṁ..." Gewoon oṁ. Geen Hare Kṛṣṇa.  
Prabhupāda: Ik spel het. V-i-j-a-y N-r-i-s-i-n-g-a-G-a-r-h. Vijaya Nṛsiṁha Garh tempel. Dit is in de buurt van de huidige Visakhapatnam scheepswerf. Er is een heel grote Indiase scheepswerf, Visakhapatnam. Vroeger was het niet Visakhapatnam. Dus daar in de buurt, op acht kilometer van het station, is die mooie tempel op de heuvel.  


Hayagriva: Wat bedoelt u met dat Hij hem niet aansprak omdat Hij een sannyāsī was?
Dus ik denk dat de tempel scène daar zal zijn, en Caitanya Mahāprabhu bezoekt die tempel. En na die tempel ging Hij naar de oever van de rivier de Godavari. Net zoals de rivier de Ganges heel heilig is, zo zijn er nog vier andere rivieren. Yamuna, Godavari, Kṛṣṇa, Narmada. Ganga, Yamuna, Godavari, Narmada en Kṛṣṇa. Deze vijf rivieren worden als heel heilig gezien. Dus Hij kwam bij de oever van de Godavari en Hij nam Zijn bad en Hij zat op een fijne plek onder een boom en chantte Hare Kṛṣṇa Hare Kṛṣṇa. In de tussentijd zag Hij dat er een grote optocht aankwam. en dat moet het toneel zijn van deze ... In die optocht ... Voorheen namen de koningen en bestuurders een ​​bad in de Ganges met hun entourage, muzikanten en vele ''brāhmaṇa's'' en allerlei dingen om weg te geven. Op deze manier namen ze een bad.


Prabhupāda: Sannyāsīn, de beperking is de dat de sannyāsī niet mag bedelen van pound-shilling man of hen te zien. Dat is een beperking. Vrouwen en mannen ponden-shilling-pence.  
Dus Heer Caitanya zag iemand in die grote optocht komen, en Hem werd verteld over Rāmānanda Rāya, de gouverneur van de provincie Madras. Sārvabhauma Bhaṭṭācārya verzocht Hem: "U gaat naar Zuid-India. Dan moet U Rāmānanda Rāya ontmoeten. Hij is een groot toegewijde." Dus toen Hij op de oever van de Kaveri zat en Rāmānanda Rāya in een optocht aankwam begreep Hij dat het Rāmānanda Rāya was. Maar omdat Hij een ''sannyāsī'' was sprak Hij hem niet aan. Maar Rāmānanda Rāya was een groot toegewijde en hij zag een sympathieke jonge ''sannyāsī'' Hare Kṛṣṇa zitten chanten. In het algemeen chanten de ''sannyāsī's'' geen Hare Kṛṣṇa. Zij, "''Oṁ, oṁ'' ..." Alleen ''oṁ'', geen ''Hare Kṛṣṇa''.  


Hayagriva: Maar ik dacht dat Rāmānanda Rāya een toegewijde was.
Hayagriva: Wat bedoelt u met dat Hij hem niet aansprak omdat Hij een ''sannyāsī'' was?


Prabhupāda: Maar hij was toegewijde, maar ongetwijfeld, maar naar buiten toe was hij een gouverneur. Naar buiten toe. Dus Caitanya Mahāprabhu ging niet naar hem toe, maar hij begreep dat "Hier is een aardige sannyāsī." Hij kwam naar beneden en bood zijn respect aan en ging voor Hem zitten. En er waren kennissen en Heer Caitanya zei dat "Bhaṭṭācārya heeft Me al vertelde over jou. Je bent een groot toegewijde. Dus ik ben gekomen om u te zien." En toen antwoordde hij: "Wel, wat toegewijde? Ik ben een pond shilling man, politicus. Maar Bhaṭṭācārya is erg aardig voor me dat hij Uwe Heiligheid heeft gevraagd om mij te zien. Dus als U bent gekomen, wilt U zo vriendelijk, vriendelijk zijn om mij te verlossen van dit materiele māyā." Dus was er benoeming van de tijd van Rāmānanda Rāya, en beiden ontmoetten elkaar weer in de avond, en er was discussie over, ik bedoel te zeggen, spirituele vooruitgang van het leven. Heer Caitanya vroeg van hem en Rāmānanda Rāya antwoordde. Natuurlijk, dat is een lang verhaal, hoe Hij vroeg en hoe hij antwoordde.  
Prabhupāda: ''Sannyāsīn'', de restrictie is dat de ''sannyāsī'' niet mag bedelen bij een zakenman of hun zien. Dat is een restrictie.
Vrouwen en zakenmensen.  


Hayagrīva: Rāmānanda Rāya.  
Hayagriva: Maar ik dacht dat Rāmānanda Rāya een toegewijde was.


Prabhupāda: Ja.  
Prabhupāda: Maar hij was ongetwijfeld een toegewijde, maar uiterlijk was hij een gouverneur. Uiterlijk. Dus Caitanya Mahāprabhu ging niet naar hem toe. Maar hij begreep dat: "Hier is een sympathieke ''sannyāsī''." Hij kwam naar beneden en bood zijn eerbetuigingen aan en ging voor Hem zitten. En ze maakten kennis en Heer Caitanya zei dat: "Bhaṭṭācārya heeft Mij al over jou verteld. Je bent een groot toegewijde. Dus Ik ben je komen opzoeken." En toen antwoordde hij: "Wel, wat voor toegewijde? Ik ben een zakenman en politicus. Maar Bhaṭṭācārya is heel aardig voor me dat hij Uwe Heiligheid gevraagd heeft om mij te komen zien. Dus sinds U gekomen bent, wilt U me alstublieft verlossen van deze materiële ''māyā''." Dus er werd een tijdstip afgesproken met Rāmānanda Rāya, en ze hadden weer een ontmoeting in de avond en er was een discussie over spirituele vooruitgang in het leven. Heer Caitanya stelde hem vragen en Rāmānanda Rāya antwoordde. Dat is natuurlijk een lang verhaal, hoe Hij vragen stelde en hoe hij antwoordde.
 
Hayagrīva: Rāmānanda Rāya.
 
Prabhupāda: Ja.


Hayagrīva: Nou, is dat belangrijk? Dat is de scène van de ontmoeting.  
Hayagrīva: Nou, is dat belangrijk? Dat is de scène van de ontmoeting.  


Prabhupāda: Ontmoeting, ontmoeting, die discussie zou je willen geven?  
Prabhupāda: Ontmoeting, die discussie wil je weergeven?
 
Hayagrīva: Nou, als het in de scène moet worden weergegeven dan is het belangrijk. Wilt u dat ik de discussie vertolk?  


Hayagrīva: Nou, als het is om te worden weergegeven in de scène is het belangrijk. Wil u dat ik de discussie weergeef?
Prabhupāda: Belangrijk is de scène waar hij Rāmānanda Rāya ontmoette, hij kwam in een optocht, dat was een mooi decor. Deze dingen zijn al compleet. Nu wat de gesprekken betreft, de samenvatting van het gesprek was ...


Prabhupāda: Belangrijk is de scène dat Hij Rāmānanda Rāya ontmoette, hij was in processie, dat was een mooie scene. Deze dingen zijn al voltooid. Nu wat betreft de gesprekken, de samenvatting van het gesprek was...  
Hayagrīva: Geef me alleen de korte samenvatting.  


Hayagrīva: Geef me de korte samenvatting.  
Prabhupāda: Korte samenvatting. In deze scène werd Caitanya Mahāprabhu de student. Niet echt student. Hij vroeg en Rāmānanda Rāya antwoordde. Dus het belang van de scène is dat Caitanya Mahāprabhu de formaliteit niet volgt, alleen de ''sannyāsī's'' zouden spiritueel leraar moeten zijn. Iedereen die de wetenschap van Kṛṣṇa kent kan spiritueel leraar zijn. En om dit voorbeeld praktisch te laten zien, hoewel Hij ''sannyāsī'' en ''brāhmaṇa'' was en Rāmānanda Rāya was een ''śūdra'' en ''gṛhastha'', huisvader, toch gedroeg Hij Zich als een student en stelde vragen aan Rāmānanda Rāya. Rāmānanda Rāya voelde enige aarzeling dat: "Hoe kan ik de positie van een leraar aannemen bij een ''sannyāsī''?" Toen antwoordde Caitanya Mahāprabhu: "Nee, nee, aarzel niet." Hij verklaarde dat iemand een ''sannyāsī'' of een huisvader kan zijn, of iemand kan een ''brāhmaṇa'' of ''śūdra'' zijn, het maakt niet uit. Iedereen die de wetenschap van Kṛṣṇa kent kan de positie van leraar aannemen. Dus dat was Zijn geschenk. Want in de Indiase samenleving wordt gewoon aangenomen dat de ''brāhmaṇa'' en de ''sannyāsī'' een spiritueel leraar kunnen zijn. Maar Caitanya Mahāprabhu zei: "Nee. Iedereen kan spiritueel leraar worden, mits hij bekend is met de wetenschap."


Prabhupāda: Korte samenvatting. In deze scène werd Chaitanya Mahāprabhu de student. Niet precies student. Hij informeerde en Rāmānanda Rāya beantwoordde. Dus het belang van de scène is dat Chaitanya Mahāprabhu de formaliteit niet volgt, alleen de sannyāsīs moeten de spiritueel leraar zijn. Iedereen die de wetenschap van Kṛṣṇa kent, kan geestelijk leraar zijn. En om dit voorbeeld praktisch te laten zien, hoewel hij sannyāsī en brāhmaṇa was en Rāmānanda Rāya was een śūdra en een grhastha, gezinshoofd, Hij werd als een student en vroeg Rāmānanda Rāya Rāmānanda Rāya voelde wat ik bedoel te zeggen, dat de aarzeling "Hoe kan ik de positie van een leraar aan een sannyāsī opnemen?" Dan antwoordde Chaitanya Mahāprabhu , "Nee, nee. Aarzel niet." Hij verklaarde dat je een sannyāsī kan zijn of hij kan gezinshoofd zijn of men kan een brāhmaṇa of śūdra zijn, het maakt niet uit. Iedereen die de wetenschap van Kṛṣṇa kent, kan de plaats van de leraar innemen. Dus dat was Zijn, ik bedoel te zeggen, cadeau. Omdat in de Indiase samenleving, is het gewoon dat de brāhmaṇas en de sannyāsī spiritueel leraar zijn. Maar Chaitanya Mahāprabhu zei: "Nee Iedereen kan spirituele meester worden, op voorwaarde dat hij vertrouwd is met de wetenschap." En de samenvatting van de discussie was hoe om zich te verheffen in de hoogste volmaaktheid van de liefde van God. En dat de liefde van God werd beschreven, bestond, ik bedoel te zeggen, superexcellently in Rādhārāṇī. Dus in de bhāva, met de kenmerken van Rādhārāṇī. En Rāmānanda Rāya, met de kenmerken van Rādhārāṇī's metgezellen Lalitā-sakhī, beiden omarmden elkaar en begonnen te dansen in extase. Dat is het einde van de scène. Beiden begonnen te dansen in extase.  
En de samenvatting van de discussie was; hoe jezelf te verheffen tot de hoogste perfectie van liefde voor God. En die liefde van God bestond super volmaakt in Rādhārāṇī. Dus in de ''bhāva'', met de kenmerken van Rādhārāṇī. En Rāmānanda Rāya, met de kenmerken van Rādhārāṇī's metgezel Lalitā-sakhī. Ze omarmden elkaar en begonnen in extase te dansen. Dat zal het einde van de scène zijn. Beiden begonnen te dansen in extase.  


Hayagrīva: Rāmānanda Rāya.  
Hayagrīva: Rāmānanda Rāya.


Prabhupāda: En Chaitanya Mahāprabhu.  
Prabhupāda: En Chaitanya Mahāprabhu.


Hayagrīva: Oké.  
Hayagrīva: Oké.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 15:50, 29 January 2021



Discourse on Lord Caitanya Play Between Srila Prabhupada and Hayagriva -- April 5-6, 1967, San Francisco

Prabhupāda: De eerste scène is het bezoek aan de Vijaya Nṛsiṁha Garh tempel.

Hayagrīva: Vijaya ...

Prabhupāda: Vijaya Nṛsiṁha Garh.

Hayagriva: Ik zal de spelling hiervan later van u krijgen.

Prabhupāda: Ik spel het. V-i-j-a-y N-r-i-s-i-n-g-a-G-a-r-h. Vijaya Nṛsiṁha Garh tempel. Dit is in de buurt van de huidige Visakhapatnam scheepswerf. Er is een heel grote Indiase scheepswerf, Visakhapatnam. Vroeger was het niet Visakhapatnam. Dus daar in de buurt, op acht kilometer van het station, is die mooie tempel op de heuvel.

Dus ik denk dat de tempel scène daar zal zijn, en Caitanya Mahāprabhu bezoekt die tempel. En na die tempel ging Hij naar de oever van de rivier de Godavari. Net zoals de rivier de Ganges heel heilig is, zo zijn er nog vier andere rivieren. Yamuna, Godavari, Kṛṣṇa, Narmada. Ganga, Yamuna, Godavari, Narmada en Kṛṣṇa. Deze vijf rivieren worden als heel heilig gezien. Dus Hij kwam bij de oever van de Godavari en Hij nam Zijn bad en Hij zat op een fijne plek onder een boom en chantte Hare Kṛṣṇa Hare Kṛṣṇa. In de tussentijd zag Hij dat er een grote optocht aankwam. en dat moet het toneel zijn van deze ... In die optocht ... Voorheen namen de koningen en bestuurders een ​​bad in de Ganges met hun entourage, muzikanten en vele brāhmaṇa's en allerlei dingen om weg te geven. Op deze manier namen ze een bad.

Dus Heer Caitanya zag iemand in die grote optocht komen, en Hem werd verteld over Rāmānanda Rāya, de gouverneur van de provincie Madras. Sārvabhauma Bhaṭṭācārya verzocht Hem: "U gaat naar Zuid-India. Dan moet U Rāmānanda Rāya ontmoeten. Hij is een groot toegewijde." Dus toen Hij op de oever van de Kaveri zat en Rāmānanda Rāya in een optocht aankwam begreep Hij dat het Rāmānanda Rāya was. Maar omdat Hij een sannyāsī was sprak Hij hem niet aan. Maar Rāmānanda Rāya was een groot toegewijde en hij zag een sympathieke jonge sannyāsī Hare Kṛṣṇa zitten chanten. In het algemeen chanten de sannyāsī's geen Hare Kṛṣṇa. Zij, "Oṁ, oṁ ..." Alleen oṁ, geen Hare Kṛṣṇa.

Hayagriva: Wat bedoelt u met dat Hij hem niet aansprak omdat Hij een sannyāsī was?

Prabhupāda: Sannyāsīn, de restrictie is dat de sannyāsī niet mag bedelen bij een zakenman of hun zien. Dat is een restrictie. Vrouwen en zakenmensen.

Hayagriva: Maar ik dacht dat Rāmānanda Rāya een toegewijde was.

Prabhupāda: Maar hij was ongetwijfeld een toegewijde, maar uiterlijk was hij een gouverneur. Uiterlijk. Dus Caitanya Mahāprabhu ging niet naar hem toe. Maar hij begreep dat: "Hier is een sympathieke sannyāsī." Hij kwam naar beneden en bood zijn eerbetuigingen aan en ging voor Hem zitten. En ze maakten kennis en Heer Caitanya zei dat: "Bhaṭṭācārya heeft Mij al over jou verteld. Je bent een groot toegewijde. Dus Ik ben je komen opzoeken." En toen antwoordde hij: "Wel, wat voor toegewijde? Ik ben een zakenman en politicus. Maar Bhaṭṭācārya is heel aardig voor me dat hij Uwe Heiligheid gevraagd heeft om mij te komen zien. Dus sinds U gekomen bent, wilt U me alstublieft verlossen van deze materiële māyā." Dus er werd een tijdstip afgesproken met Rāmānanda Rāya, en ze hadden weer een ontmoeting in de avond en er was een discussie over spirituele vooruitgang in het leven. Heer Caitanya stelde hem vragen en Rāmānanda Rāya antwoordde. Dat is natuurlijk een lang verhaal, hoe Hij vragen stelde en hoe hij antwoordde.

Hayagrīva: Rāmānanda Rāya.

Prabhupāda: Ja.

Hayagrīva: Nou, is dat belangrijk? Dat is de scène van de ontmoeting.

Prabhupāda: Ontmoeting, die discussie wil je weergeven?

Hayagrīva: Nou, als het in de scène moet worden weergegeven dan is het belangrijk. Wilt u dat ik de discussie vertolk?

Prabhupāda: Belangrijk is de scène waar hij Rāmānanda Rāya ontmoette, hij kwam in een optocht, dat was een mooi decor. Deze dingen zijn al compleet. Nu wat de gesprekken betreft, de samenvatting van het gesprek was ...

Hayagrīva: Geef me alleen de korte samenvatting.

Prabhupāda: Korte samenvatting. In deze scène werd Caitanya Mahāprabhu de student. Niet echt student. Hij vroeg en Rāmānanda Rāya antwoordde. Dus het belang van de scène is dat Caitanya Mahāprabhu de formaliteit niet volgt, alleen de sannyāsī's zouden spiritueel leraar moeten zijn. Iedereen die de wetenschap van Kṛṣṇa kent kan spiritueel leraar zijn. En om dit voorbeeld praktisch te laten zien, hoewel Hij sannyāsī en brāhmaṇa was en Rāmānanda Rāya was een śūdra en gṛhastha, huisvader, toch gedroeg Hij Zich als een student en stelde vragen aan Rāmānanda Rāya. Rāmānanda Rāya voelde enige aarzeling dat: "Hoe kan ik de positie van een leraar aannemen bij een sannyāsī?" Toen antwoordde Caitanya Mahāprabhu: "Nee, nee, aarzel niet." Hij verklaarde dat iemand een sannyāsī of een huisvader kan zijn, of iemand kan een brāhmaṇa of śūdra zijn, het maakt niet uit. Iedereen die de wetenschap van Kṛṣṇa kent kan de positie van leraar aannemen. Dus dat was Zijn geschenk. Want in de Indiase samenleving wordt gewoon aangenomen dat de brāhmaṇa en de sannyāsī een spiritueel leraar kunnen zijn. Maar Caitanya Mahāprabhu zei: "Nee. Iedereen kan spiritueel leraar worden, mits hij bekend is met de wetenschap."

En de samenvatting van de discussie was; hoe jezelf te verheffen tot de hoogste perfectie van liefde voor God. En die liefde van God bestond super volmaakt in Rādhārāṇī. Dus in de bhāva, met de kenmerken van Rādhārāṇī. En Rāmānanda Rāya, met de kenmerken van Rādhārāṇī's metgezel Lalitā-sakhī. Ze omarmden elkaar en begonnen in extase te dansen. Dat zal het einde van de scène zijn. Beiden begonnen te dansen in extase.

Hayagrīva: Rāmānanda Rāya.

Prabhupāda: En Chaitanya Mahāprabhu.

Hayagrīva: Oké.