NL/Prabhupada 0430 - Chaitanya Mahaprabhu zegt dat iedere naam van God net zo krachtig is als God: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0430 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1972 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 6: Line 6:
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0429 - Krishna is de naam van God. Krishna betekent de al-aantrekkelijke, volkomen goed|0429|NL/Prabhupada 0431 - God is werkelijk de perfecte vriend van alle levende wezens|0431}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 14: Line 17:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|l4e2CG-q4Iw|Chaitanya Mahaprabhu zegt dat iedere naam van God net zo krachtig is als God<br/>- Prabhupāda 0430}}
{{youtube_right|3F_9mW4ksKg|Chaitanya Mahaprabhu zegt dat iedere naam van God net zo krachtig is als God<br/>- Prabhupāda 0430}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/720716BG.EDI_clip5.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/720716BG.EDI_clip5.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 26: Line 29:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
:nāmnām akāri bahudhā nija-sarva-śaktis
:''nāmnām akāri bahudhā nija-sarva-śaktis''
:tatrārpitā niyamitaḥ smaraṇe na kālaḥ
:''tatrārpitā niyamitaḥ smaraṇe na kālaḥ''
:etādṛśī tava kṛpā bhagavan mamāpi
:''etādṛśī tava kṛpā bhagavan mamāpi''
:durdaivam īdṛśam ihājani nānurāgaḥ
:''durdaivam īdṛśam ihājani nānurāgaḥ''
:([[Vanisource:CC Antya 20.16|CC Antya 20.16]])
:([[Vanisource:CC Antya 20.16|CC Antya 20.16]])


Chaitanya Mahāprabhu zegt dat elke naam van God net zo krachtig is als God. Omdat God absoluut is, daarom is er geen verschil met Zijn naam, vorm, spel en vermaak. Niets van God is iets anders. Dat is absolute kennis. ''Advaya-jñāna''. Dus als je de heilige naam van God chant, dat betekent dat je direct met God in contact bent. Want de naam is niet verschillend van God. Probeer het te begrijpen. Vergelijkbaar, als je vuur aanraakt zal het je branden. Het maakt niet uit of je wel of niet weet wat de kwaliteit van vuur is. Als je vuur aanraakt zal het branden. Vergelijkbaar, als je echt de heilige naam van God of chant zal die werken. Het voorbeeld is; als je een ijzeren staaf in het vuur doet dan wordt die warm, warmer, en geleidelijk aan wordt die roodgloeiend. Door de omgang met vuur wordt de ijzeren staaf vuur.  De ijzeren staaf is geen vuur. Maar door de omgang met vuur wordt het zo goed als vuur, zodat als het roodgloeiend is, waar je het aanraakt, zal de ijzeren staaf branden. Vergelijkbaar, als je jezelf altijd met God in contact houdt dan wordt je geleidelijk aan goddelijk. Je wordt God niet, maar je wordt goddelijk. En zodra je goddelijk wordt dan zullen al je goddelijke kwalificaties tevoorschijn komen.


Chaitanya  Mahāprabhu  zegt  dat  elke  naam  van  God  net  zo  krachtig  is  als  God.  Omdat  God  absoluut  is,  daarom  is  er  geen  verschil  tussen  Zijn  naam,  vorm,  spel  en  vermaak.  Niets  is  iets  anders  dan  God.  Dat  is  absolute  kennis.  Advaya-jñāna.  Dus  als  je  de  heilige  naam  van  God  zingt  of  chant,  dat  betekent  dat  je  direct  in  contact  met  God  bent.  Omdat  de  naam  niet  anders  is  dan  God.  Probeer  het  te  begrijpen.  Op  dezelfde  manier,  als  je  vuur  aanraakt,  zal  het  handelen.  Als  je  het  niet  weet,  of  het  wel  weet,  wat  de  kwaliteit  van  het  vuur  is,  het  maakt  niet  uit.  Als  je  vuur  aanraakt,  het  zal  handelen.  Op  dezelfde  manier  als  je  echt  de  heilige  naam  van  God  zingt  of  chant,  zal  het  handelen.  Het  voorbeeld  is,  net  zoals  je  zet  een  ijzeren  staaf  in  het  vuur  zet,  Het  wordt  warm,  warmer,  en  geleidelijk  aan,  het  wordt  roodgloeiend.  Door  de  associatie  met  het  vuur,  de  ijzeren  staaf  wordt  het  vuur.  De  ijzeren  staaf  is  niet  het  vuur.  Maar  door  associatie  met  het  vuur,  wordt  het  zo  goed  als  vuur,  Dus  wanneer  het  roodgloeiend  is,  waar  je  het  ook  aanraakt,  zal  de  ijzeren  staaf  branden.  Op  dezelfde  manier,  als  je  jezelf  altijd  in  contact  houdt  met  God,  dan  geleidelijk  aan,  wordt  je  goddelijk.  Je  wordt  God  niet,  maar  je  wordt  goddelijk.  En  zodra  je  goddelijk  wordt,  dan  zullen  al  je  goddelijke  kwalificaties  eruit  komen.  Dit is de wetenschap. Probeer te begrijpen. We maken  deel  uit  van God, ieder levend wezen. Je kunt  God bestuderen, wat God is, door het  bestuderen van  jezelf. Omdat ik onderdeel  ben, en net als,  uit een zak rijst,  als  je  een paar rijstkorrels neemt, zie  jeje kunt  begrijpen wat voor  kwaliteit van de rijst er  is  in de zak. Op  dezelfde  manier, God is groot, dat is in  orde. Maar als we onszelf gewoon  bestuderendan kunnen we begrijpen wat God is. Net zoals je een druppel water uit de oceaan neemt. U  kunt  begrijpen wat de chemische samenstelling van de oceaan is. Je kan het begrijpen. Dus dat  wordt  meditatie  genoemd,  om zich  te bestuderen"Wat ben ik?" Als men  zich  daadwerkelijk  heeft bestudeerd, dan kan hij God ook begrijpen.  Neem  nu  bijvoorbeeld:  "Wat  ben  ik?"  Zelfs  als  je  mediteert  op  jezelf,  kun  je  begrijpen dat  je  een  individu  bent.  Individu  betekent  dat  je  je  eigen  mening  hebt,  ik  heb  mijn  eigen  mening.  Daarom  zijn  we  het  soms  oneens.  Omdat  je  een  individu  bent,  ben  ik  individu.  En  omdat  we  allemaal  individuen  zijn,  als  onderdeel  van  God,  dan  moet  God  ook  een  individu  zijn.  Dit  is  studie.  Zoals  ik  een  persoon  ben,  is  God  ook  een  persoon.  God  kan  niet  onpersoonlijk  zijn.  Als  we  God  nemen  als  de  originele  vader,  de  allerhoogste  vader...  De  Christelijke  religie  gelooft  het.  Alle  andere  religies  geloven  het.  En  wij  geloven  het  ook,  Bhagavad-gītā.  Omdat  Kṛṣṇa  zegt  ahaṁ  bīja-pradaḥ  pitā  ([[Vanisource:BG 14.4|BG 14.4]]), "Ik  ben  de  oorspronkelijke  vader  van  alle  levende  wezens."  Dus  als  God  de  vader  van  alle  levende  wezens  is,  en  wij  alle  levende  wezens,  we  zijn  individuele  personen,  hoe  kan  God  onpersoonlijk  zijn?  God  is  een  persoon.  Dit  wordt  filosofie  genoemd;  dit  heet  logica.  
Dit is de wetenschap. Probeer te begrijpen. We zijn een essentieel onderdeel van God, ieder levend wezen. Je kan God bestuderen, wat God is, door jezelf te bestuderen. Omdat ik een deel ben, en net zoals je uit een zak rijst een paar rijstkorrels neemt, je kijkt en je kan begrijpen wat de kwaliteit van de rijst in de zak is. Vergelijkbaar, God is groot, dat is goed. Maar als we gewoon onszelf bestuderen dan kunnen we begrijpen wat God is. Net zoals je een druppel water uit de oceaan neemt. Je kan begrijpen wat de chemische samenstelling van de oceaan is. Je kan het begrijpen. Dus om zichzelf te bestuderen "Wat ben ik?" wordt meditatie genoemd. Als iemand werkelijk zichzelf heeft bestudeerd, dan kan hij God ook begrijpen.  


Nu,  hier,  in  deze  wereld,  we  hebben  de  ervaring  dat we  iemand  lief  willen  hebben. Iedereen. Zelfs  in  het dierenrijk. Een  leeuw  houdt  ook  van  de  welpen.  De  liefde  is  er.  Prema, het  heet  prema. Dus  daarom  is  deze  liefdevolle  affaire  er  ook  in  God.  En als  we in  contact  komen  met  God  zal  onze  omgang  gewoon  op  basis  van  de  liefde  zijn.  Ik  hou  van Kṛṣṇa  of  God,  en  Kṛṣṇa  houdt  van  mij. Dit is onze  uitwisseling  van  gevoelens. Dus  op  deze  manier,  de  wetenschap  van  God,  zelfs  zonder  het  lezen  van  Vedische  literatuur  -  natuurlijk, dat  zal  je  helpen  -  Als  je  diep  hebt  bestudeerd  wat  God  is,  kun  je  God begrijpen. Omdat  ik  een  onderdeel  van  God ben,  ik  ben  een  klein  deeltje. Net  als het  deeltje  van  goud, goud  is. De  druppel  van  de  oceaan  is  ook  zout. De oceaan  is  ook  zout,  kun  je  begrijpen. Op  dezelfde  manier,  door  het bestuderen  van  onze  individualiteit,  door  het bestuderen  van  onze  neigingen, kunnen  we  begrijpen  wat  God  is. Dat  is  de  ene  kant.  En  hier,  God  presenteert  Zich  persoonlijk  Zelf,  Kṛṣṇa.  Hij  zegt: "Yadā  yadā  hi  dharmas...  (break) ...Vrome  toegewijden  en  de  demonen  te  doden, verschijn  Ik." Maar...  God is absoluut.  Ofwel  Zijn  verlossing  van  de  toegewijden, of  doden  van  de  demonen, ze  zijn hetzelfde.  Omdat  we  leren  van  de  Vedische  literatuur  dat  demonen  die  worden  gedood  door  de  Persoonlijkheid  Gods, ze  gaan  ook  naar  dezelfde  verlossing,  bevrijdings  punt. Omdat  hij  wordt gedood  door  God,  is  hij  aangeraakt  door  God.
Neem nu bijvoorbeeld: "Wat ben ik?" Zelfs als je mediteert op jezelf kan je begrijpen dat je een afzonderlijk persoon bent. Afzonderlijk persoon betekent dat je je eigen mening hebt, ik heb mijn eigen mening. Daarom zijn we het soms oneens. Omdat je een afzonderlijk persoon bent, ik ben een afzonderlijk persoon. En omdat we allemaal afzonderlijke personen zijn, als essentieel onderdeel van God, dan moet God ook een afzonderlijk persoon zijn. Dit is studie. Zoals ik een persoon ben, dus is God ook een persoon. God kan niet onpersoonlijk zijn. Als we God zien als de oorspronkelijke vader, de allerhoogste vader ... De christelijke religie gelooft het. Alle andere religies geloven het. En wij geloven het ook, Bhagavad-gītā. Want Kṛṣṇa zegt: ''ahaṁ bīja-pradaḥ pitā'' ([[NL/BG 14.4|BG 14.4]]), "Ik ben de oorspronkelijke vader van alle levende wezens." Dus als God de vader van alle levende wezens is, en wij, alle levende wezens, wij zijn afzonderlijke personen, hoe kan God onpersoonlijk zijn? God is een persoon. Dit wordt filosofie genoemd; dit heet logica.  


Dus  het is een grote wetenschap. Het is niet  een  sentiment. Het is gebaseerd op de filosofie en geautoriseerde  Vedische literatuur. Dus onze enige verzoek is dat je probeert om deze beweging zeer  serieus te nemen en je zult  gelukkig zijn.  
Nu, hier in deze wereld hebben we de ervaring dat we iemand lief willen hebben. Iedereen. Zelfs in het dierenrijk. Een leeuw houdt ook van de welpen. De liefde is er. ''Prema'', het heet ''prema''. Dus daarom is deze liefdesrelatie er ook in God. En als we in contact met God komen zal onze omgang alleen op basis van liefde zijn. Ik hou van Kṛṣṇa of God, en Kṛṣṇa houdt van mij. Dit is onze uitwisseling van gevoelens. Dus op deze manier, de wetenschap van God, zelfs zonder het lezen van Vedische literatuur - natuurlijk zal dat je helpen - Als je grondig bestudeerd hebt wat God is kan je God begrijpen. Omdat ik een deeltje van God ben, ik ben een heel klein deeltje. Net als het deeltje goud, goud is. De druppel oceaanwater is ook zout. De oceaan is ook zout, kan je begrijpen. Op dezelfde manier, door het bestuderen van onze individualiteit, door onze eigenschappen te bestuderen kunnen we begrijpen wat God is. Dat is de ene kant.
 
En hier presenteert God Zich persoonlijk Zelf, Kṛṣṇa. Hij zegt: "''Yadā yadā hi dharmas''... (onderbreking) ... vrome toegewijden en de demonen te doden, verschijn Ik." Maar weet dat God absoluut is. Het verlossen van de toegewijden of het doden van de demonen is hetzelfde. Omdat we uit de Vedische literatuur leren dat de demonen die door de Persoonlijkheid Gods gedood worden ook naar dezelfde verlossing, bevrijdingspunt gaan. Omdat hij door God gedood wordt is hij aangeraakt door God. Dus het is een grote wetenschap. Het is geen sentiment. Het is gebaseerd op de filosofie en gezaghebbende Vedische literatuur. <br />
Dus onze enige verzoek is dat je probeert om deze beweging heel serieus te nemen en je zal gelukkig zijn.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 15:54, 29 January 2021



Lecture on BG 2.11 -- Edinburgh, July 16, 1972

nāmnām akāri bahudhā nija-sarva-śaktis
tatrārpitā niyamitaḥ smaraṇe na kālaḥ
etādṛśī tava kṛpā bhagavan mamāpi
durdaivam īdṛśam ihājani nānurāgaḥ
(CC Antya 20.16)

Chaitanya Mahāprabhu zegt dat elke naam van God net zo krachtig is als God. Omdat God absoluut is, daarom is er geen verschil met Zijn naam, vorm, spel en vermaak. Niets van God is iets anders. Dat is absolute kennis. Advaya-jñāna. Dus als je de heilige naam van God chant, dat betekent dat je direct met God in contact bent. Want de naam is niet verschillend van God. Probeer het te begrijpen. Vergelijkbaar, als je vuur aanraakt zal het je branden. Het maakt niet uit of je wel of niet weet wat de kwaliteit van vuur is. Als je vuur aanraakt zal het branden. Vergelijkbaar, als je echt de heilige naam van God of chant zal die werken. Het voorbeeld is; als je een ijzeren staaf in het vuur doet dan wordt die warm, warmer, en geleidelijk aan wordt die roodgloeiend. Door de omgang met vuur wordt de ijzeren staaf vuur. De ijzeren staaf is geen vuur. Maar door de omgang met vuur wordt het zo goed als vuur, zodat als het roodgloeiend is, waar je het aanraakt, zal de ijzeren staaf branden. Vergelijkbaar, als je jezelf altijd met God in contact houdt dan wordt je geleidelijk aan goddelijk. Je wordt God niet, maar je wordt goddelijk. En zodra je goddelijk wordt dan zullen al je goddelijke kwalificaties tevoorschijn komen.

Dit is de wetenschap. Probeer te begrijpen. We zijn een essentieel onderdeel van God, ieder levend wezen. Je kan God bestuderen, wat God is, door jezelf te bestuderen. Omdat ik een deel ben, en net zoals je uit een zak rijst een paar rijstkorrels neemt, je kijkt en je kan begrijpen wat de kwaliteit van de rijst in de zak is. Vergelijkbaar, God is groot, dat is goed. Maar als we gewoon onszelf bestuderen dan kunnen we begrijpen wat God is. Net zoals je een druppel water uit de oceaan neemt. Je kan begrijpen wat de chemische samenstelling van de oceaan is. Je kan het begrijpen. Dus om zichzelf te bestuderen "Wat ben ik?" wordt meditatie genoemd. Als iemand werkelijk zichzelf heeft bestudeerd, dan kan hij God ook begrijpen.

Neem nu bijvoorbeeld: "Wat ben ik?" Zelfs als je mediteert op jezelf kan je begrijpen dat je een afzonderlijk persoon bent. Afzonderlijk persoon betekent dat je je eigen mening hebt, ik heb mijn eigen mening. Daarom zijn we het soms oneens. Omdat je een afzonderlijk persoon bent, ik ben een afzonderlijk persoon. En omdat we allemaal afzonderlijke personen zijn, als essentieel onderdeel van God, dan moet God ook een afzonderlijk persoon zijn. Dit is studie. Zoals ik een persoon ben, dus is God ook een persoon. God kan niet onpersoonlijk zijn. Als we God zien als de oorspronkelijke vader, de allerhoogste vader ... De christelijke religie gelooft het. Alle andere religies geloven het. En wij geloven het ook, Bhagavad-gītā. Want Kṛṣṇa zegt: ahaṁ bīja-pradaḥ pitā (BG 14.4), "Ik ben de oorspronkelijke vader van alle levende wezens." Dus als God de vader van alle levende wezens is, en wij, alle levende wezens, wij zijn afzonderlijke personen, hoe kan God onpersoonlijk zijn? God is een persoon. Dit wordt filosofie genoemd; dit heet logica.

Nu, hier in deze wereld hebben we de ervaring dat we iemand lief willen hebben. Iedereen. Zelfs in het dierenrijk. Een leeuw houdt ook van de welpen. De liefde is er. Prema, het heet prema. Dus daarom is deze liefdesrelatie er ook in God. En als we in contact met God komen zal onze omgang alleen op basis van liefde zijn. Ik hou van Kṛṣṇa of God, en Kṛṣṇa houdt van mij. Dit is onze uitwisseling van gevoelens. Dus op deze manier, de wetenschap van God, zelfs zonder het lezen van Vedische literatuur - natuurlijk zal dat je helpen - Als je grondig bestudeerd hebt wat God is kan je God begrijpen. Omdat ik een deeltje van God ben, ik ben een heel klein deeltje. Net als het deeltje goud, goud is. De druppel oceaanwater is ook zout. De oceaan is ook zout, kan je begrijpen. Op dezelfde manier, door het bestuderen van onze individualiteit, door onze eigenschappen te bestuderen kunnen we begrijpen wat God is. Dat is de ene kant.

En hier presenteert God Zich persoonlijk Zelf, Kṛṣṇa. Hij zegt: "Yadā yadā hi dharmas... (onderbreking) ... vrome toegewijden en de demonen te doden, verschijn Ik." Maar weet dat God absoluut is. Het verlossen van de toegewijden of het doden van de demonen is hetzelfde. Omdat we uit de Vedische literatuur leren dat de demonen die door de Persoonlijkheid Gods gedood worden ook naar dezelfde verlossing, bevrijdingspunt gaan. Omdat hij door God gedood wordt is hij aangeraakt door God. Dus het is een grote wetenschap. Het is geen sentiment. Het is gebaseerd op de filosofie en gezaghebbende Vedische literatuur.
Dus onze enige verzoek is dat je probeert om deze beweging heel serieus te nemen en je zal gelukkig zijn.