NL/Prabhupada 0447 - Pas op om niet met een niet-toegewijde die dingen over God verzint om te gaan: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0447 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1977 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0446 - Probeer niet om Laksmi van Narayana te scheiden|0446|NL/Prabhupada 0448 - We moeten lessen over God nemen van de sastra, guru en sadhu|0448}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|0PhGzANwajU|Wees voorzichtig om te mixen met een niet-toegewijde die God bedenkt <br/>- Prabhupāda 0447}}
{{youtube_right|4qpYQUDEMRI|Pas op om niet met een niet-toegewijde die dingen over God verzint om te gaan <br/>- Prabhupāda 0447}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/770212SB-MAY_clip3.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/770212SB-MAY_clip3.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Dus als we het karakter van Lakṣmī-Nārāyaṇa bestuderen, dan zullen we niet  meer  woorden als daridra-Nārāyaṇa  of  dit  of dat  vervaardigen. Nee, we moeten daarom nooit deze pāṣaṇḍi volgen.
Dus als we het karakter van Lakṣmī-Nārāyaṇa bestuderen, dan zullen we stoppen met woorden als "''daridra-nārāyaṇa''" of zo te verzinnen. Nee, we moeten daarom nooit deze ''pāṣaṇḍi'' volgen.  


:yas tu nārāyaṇaṁ devaṁ
:''yas tu nārāyaṇaṁ devaṁ''
:brahmārudrādi-daivataiḥ
:''brahmārudrādi-daivataiḥ''
:samatvena vikṣeta
:''samatvena vikṣeta''
:sa pāṣaṇḍi bhaved dhruvam
:''sa pāṣaṇḍi bhaved dhruvam''
:([[Vanisource:CC Madhya 18.116|CC Madhya 18.116]])
:([[Vanisource:CC Madhya 18.116|CC Madhya 18.116]])


Pāṣaṇḍi betekent duivelof niet-toegewijde. Abhaktā hīna cara. Wees  voorzichtig  om te  mixen  met een niet-toegewijde die God bedenkt. Zij geloven eigenlijk niet in God. Dit pāṣaṇḍi betekent zij die niet geloven  in God. Ze denken dat er geen God is, maar ze zeggen gewoon: "Ja, er is God, maar God heeft geen hoofd, geen staart, geen mond, niets." En wat is God dan? Maar deze rakkers  zeggen nirākāra. Nirākāra betekent dat er geen God is. Zeg eerlijk gezegd  dat er geen God is. Waarom zeg je: "Ja, er is God, maar Hij heeft geen hoofd, geen staart, geen been, geen hand"Dus wat is er? Dus dit is een ander bedrog. Degenen  die  atheïst  zijn  zeggen eerlijk: "Ik geloof niet in God. Er is geen..." Dat kunnen we begrijpen. Maar deze schurken,  ze  zeggen: "Daar  is God, maar nirākāra." Nirākāra betekent dat er geen God is, maar soms wordt  het woord nirākāra gebruikt. Maar dat nirākāra betekent niet dat God geen akāra heeft. Dat nirākāra betekent dat niet dit  materiele  akāra.  Īśvaraḥ  paramaḥ  kṛṣṇah-sac-cid-ānanda  vigrahaḥ  (Bs.  5.1).  Zijn  lichaam  is  sac-cid-ānanda.  Dat  is  volstrekt  onmogelijk  om  te  zien  in  deze materiële wereld.  Ons  lichaam  is  niet  sat;  het  is  asat.  Dit  lichaam  dat  ik  nu  heb  of  dat  jij  hebt,  het  zal  zo  lang  blijven  dit  leven...  En  wanneer  het  klaar  is,  is  het  voor  altijd  klaar.  Je  zult  dit  lichaam  nooit  meer  krijgen.  Daarom  asat.
''Pāṣaṇḍi'' betekent duivel of niet-toegewijde. ''Abhaktā hīna cara''. Pas op om niet met een niet-toegewijde die dingen over God verzint om te gaan. Zij geloven eigenlijk niet in God. Dit ''pāṣaṇḍi'' betekent zij die niet in God geloven. Ze denken dat er geen God is, maar ze zeggen alleen: "Ja, er is een God, maar God heeft geen hoofd, geen staart, geen mond, niets." En wat is God dan? Maar deze dwazen zeggen ''nirākāra''. ''Nirākāra'' betekent dat er geen God is. Zeg eerlijk dat er geen God is. Waarom zeg je: "Ja, er is God, maar Hij heeft geen hoofd, geen staart, geen been, geen hand?" Dus wat is er dan? Dus dit is een ander bedrog. De atheïsten zeggen eerlijk: "Ik geloof niet in God. Er is geen God." Dat kunnen we begrijpen. Maar deze dwazen zeggen: "Er is God, maar ''nirākāra''." ''Nirākāra'' betekent dat er geen God is, maar soms is het woord ''nirākāra'' gebruikt. Maar dat ''nirākāra'' betekent niet dat God geen ''akāra'' heeft. Dat ''nirākāra'' betekent dat niet deze materiële ''akāra''.  


Maar  Kṛṣṇa's  lichaam  is  niet  zo.  Kṛṣṇa's  lichaam  is  hetzelfde,  sat;  altijd  hetzelfde.  Kṛṣṇa's  andere  naam  is  narakṛti.  Ons  lichaam  is  een  imitatie  van  Kṛṣṇa's  lichaam,  niet  dat  Kṛṣṇa's  lichaam  een  imitatie  is  van  ons  lichaam. Nee. Kṛṣṇa  heeft  Zijn  lichaam,  narakṛti,  nara-vapu. Deze  dingen  zijn  er.  Maar  dat  vapu  is  niet  zoals  dit  asat.  Ons  lichaam  is  asat.  Het  zal  niet  blijven.  Zijn lichaam is sac-cid-ānanda. Ons lichaam is asat,  acit  en  nirānanda  -  tegenovergesteld.  Het  zal  niet blijven, en  er  is geen  kennis,  acit,  en  er  is  geen  gelukzaligheid.  We  zijn  altijd  ongelukkig. Dus  nirākāra  betekent  niet  een  lichaam als dit. Zijn  lichaam  is anders.  Ānanda  cinmāyā  rasa  pratibhavitabhis  (Bs.  5,37).  Ānanda  cinmāyā.  Aṅgāni  yasya  sakalendriya  vṛtti-manti  paśyanti  pānti  kalayanti  ciraṁ  jaganti  (Bs.  5.32).  Zijn  aṅgāni,  aṅgāni,  delen  van  het lichaam,  worden  beschreven,  sakalendriya-vṛtti-manti. Ik  zie  met  mijn  ogen.  Mijn,  deze  speciale  functie  van  mijn,  dit deel  van  het  lichaam om  te  zien. Maar Kṛṣṇa:  sakalendriya-vṛtti-manti  -  Hij  kan  niet  alleen  zien,  maar  hij  kan  ook  eten.  Dat  is belangrijk.  Door  het  zien,  kunnen  we  niet eten,  maar  wat  we  ook  offeren,  als  Kṛṣṇa  ziet,  eet  hij  ook. Aṅgāni  yasya  sakalendriya-vṛtti-manti.  Dus  hoe  kunnen  we  Kṛṣṇa's lichaam vergelijken  met  ons  lichaam?  Maar  avajānanti  māṁ  mūḍhāḥ  ([[Vanisource:BG 9.11|BG 9.11]]). Degenen  die  boefjes  zijn, ze  denken  dat  "Kṛṣṇa  heeft  twee  handen, twee  benen,  dus  ik  ben  ook  Kṛṣṇa.  Ik  ben  ook."  Dus  laat  je  niet  misleiden  door  de  boefjes,  pāṣaṇḍi.  Neem  het  zoals  het  in  de  śāstra  staat,  leer  het  van  bevoegde  bronnen  en  wees  gelukkig.  Veel  dank.
''Īśvaraḥ paramaḥ kṛṣṇah-sac-cid-ānanda vigrahaḥ'' (Bs. 5.1). Zijn lichaam is ''sac-cid-ānanda''. Dat is volstrekt onmogelijk om in deze materiële wereld te zien. Ons lichaam is niet ''sat'', het is ''asat''. Dit lichaam dat ik nu heb of dat jij hebt, het zal blijven zo lang als dit leven. En wanneer het over is dan is het voor altijd over. Je zal dit lichaam nooit meer krijgen. Daarom ''asat''. Maar Kṛṣṇa's lichaam is zo niet. Kṛṣṇa's lichaam is hetzelfde, ''sat'', altijd hetzelfde.  


Toegewijden: Jaya Śrīla Prabhupāda!  
Kṛṣṇa's andere naam is ''narakṛti''. Ons lichaam is een imitatie van Kṛṣṇa's lichaam, niet dat Kṛṣṇa's lichaam een imitatie is van ons lichaam. Nee. Kṛṣṇa heeft Zijn lichaam, ''narakṛti, nara-vapu''. Deze dingen zijn er. Maar die ''vapu'' is niet zoals deze ''asat''. Ons lichaam is ''asat''. Het zal niet blijven. Zijn lichaam is ''sac-cid-ānanda''. Ons lichaam is ''asat'', ''acit'' en ''nirānanda'' - juist tegenovergesteld. Het zal niet blijven, en er is geen kennis, ''acit'', en er is geen gelukzaligheid. We zijn altijd ongelukkig. Dus ''nirākāra'' betekent geen lichaam zoals dit. Zijn lichaam is anders.
 
''Ānanda cinmāyā rasa pratibhavitabhis'' (Bs. 5.37). ''Ānanda cinmāyā''. ''Aṅgāni yasya sakalendriya vṛtti-manti paśyanti pānti kalayanti ciraṁ jaganti'' (Bs. 5.32). Zijn ''aṅgāni'', lichaamsdelen, worden beschreven, ''sakalendriya-vṛtti-manti''. Ik kan zien met mijn ogen. De speciale functie van dit deel van mijn lichaam is om te zien. Maar Kṛṣṇa: ''sakalendriya-vṛtti-manti'' - Hij kan niet alleen zien, maar Hij kan ook eten. Dat is belangrijk. Door te zien kunnen wij niet eten, maar alles wat we offeren, als Kṛṣṇa ziet dan eet Hij ook. ''Aṅgāni yasya sakalendriya-vṛtti-manti''.
 
Dus hoe kunnen we Kṛṣṇa's lichaam met ons lichaam vergelijken? Maar; ''avajānanti māṁ mūḍhāḥ'' ([[NL/BG 9.11|BG 9.11]]). De dwazen denken dat: "Kṛṣṇa heeft twee handen, twee benen, dus ik ben ook Kṛṣṇa. Ik ook." Dus laat je niet misleiden door de dwazen, ''pāṣaṇḍi''. Neem het zoals het in de ''śāstra'' staat, leer het van bevoegde bronnen en wees gelukkig.
Heel veel dank.
 
Toegewijden: Jaya Śrīla Prabhupāda!  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 15:57, 29 January 2021



Lecture on SB 7.9.2 -- Mayapur, February 12, 1977

Dus als we het karakter van Lakṣmī-Nārāyaṇa bestuderen, dan zullen we stoppen met woorden als "daridra-nārāyaṇa" of zo te verzinnen. Nee, we moeten daarom nooit deze pāṣaṇḍi volgen.

yas tu nārāyaṇaṁ devaṁ
brahmārudrādi-daivataiḥ
samatvena vikṣeta
sa pāṣaṇḍi bhaved dhruvam
(CC Madhya 18.116)

Pāṣaṇḍi betekent duivel of niet-toegewijde. Abhaktā hīna cara. Pas op om niet met een niet-toegewijde die dingen over God verzint om te gaan. Zij geloven eigenlijk niet in God. Dit pāṣaṇḍi betekent zij die niet in God geloven. Ze denken dat er geen God is, maar ze zeggen alleen: "Ja, er is een God, maar God heeft geen hoofd, geen staart, geen mond, niets." En wat is God dan? Maar deze dwazen zeggen nirākāra. Nirākāra betekent dat er geen God is. Zeg eerlijk dat er geen God is. Waarom zeg je: "Ja, er is God, maar Hij heeft geen hoofd, geen staart, geen been, geen hand?" Dus wat is er dan? Dus dit is een ander bedrog. De atheïsten zeggen eerlijk: "Ik geloof niet in God. Er is geen God." Dat kunnen we begrijpen. Maar deze dwazen zeggen: "Er is God, maar nirākāra." Nirākāra betekent dat er geen God is, maar soms is het woord nirākāra gebruikt. Maar dat nirākāra betekent niet dat God geen akāra heeft. Dat nirākāra betekent dat niet deze materiële akāra.

Īśvaraḥ paramaḥ kṛṣṇah-sac-cid-ānanda vigrahaḥ (Bs. 5.1). Zijn lichaam is sac-cid-ānanda. Dat is volstrekt onmogelijk om in deze materiële wereld te zien. Ons lichaam is niet sat, het is asat. Dit lichaam dat ik nu heb of dat jij hebt, het zal blijven zo lang als dit leven. En wanneer het over is dan is het voor altijd over. Je zal dit lichaam nooit meer krijgen. Daarom asat. Maar Kṛṣṇa's lichaam is zo niet. Kṛṣṇa's lichaam is hetzelfde, sat, altijd hetzelfde.

Kṛṣṇa's andere naam is narakṛti. Ons lichaam is een imitatie van Kṛṣṇa's lichaam, niet dat Kṛṣṇa's lichaam een imitatie is van ons lichaam. Nee. Kṛṣṇa heeft Zijn lichaam, narakṛti, nara-vapu. Deze dingen zijn er. Maar die vapu is niet zoals deze asat. Ons lichaam is asat. Het zal niet blijven. Zijn lichaam is sac-cid-ānanda. Ons lichaam is asat, acit en nirānanda - juist tegenovergesteld. Het zal niet blijven, en er is geen kennis, acit, en er is geen gelukzaligheid. We zijn altijd ongelukkig. Dus nirākāra betekent geen lichaam zoals dit. Zijn lichaam is anders.

Ānanda cinmāyā rasa pratibhavitabhis (Bs. 5.37). Ānanda cinmāyā. Aṅgāni yasya sakalendriya vṛtti-manti paśyanti pānti kalayanti ciraṁ jaganti (Bs. 5.32). Zijn aṅgāni, lichaamsdelen, worden beschreven, sakalendriya-vṛtti-manti. Ik kan zien met mijn ogen. De speciale functie van dit deel van mijn lichaam is om te zien. Maar Kṛṣṇa: sakalendriya-vṛtti-manti - Hij kan niet alleen zien, maar Hij kan ook eten. Dat is belangrijk. Door te zien kunnen wij niet eten, maar alles wat we offeren, als Kṛṣṇa ziet dan eet Hij ook. Aṅgāni yasya sakalendriya-vṛtti-manti.

Dus hoe kunnen we Kṛṣṇa's lichaam met ons lichaam vergelijken? Maar; avajānanti māṁ mūḍhāḥ (BG 9.11). De dwazen denken dat: "Kṛṣṇa heeft twee handen, twee benen, dus ik ben ook Kṛṣṇa. Ik ook." Dus laat je niet misleiden door de dwazen, pāṣaṇḍi. Neem het zoals het in de śāstra staat, leer het van bevoegde bronnen en wees gelukkig. Heel veel dank.

Toegewijden: Jaya Śrīla Prabhupāda!