NL/Prabhupada 0430 - Chaitanya Mahaprabhu zegt dat iedere naam van God net zo krachtig is als God

Revision as of 18:01, 29 February 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0430 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1972 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 2.11 -- Edinburgh, July 16, 1972

nāmnām akāri bahudhā nija-sarva-śaktis
tatrārpitā niyamitaḥ smaraṇe na kālaḥ
etādṛśī tava kṛpā bhagavan mamāpi
durdaivam īdṛśam ihājani nānurāgaḥ
(CC Antya 20.16)


Chaitanya Mahāprabhu zegt dat elke naam van God net zo krachtig is als God. Omdat God absoluut is, daarom is er geen verschil tussen Zijn naam, vorm, spel en vermaak. Niets is iets anders dan God. Dat is absolute kennis. Advaya-jñāna. Dus als je de heilige naam van God zingt of chant, dat betekent dat je direct in contact met God bent. Omdat de naam niet anders is dan God. Probeer het te begrijpen. Op dezelfde manier, als je vuur aanraakt, zal het handelen. Als je het niet weet, of het wel weet, wat de kwaliteit van het vuur is, het maakt niet uit. Als je vuur aanraakt, het zal handelen. Op dezelfde manier als je echt de heilige naam van God zingt of chant, zal het handelen. Het voorbeeld is, net zoals je zet een ijzeren staaf in het vuur zet, Het wordt warm, warmer, en geleidelijk aan, het wordt roodgloeiend. Door de associatie met het vuur, de ijzeren staaf wordt het vuur. De ijzeren staaf is niet het vuur. Maar door associatie met het vuur, wordt het zo goed als vuur, Dus wanneer het roodgloeiend is, waar je het ook aanraakt, zal de ijzeren staaf branden. Op dezelfde manier, als je jezelf altijd in contact houdt met God, dan geleidelijk aan, wordt je goddelijk. Je wordt God niet, maar je wordt goddelijk. En zodra je goddelijk wordt, dan zullen al je goddelijke kwalificaties eruit komen. Dit is de wetenschap. Probeer te begrijpen. We maken deel uit van God, ieder levend wezen. Je kunt God bestuderen, wat God is, door het bestuderen van jezelf. Omdat ik onderdeel ben, en net als, uit een zak rijst, als je een paar rijstkorrels neemt, zie je, je kunt begrijpen wat voor kwaliteit van de rijst er is in de zak. Op dezelfde manier, God is groot, dat is in orde. Maar als we onszelf gewoon bestuderen, dan kunnen we begrijpen wat God is. Net zoals je een druppel water uit de oceaan neemt. U kunt begrijpen wat de chemische samenstelling van de oceaan is. Je kan het begrijpen. Dus dat wordt meditatie genoemd, om zich te bestuderen, "Wat ben ik?" Als men zich daadwerkelijk heeft bestudeerd, dan kan hij God ook begrijpen. Neem nu bijvoorbeeld: "Wat ben ik?" Zelfs als je mediteert op jezelf, kun je begrijpen dat je een individu bent. Individu betekent dat je je eigen mening hebt, ik heb mijn eigen mening. Daarom zijn we het soms oneens. Omdat je een individu bent, ben ik individu. En omdat we allemaal individuen zijn, als onderdeel van God, dan moet God ook een individu zijn. Dit is studie. Zoals ik een persoon ben, is God ook een persoon. God kan niet onpersoonlijk zijn. Als we God nemen als de originele vader, de allerhoogste vader... De Christelijke religie gelooft het. Alle andere religies geloven het. En wij geloven het ook, Bhagavad-gītā. Omdat Kṛṣṇa zegt ahaṁ bīja-pradaḥ pitā (BG 14.4), "Ik ben de oorspronkelijke vader van alle levende wezens." Dus als God de vader van alle levende wezens is, en wij alle levende wezens, we zijn individuele personen, hoe kan God onpersoonlijk zijn? God is een persoon. Dit wordt filosofie genoemd; dit heet logica.

Nu, hier, in deze wereld, we hebben de ervaring dat we iemand lief willen hebben. Iedereen. Zelfs in het dierenrijk. Een leeuw houdt ook van de welpen. De liefde is er. Prema, het heet prema. Dus daarom is deze liefdevolle affaire er ook in God. En als we in contact komen met God zal onze omgang gewoon op basis van de liefde zijn. Ik hou van Kṛṣṇa of God, en Kṛṣṇa houdt van mij. Dit is onze uitwisseling van gevoelens. Dus op deze manier, de wetenschap van God, zelfs zonder het lezen van Vedische literatuur - natuurlijk, dat zal je helpen - Als je diep hebt bestudeerd wat God is, kun je God begrijpen. Omdat ik een onderdeel van God ben, ik ben een klein deeltje. Net als het deeltje van goud, goud is. De druppel van de oceaan is ook zout. De oceaan is ook zout, kun je begrijpen. Op dezelfde manier, door het bestuderen van onze individualiteit, door het bestuderen van onze neigingen, kunnen we begrijpen wat God is. Dat is de ene kant. En hier, God presenteert Zich persoonlijk Zelf, Kṛṣṇa. Hij zegt: "Yadā yadā hi dharmas... (break) ...Vrome toegewijden en de demonen te doden, verschijn Ik." Maar... God is absoluut. Ofwel Zijn verlossing van de toegewijden, of doden van de demonen, ze zijn hetzelfde. Omdat we leren van de Vedische literatuur dat demonen die worden gedood door de Persoonlijkheid Gods, ze gaan ook naar dezelfde verlossing, bevrijdings punt. Omdat hij wordt gedood door God, is hij aangeraakt door God.

Dus het is een grote wetenschap. Het is niet een sentiment. Het is gebaseerd op de filosofie en geautoriseerde Vedische literatuur. Dus onze enige verzoek is dat je probeert om deze beweging zeer serieus te nemen en je zult gelukkig zijn.