NL/Prabhupada 0435 - We zijn verward met al deze wereldse problemen

Revision as of 15:22, 2 March 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0435 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 2.8-12 -- Los Angeles, November 27, 1968

Toegewijde: "Ik kan geen middelen vinden die dit verdriet weg halen wat mijn zinnen opdroogt. Ik zal niet eens in staat zijn om het te vernietigen als ik een ongeëvenaarde koninkrijk win op de aarde, met soevereiniteit zoals die van de halfgoden in de hemel(BG 2.8). Sañjaya zei: Na aldus gesproken, Arjuna, bedwinger van de vijand vertelde Kṛṣṇa, Govinda, 'Ik zal niet vechten', en zweeg (BG 2.9). O afstammeling van Bharata, op dat moment Kṛṣṇa, glimlachend in het midden van beide legers, sprak de volgende woorden tot de door verdriet overmande Arjuna (BG 2.10). De Gezegende zei..."

Prabhupāda: Dus als we zeer serieus worden in een gevaarlijke positie, alsof we verloren zijn, maar Kṛṣṇa glimlacht. Zie je? Soms denken we... Dit is de illusie. Hetzelfde voorbeeld, een man die droomt, huilend, "Er is een tijger, er is een tijger. Het eet me op," en de man die ontwaakt is, hij lacht, "Waar is de tijger? Waar is de tijger?" En deze man huilt "Tijger, Tijger, Tijger." Ook wanneer we zeer verward zijn... Net als de politici, ze zijn soms verward in de politieke situatie en beweren, "Dit is mijn grondgebied, mijn land," en de andere partij beweert ook: "Het is mijn grondgebied mijn land," ze zijn zeer ernstig aan het vechten. Kṛṣṇa glimlacht. "Wat is deze onzin aan het beweren, mijn land, mijn land?" Het is Mijn land, en ze beweren 'mijn land' en vechten." Eigenlijk behoort het land tot Kṛṣṇa, maar deze mensen, onder illusie, claimen: "Het is mijn grondgebied, het is mijn land" vergetend hoe lang hij tot dit land of deze natie zal behoren. Dat heet illusie.

Dus dit is onze positie. Zonder het begrijpen van onze werkelijke positie zijn we verward met al deze wereldse problemen, die allemaal vals zijn. Janasya moho 'yam ahaṁ mameti (SB 5.5.8). Moha, moha betekent illusie. Dit is de illusie. Dus iedereen is onder deze illusie. Dus iemand die intelligent is, als hij kan begrijpen dat deze wereldse positie een kwestie van illusie is... De, alle gedachten die ik heb bedacht, gebaseerd op het principe van "ik" en "mijn" dit is allemaal illusie. Zodat men, als men intelligent is om uit de illusie te komen, geeft men zich over aan een spirituele meester. Dat wordt toegelicht door Arjuna. Toen hij te verward was... Hij sprak met Kṛṣṇa als vriend, maar hij zag dat "Dit vriendelijke praten is geen oplossing voor mijn vraag." En hij selecteerde Kṛṣṇa, omdat hij de waarde van Kṛṣṇa wist. Tenminste, dat zou hij moeten weten. Hij is een vriend. En hij weet dat Kṛṣṇa wordt geaccepteerd... "Hoewel Hij Zich gedraagt als mijn vriend, maar door de grote instanties wordt Kṛṣṇa aanvaard als de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods." Dat was bekend bij Arjuna. Dus zei hij: "Ik ben zo verbaasd dat ik niet kan begrijpen. Zelfs accepterend dat ik zal zegevieren in deze strijd, toch zal ik niet gelukkig zijn. Wat te zeggen van overwinning op deze planeet, als ik de koning van alle andere planeten wordt of als ik een halfgod in de hogere planetenstelsels wordt, nog steeds kan deze nood niet worden beperkt."