NL/Prabhupada 0440 - De mayavadi theorie is dat de hoogste ziel onpersoonlijk is: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0440 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0439 - Mijn spiritueel leraar vond me een grote sufferd|0439|NL/Prabhupada 0441 - Krishna is de Hoogste en wij zijn kleine deeltjes|0441}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|7owmPnw27iw|De Mayavadi theorie is dat de ultieme ziel onpersoonlijk is<br />- Prabhupāda 0440}}
{{youtube_right|maMoFHDStiU|De mayavadi theorie is dat de hoogste ziel onpersoonlijk is<br />- Prabhupāda 0440}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/681127BG.LA_clip6.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/681127BG.LA_clip6.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Prabhupāda: Ga door.  
Prabhupāda: Ga door.


Toegewijde: "In de Śvetāśvatara Upaniṣad, wordt gezegd dat de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods de handhaver van ontelbare levende wezens is, qua verschillende situaties afhankelijk van het individuele werk en de reacties van dat werk. Die Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is, door Zijn volkomen deelaspecten, levend in het hart van ieder levend wezen. Alleen heilige personen, die kunnen zien binnen en buiten de dezelfde Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, kunnen daadwerkelijk eeuwige vrede perfectioneren en bereiken. Dezelfde Vedische waarheid hierin opgesomd wordt gegeven aan Arjuna, en in dit verband aan alle personen in de wereld die zich voordoen als zeer geleerde, maar feitelijk hebben zeer een slechte fonds van kennis. De Heer zegt duidelijk dat Hijzelf, Arjuna, en al de koningen, die zijn geassembleerd in het slagveld, eeuwig individuele wezens zijn, en dat de Heer eeuwig de handhaver van de individuele levende wezens is."
Toegewijde: In de Śvetāśvatara Upaniṣad staat dat de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods de instandhouder is van ontelbare levende wezens wat betreft hun verschillende situaties op grond van hun individuele activiteiten en de gevolgen daarvan. In de vorm van Zijn volkomen expansies leeft die Allerhoogste Persoonlijkheid Gods ook in het hart van ieder levend wezen. Alleen heilige personen die dezelfde Allerhoogste Heer zowel intern als extern kunnen zien, kunnen werkelijk volkomen en eeuwige vrede verwerven. Dezelfde Vedische waarheid hierin opgesomd wordt aan Arjuna gegeven, en in dat verband aan alle mensen in de wereld die zich als zeer geleerd voordoen, maar die eigenlijk maar armzalige kennis bezitten. De Heer zegt duidelijk dat Hijzelf, Arjuna en alle koningen die op het slagveld bijeengekomen zijn, eeuwig individuele wezens zijn en dat de Heer eeuwig de instandhouder is van de individuele levende wezens.  


Prabhupāda: Wat is de oorspronkelijke vers? Jij leest.  
Prabhupāda: Wat is het oorspronkelijke vers? Lees het.  


Toegewijde: "Nooit was er een tijd dat ik niet bestond, noch jij, noch al deze koningen ... (([[Vanisource:BG 2.12|BG 2.12]])"
Toegewijde: "Nooit was er een tijd dat ik niet bestond, noch jij, noch al deze koningen ... (([[NL/BG 2.12|BG 2.12]])"  


Prabhupāda: Nu, "Nooit was er een tijd dat ik niet bestond, noch jij, noch deze mensen." Nu Hij analytisch zegt: "Ik, jij, en..." Eerste persoon, tweede persoon, en de derde persoon. Dat is voltooid. "Ik, jij, en anderen." Dus Kṛṣṇa zegt: "Nooit was er een tijd dat ik, jij, en al deze personen die zijn verzameld op het slagveld niet bestonden." Dat betekent: "In het verleden heb ik, jij, en alle van hen, zij bestonden individueel." Afzonderlijk. De Māyāvādī theorie is dat de ultieme ziel onpersoonlijk is. Maar hoe kan Kṛṣṇa zeggen dat "Nooit was er een tijd dat ik, jij, en al deze mensen nooit bestonden"? Dat betekent, "Ik bestond als individu, jij bestond als individu, en al deze personen, die voor ons waren, ze bestonden ​​ook als individuen. Nooit was er een tijd. "Nu, wat is je antwoord, Dīnadayāla? Kṛṣṇa zegt nooit dat we door elkaar waren. We zijn allemaal individuen. En Hij zegt: "Nooit zullen wij blijven... Nooit zal er tijd zijn waarin we niet zullen bestaan." Dat betekent dat we in het verleden hebben bestaan ​​als individuen, in het heden is er geen twijfel dat wij als individuen bestaan, en ook in de toekomst zullen wij als individuen blijven. Dan wanneer komt de onpersoonlijke opvatting helemaal? In het verleden, heden, toekomst, er zijn er drie. Huh? In alle tijden zijn we individuen. Dan wanneer wordt God onpersoonlijk, of ik word onpersoonlijk, of dat jij onpersoonlijk wordt? Waar is de kans? Kṛṣṇa zegt duidelijk: "Er was nooit een tijd dat ik, jij, en al deze individuele koningen of soldaten... Het was niet zo dat we niet bestonden in het verleden." Dus in het verleden bestonden we als individu, en in het heden is er geen twijfel. Wij bestaan ​​als individu. Jij bent mijn discipel, ik ben je spirituele meester, maar jij hebt je individualiteit, ik heb mijn individualiteit. Als je het niet met me eens bent, kun je me verlaten. Dat is jouw individualiteit. Dus als je niet van Kṛṣṇa houdt, kun je niet komen in Kṛṣṇa-bewustzijn, dat is uw individualiteit. Dus deze individualiteit blijft. Op dezelfde manier Kṛṣṇa, als Hij je niet bevalt, kan Hij je Kṛṣṇa-bewustzijn weigeren. Niet dat omdat je alle regels en voorschriften volgt dat Kṛṣṇa verplicht is je te accepteren. Nee. Als hij denkt dat "Hij is onzin, ik kan hem niet accepteren," zal Hij je afwijzen.
Prabhupāda: Nu, nooit was er een tijd dat ik niet bestond, noch jij, noch deze mensen. Nu zegt Hij analytisch: "Ik, jij, en ..." Eerste persoon, tweede persoon en de derde persoon. Dat is compleet. "Ik, jij, en anderen." Dus Kṛṣṇa zegt: "Nooit was er een tijd dat Ik, jij en al deze mensen die op het slagveld tezamen zijn niet bestonden." Dat betekent: "In het verleden bestonden ik, jij en hun allemaal individueel." Individueel. De māyāvādī theorie is dat de hoogste ziel onpersoonlijk is. Maar hoe kan Kṛṣṇa zeggen dat: "Nooit was er een tijd dat Ik, jij en al deze mensen niet bestonden?" Dat betekent: "Ik bestond als individu, jij bestond als individu en alle mensen die er voor ons waren bestonden ​​ook als individuen. Nooit was er een tijd. Nu, wat is je antwoord, Dīnadayāla? Kṛṣṇa zegt dat we nooit vermengd waren. We zijn allemaal individuen. En Hij zegt: "Nooit zal er een tijd zijn waarin we niet bestaan." Dat betekent dat we in het verleden ​​als individuen bestonden, in het heden is er geen twijfel dat we als individuen bestaan en ook in de toekomst zullen we als individuen blijven bestaan. Wanneer dan komt de onpersoonlijke opvatting überhaupt? In het verleden, heden, toekomst, er zijn drie tijden. Huh? In alle tijden zijn we individuen. Wanneer dan wordt God onpersoonlijk, of word ik onpersoonlijk, of wordt jij onpersoonlijk? Waar is de kans? Kṛṣṇa zegt duidelijk: "Er was nooit een tijd dat Ik, jij en al deze individuele koningen of soldaten ... Het was niet zo dat we niet bestonden in het verleden."  


Dus Hij heeft individualiteit, jij heb je individualiteit, iedereen heeft individualiteit. Waar is de kwestie van het impersonalisme? Er geen mogelijkheid. En als je Kṛṣṇa niet geloofd, geloof je niet in de Veda's, afgezien van iets anders, Kṛṣṇa wordt geaccepteerd als het hoogste gezag, de Persoonlijkheid van God. Dan, als we Hem niet geloven, waar is dan de mogelijkheid om te vorderen in kennis? Er geen mogelijkheid. Er is dus geen sprake van individualiteit. Dit is de verklaring van het gezag. Nu, afgezien van de verklaring van gezag, moet je je verstand en argumenten laten gelden. Kun je overal zeggen dat er overeenkomst is tussen twee partijen? Nee, je gaat, studie. In de staat, in het gezin, in de gemeenschap, in het land, is er geen overeenstemming. Zelfs in de vergadering, zelfs in uw land. Stel dat er de Senaat is, iedereen heeft belang in het land, maar hij denkt op zijn eigen manier. Men denkt dat "het welzijn van mijn land zal zijn in deze lijn." Zo niet, waarom is er concurrentie tijdens de verkiezing van de president? Iedereen zegt dat "Amerika heeft Nixon nodig." En een andere persoon, hij zegt ook: "Amerika heeft me nodig." Dus, maar waarom twee? Als Amerika jou, en jullie zijn beiden... Nee, er is individualiteit. Mr. Nixon's mening is iets anders. Mr. andere kandidaat heeft een andere mening. In de vergadering, in de Senaat, in het Congres, in de Verenigde Naties, iedereen vecht met zijn individuele inzicht. Anders waarom zijn er zo veel vlaggen in de wereld? Je kunt niet zeggen overal is impersonalisme. Persoonlijkheid is overal overheersend. Overal, de persoonlijkheid, individualiteit, overheerst. Dus moeten we accepteren. We moeten onze rede, argumenten laten gelden, en de autoriteit accepteren. Dan is de problematiek opgelost. Anders is het moeilijk.  
Dus in het verleden bestonden we als individu en in het heden is er geen twijfel dat wij bestaan ​​als individu. Jij bent mijn discipel, ik ben jouw spiritueel leraar, maar jij hebt jouw individualiteit, ik heb mijn individualiteit. Als je het niet met me eens bent dan kan je me verlaten. Dat is jouw individualiteit. Dus als je niet van Kṛṣṇa houdt dan kan je niet Kṛṣṇa-bewust worden, dat is jouw individualiteit. Dus deze individualiteit blijft. Op dezelfde manier, als Kṛṣṇa jou niet leuk vindt dan kan Hij je Kṛṣṇa-bewustzijn weigeren. Kṛṣṇa is niet verplicht je te accepteren omdat je alle regels en bepalingen volgt. Nee. Als Hij denkt dat: "Hij is onzin, Ik kan hem niet accepteren," dan zal Hij je afwijzen.
 
Dus Hij heeft individualiteit, jij hebt individualiteit, iedereen heeft individualiteit. Vanwaar komt de kwestie van impersonalisme? Er is geen mogelijkheid. En als je Kṛṣṇa niet geloofd, als je de Veda's niet gelooft, afgezien van al het andere, Kṛṣṇa wordt geaccepteerd als de hoogste autoriteit, de Persoonlijkheid Gods. Dan, als we Hem niet geloven, waar is dan de mogelijkheid om vooruitgang in kennis te maken? Er geen mogelijkheid. Er is dus geen twijfel over individualiteit. Dit is de verklaring van de autoriteit.  
 
Nu, afgezien van de verklaring van de autoriteit, moet je je verstand en argumenten gebruiken. Kan je zeggen dat er overal overeenstemming is tussen twee partijen? Nee. Ga maar bestuderen. In de staat, in het gezin, in de gemeenschap, in het land, is er geen overeenstemming. Zelfs in de vergadering, zelfs in jouw land. Stel dat in de Senaat, iedereen heeft het belang van het land voor, maar iedereen denkt op zijn eigen manier. Iemand denkt dat: "Het welzijn van mijn land is volgens deze lijn." Waarom is er anders competitie tijdens de verkiezing van de president? Iedereen zegt dat: "Amerika heeft Nixon nodig." En een ander persoon zegt: "Amerika heeft mij nodig." Dus, maar waarom twee? Als Amerika, jullie zijn beiden ... Nee, er is individualiteit. dhr. Nixon's mening is iets anders. Een andere kandidaat zijn mening is iets anders. In de vergadering, in de Senaat, in het Congres, in de Verenigde Naties, iedereen vecht volgens zijn individuele inzicht. Waarom zijn er anders zo veel vlaggen in de wereld?  
 
Je kan niet zeggen dat er ergens impersonalisme is. Persoonlijkheid is overal overheersend. Overal overheerst de persoonlijkheid en individualiteit. Dus we moeten het accepteren. We moeten ons verstand en argumenten gebruiken en de autoriteit accepteren. Dan is de vraag opgelost. Anders is het erg moeilijk.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 15:56, 29 January 2021



Lecture on BG 2.8-12 -- Los Angeles, November 27, 1968

Prabhupāda: Ga door.

Toegewijde: In de Śvetāśvatara Upaniṣad staat dat de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods de instandhouder is van ontelbare levende wezens wat betreft hun verschillende situaties op grond van hun individuele activiteiten en de gevolgen daarvan. In de vorm van Zijn volkomen expansies leeft die Allerhoogste Persoonlijkheid Gods ook in het hart van ieder levend wezen. Alleen heilige personen die dezelfde Allerhoogste Heer zowel intern als extern kunnen zien, kunnen werkelijk volkomen en eeuwige vrede verwerven. Dezelfde Vedische waarheid hierin opgesomd wordt aan Arjuna gegeven, en in dat verband aan alle mensen in de wereld die zich als zeer geleerd voordoen, maar die eigenlijk maar armzalige kennis bezitten. De Heer zegt duidelijk dat Hijzelf, Arjuna en alle koningen die op het slagveld bijeengekomen zijn, eeuwig individuele wezens zijn en dat de Heer eeuwig de instandhouder is van de individuele levende wezens.

Prabhupāda: Wat is het oorspronkelijke vers? Lees het.

Toegewijde: "Nooit was er een tijd dat ik niet bestond, noch jij, noch al deze koningen ... ((BG 2.12)"

Prabhupāda: Nu, nooit was er een tijd dat ik niet bestond, noch jij, noch deze mensen. Nu zegt Hij analytisch: "Ik, jij, en ..." Eerste persoon, tweede persoon en de derde persoon. Dat is compleet. "Ik, jij, en anderen." Dus Kṛṣṇa zegt: "Nooit was er een tijd dat Ik, jij en al deze mensen die op het slagveld tezamen zijn niet bestonden." Dat betekent: "In het verleden bestonden ik, jij en hun allemaal individueel." Individueel. De māyāvādī theorie is dat de hoogste ziel onpersoonlijk is. Maar hoe kan Kṛṣṇa zeggen dat: "Nooit was er een tijd dat Ik, jij en al deze mensen niet bestonden?" Dat betekent: "Ik bestond als individu, jij bestond als individu en alle mensen die er voor ons waren bestonden ​​ook als individuen. Nooit was er een tijd. Nu, wat is je antwoord, Dīnadayāla? Kṛṣṇa zegt dat we nooit vermengd waren. We zijn allemaal individuen. En Hij zegt: "Nooit zal er een tijd zijn waarin we niet bestaan." Dat betekent dat we in het verleden ​​als individuen bestonden, in het heden is er geen twijfel dat we als individuen bestaan en ook in de toekomst zullen we als individuen blijven bestaan. Wanneer dan komt de onpersoonlijke opvatting überhaupt? In het verleden, heden, toekomst, er zijn drie tijden. Huh? In alle tijden zijn we individuen. Wanneer dan wordt God onpersoonlijk, of word ik onpersoonlijk, of wordt jij onpersoonlijk? Waar is de kans? Kṛṣṇa zegt duidelijk: "Er was nooit een tijd dat Ik, jij en al deze individuele koningen of soldaten ... Het was niet zo dat we niet bestonden in het verleden."

Dus in het verleden bestonden we als individu en in het heden is er geen twijfel dat wij bestaan ​​als individu. Jij bent mijn discipel, ik ben jouw spiritueel leraar, maar jij hebt jouw individualiteit, ik heb mijn individualiteit. Als je het niet met me eens bent dan kan je me verlaten. Dat is jouw individualiteit. Dus als je niet van Kṛṣṇa houdt dan kan je niet Kṛṣṇa-bewust worden, dat is jouw individualiteit. Dus deze individualiteit blijft. Op dezelfde manier, als Kṛṣṇa jou niet leuk vindt dan kan Hij je Kṛṣṇa-bewustzijn weigeren. Kṛṣṇa is niet verplicht je te accepteren omdat je alle regels en bepalingen volgt. Nee. Als Hij denkt dat: "Hij is onzin, Ik kan hem niet accepteren," dan zal Hij je afwijzen.

Dus Hij heeft individualiteit, jij hebt individualiteit, iedereen heeft individualiteit. Vanwaar komt de kwestie van impersonalisme? Er is geen mogelijkheid. En als je Kṛṣṇa niet geloofd, als je de Veda's niet gelooft, afgezien van al het andere, Kṛṣṇa wordt geaccepteerd als de hoogste autoriteit, de Persoonlijkheid Gods. Dan, als we Hem niet geloven, waar is dan de mogelijkheid om vooruitgang in kennis te maken? Er geen mogelijkheid. Er is dus geen twijfel over individualiteit. Dit is de verklaring van de autoriteit.

Nu, afgezien van de verklaring van de autoriteit, moet je je verstand en argumenten gebruiken. Kan je zeggen dat er overal overeenstemming is tussen twee partijen? Nee. Ga maar bestuderen. In de staat, in het gezin, in de gemeenschap, in het land, is er geen overeenstemming. Zelfs in de vergadering, zelfs in jouw land. Stel dat in de Senaat, iedereen heeft het belang van het land voor, maar iedereen denkt op zijn eigen manier. Iemand denkt dat: "Het welzijn van mijn land is volgens deze lijn." Waarom is er anders competitie tijdens de verkiezing van de president? Iedereen zegt dat: "Amerika heeft Nixon nodig." En een ander persoon zegt: "Amerika heeft mij nodig." Dus, maar waarom twee? Als Amerika, jullie zijn beiden ... Nee, er is individualiteit. dhr. Nixon's mening is iets anders. Een andere kandidaat zijn mening is iets anders. In de vergadering, in de Senaat, in het Congres, in de Verenigde Naties, iedereen vecht volgens zijn individuele inzicht. Waarom zijn er anders zo veel vlaggen in de wereld?

Je kan niet zeggen dat er ergens impersonalisme is. Persoonlijkheid is overal overheersend. Overal overheerst de persoonlijkheid en individualiteit. Dus we moeten het accepteren. We moeten ons verstand en argumenten gebruiken en de autoriteit accepteren. Dan is de vraag opgelost. Anders is het erg moeilijk.