NL/Prabhupada 0407 - Levensverhaal van Haridasa is dat Hij geboren was in een mohammedaanse familie

Revision as of 17:27, 21 February 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0407 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1967 Category:NL-Quotes - Con...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Discourse on Lord Caitanya Play Between Srila Prabhupada and Hayagriva -- April 5-6, 1967, San Francisco

Prabhupāda: In de tussentijd kwam er een ​​brāhmaṇa en nodigde Heer Caitanya uit dat, "Ik heb alle sannyāsīns van Benares uitgenodigd, maar ik weet dat je niet deze Māyāvādī sannyāsīs wilt ontmoeten, maar toch ben ik gekomen om U uit te nodigen. U aanvaardt vriendelijk mijn uitnodiging." Dus Chaitanya Mahāprabhu zag deze kans om Prakāśānanda Sarasvatī te ontmoeten. Hij accepteerde zijn uitnodiging, en er was een ontmoeting, en er was bespreking van Vedānta-sūtra met Prakāśānanda Sarasvatī, en toen maakte Hij een ​​Vaisnava van hem. Dat is een ander incident.

Hayagrīva: Hoe oud is deze man?

Prabhupāda: Prakāśānanda Sarasvatī? Hij was ook een oude man. Niet minder dan zestig jaar oud. Ja.

Hayagrīva: En wat was zijn rol ook alweer in de stad? Wat was hij... Was hij een Vedantist?

Prabhupāda: Prakāśānanda Sarasvatī. Hij was een Māyāvādī sannyāsī. Hij accepteerde Chaitanya Mahāprabhu's principe en hij bood zijn respect aan. Hij raakte Zijn voeten aan. En hij sloot zich ook aan. Maar er is geen melding van gemaakt dat hij officieel een Vaisnava werd, maar hij aanvaardde de filosofie van Chaitanya Mahāprabhu. Maar Sārvabhauma Bhaṭṭācārya, werd officieel een Vaisnava. Dan ontmoet Heer Haridāsa...

Hayagrīva: vijfde scene.

Prabhupāda: vijfde scene.

Hayagrīva: Dit is Haridāsa Ṭhākura?

Prabhupāda: Haridāsa Ṭhākura.

Hayagrīva: Aan wiens dood? Bij de dood van Haridāsa?

Prabhupāda: Ja. Haridāsa was een zeer oud man. Hij was Mohammedaan.

Hayagrīva: Hij was de persoon die in de rivier was gegooid.

Prabhupāda: Ja.

Hayagrīva: Dus hij ontmoet zijn einde hier, in de vijfde scene.

Prabhupāda: We zijn niet bedoeld voor deze... Natuurlijk, Haridāsa Ṭhākura heeft een apart leven, maar dat zullen we niet laten zien.

Hayagrīva: Ja. Oke. Dit bijzondere incident.

Prabhupāda: Bijzonder incident is belangrijk, dat Chaitanya Mahāprabhu een brāhmaṇa was en Hij was een sannyāsī. Volgens de sociale gewoonte zou Hij niet eens een Mohammedaan aanraken, maar dit Haridāsa Ṭhākura was een Mohammedaan, en bij zijn dood nam Hij het lichaam Zelf en danste, Hij zette hem op het kerkhof en deelde prasādam uit. En Haridāsa Ṭhākura voelde zich twee, drie dagen niet goed. Omdat hij Mohammedaan was ging hij niet de tempel van Jagannātha tempel binnen. Omdat de Hindoes zeer streng waren. Hij was toegewijde, hij vond het nooit erg. Waarom zou hij een scene moeten maken? Dus Chaitanya waardeerde zijn gedrag dat hij niet een scene wou creëren... Omdat hij toegewijde is geworden. Onder dwang was hij niet van plan om de tempel binnen te gaan. Maar Chaitanya Mahāprabhu Zelf kwam dagelijks en zag hem. Terwijl Hij een bad nam in de zee, zal Hij allereerst Haridāsa zien. "Haridāsa? Wat ben je aan het doen?' Haridāsa zal zijn respect aanbieden, en Hij zal zitten en praten voor bepaalde tijd. Dan zal Chaitanya Mahāprabhu Zijn bad nemen. Op deze manier, een dag, toen Hij kwam en Hij zag dat Haridāsa zich niet goed voelde. "Haridāsa? Hoe is uw gezondheid?" "Ja Mijnheer, het is niet erg... Immers, het is het lichaam." Dan op de derde dag zag Hij dat Haridāsa zijn lichaam die dag ging verlaten. Dus Chaitanya Mahāprabhu vroeg hem: "Haridāsa, wat wens je?" Beiden konden het begrijpen. Haridāsa zei dat "Dit is mijn laatste fase. Als u zo vriendelijk voor me wilt staan." Dus Chaitanya Mahāprabhu stond voor hem en hij verliet zijn lichaam. (pauze)

Hayagrīva: U zei dat...

Prabhupāda: Na zijn vertrek werd het lichaam weggenomen door Chaitanya Mahāprabhu Zelf, en andere toegewijden nam hem mee naar de kust en groeven zijn graf. Dat graf is nog steeds in Jagannātha Puri. Haridāsa Ṭhākura's samādhi, graf. Dus Chaitanya Mahāprabhu begon te dansen. Dat was de ceremonie. Want in een Vaiṣṇava ceremonie, alles is kīrtana en dans. Dus dat was de laatste ceremonie van Haridāsa Ṭhākura.

Hayagrīva: Je zei iets over dat Caitanya danste met Haridāsa?

Prabhupāda: Haridāsa lichaam. Caitanya... dood lichaam. Haridāsa's dode lichaam.

Hayagrīva: Oh, met zijn dode lichaam?

Prabhupāda: Ja. Zijn dode lichaam.

Hayagrīva Na zijn dood.

Prabhupāda: Na zijn dood.

Hayagrīva: Caitanya...

Prabhupāda: Hoewel, ik bedoel te zeggen, Haridāsa leefde, hij danste. Maar na de dood van Haridāsa, Chaitanya Mahāprabhu nam het lichaam Zelf, en begon te dansen met kīrtana. Dat betekent dat zijn begrafenis plechtigheid werd geleid door Chaitanya Mahāprabhu Zelf. Hij nam het lichaam naar de kust en op het kerkhof Hij...

Hayagrīva: Hij voerde de...

Prabhupāda: Ja. Begrafenisplechtigheid, ja.

Hayagrīva Met een kīrtana.

Prabhupāda: Met kīrtana. Kīrtana is er altijd. En na de begrafenis was er de verdeling van prasādam en kīrtana. Haridāsa Ṭhākura. Dus hier moet je een aantal gesprekken met Haridāsa laten zien, hoe gevoelvol.

Hayagriva: Oké. Zijn er nog andere... Is er nog andere informatie over Haridāsa?

Prabhupāda: De levensgeschiedenis van Haridāsa is dat hij werd geboren in een Mohammedaanse familie. Op de een of andere manier werd hij een toegewijde en chantte hij 300.000 keer, Hare Kṛṣṇa Hare Kṛṣṇa Kṛṣṇa Kṛṣṇa Hare Hare, Hare Rama Hare Rama Rama Rama Hare Hare, en Chaitanya Mahāprabhu maakte hem ācārya, de zegsman van het chanten. Daarom eren wij hem, "Nāmācārya Haridāsa Ṭhākura ki jaya." Omdat hij de ācārya was gemaakt, de zegsman van het chanten van Hare Kṛṣṇa. Toen Heer Caitanya sannyāsa nam, Haridāsa Ṭhākura wenste, dat, "Mijn lieve Heer, U verlaat Nabadwip, wat is dan het nut van mijn leven? Ofwel U neemt me mee of laat mij sterven." Dus Chaitanya Mahāprabhu zei: "Nee, waarom zul je sterven? Je gaat met me mee." Dus Hij nam hem mee naar Jagannātha Puri. Bij Jagannātha Puri, omdat hij zichzelf beschouwde als geboren in een Mohammedaanse familie, ging hij niet naar binnen. Dus Chaitanya Mahāprabhu gaf hem een ​​plaats in het huis van Kāśīnātha Miśra en daar was hij aan het chanten en Chaitanya Mahāprabhu gaf hem prasādam. Op die manier bracht hij zijn dagen door. En Chaitanya kwam dagelijks en zag hem dagelijks, en op een dag stierf hij op deze manier.