NL/Prabhupada 0451 - Weet je niet wie een devotee is en hoe hem te vereren, dan zullen we kanistha blijven

Revision as of 15:28, 11 March 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0451 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1977 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 7.9.4 -- Mayapur, February 18, 1977

Dus deze kwalificatie, zuivere toegewijde, maakt iemand mahā-bhāgavata. Maar er zijn fasen. De maha-bhāgavata vanaf de geboorte, dat heet nitya-siddha. Ze zijn eeuwig siddha, perfect. Ze komen voor een bepaald doel. Dus Prahlāda Mahārāja kwam voor dit doel, dat de demonen, zelfs dat hij zijn vader is, zou hij hem zo veel problemen geven omdat men Kṛṣṇa-bewust is. Dit is de instructie. Prahlāda Mahārāja wilde dit aantonen vanwege het bevel van Kṛṣṇa. Hiraṇyakaśipu kwam ook - hoe je vijand van Kṛṣṇa kan worden; en Prahlāda Mahārāja kwam, tonen, om te laten zien hoe je een toegewijde kan worden. Dit is er aan de hand.

Dus mahā-bhāgavata... Kaniṣṭha-adhikārī, madhyama-adhikārī and mahā-bhāgavata, or uttama-adhikārī. Kaniṣṭha-adhikārī, in het begin moeten ze worden geleerd hoe ze de Deity zeer perfect moeten aanbidden. Volgens de aanwijzingen van de śāstra, volgens instructie van de goeroe, moet men leren hoe de deity te aanbidden.

arcāyām eva haraye yaḥ
pūjāṁ śraddhāyehate
na tad-bhakteṣu cānyeṣu
sa bhaktaḥ prākṛtaḥ smṛtaḥ
(SB 11.2.47)

Maar men moet vorderingen maken. Dit is de vooruitgang van de toegewijde dienst. Door simpelweg te blijven steken in de Deity aanbidding, we voelen niet voor anderen - na cānyeṣu na tad-bhakta - je weet niet wie toegewijde is, hoe om hem te aanbidden, dan blijven we kaniṣṭha-adhikārī. En madhyama-adhikārī betekent dat hij zijn positie moet weten, de positie van anderen, toegewijde's positie, Gods positie, en dat is madhyama-adhikārī. Īśvare tad-adhīneṣu bāliśeṣu dviṣatsu ca (SB 11.2.46). Hij zal vier soorten visie hebben: Bhagavān, īśvara; tad-adhīneṣu, hij is degene die beschutting van Bhagavān heeft genomen - dat betekent toegewijde - īśvare tad-adhīneṣu; baliśu, onschuldige kinderen, net als deze kinderen, Baliśa, arbhakaḥ; en dviṣatsu, jaloers. Een madhyama-adhikārī kan deze vier verschillende personen zien, en hij behandelt ze anders. Wat is dat? Prema-maitrī-kṛpopekṣā. Isvara, om van God te houden, Kṛṣṇa, prema. En maitrī. Maitrī betekent vriendschap maken. Iemand die toegewijde is, we moeten vriendschap met hem maken. We moeten niet jaloers zijn; we moeten vriendschap maken. Maitrī. En onschuldig, net als deze kinderen, kṛpa - om hen genade te tonen, hoe ze toegewijde zullen worden, hoe ze zullen leren om te chanten, dansen, geef ze eten, geef ze onderwijs. Dit heet kṛpa. En als laatste, upekṣā. Upekṣā betekent degenen die jaloers zijn, neem niet, niet associëren met hen. Upekṣā. "Nee, laat hem..."

Maar mahā-bhāgavata, hij maakt geen enkele upekṣā. Hij houdt zelfs van degenen die dviṣatsu zijn. Net als Prahlāda Mahārāja. Prahlāda Mahārāja, zijn vader was heel erg jaloers. Toch Prahlāda Mahārāja weigerde om welke gunst te accepteren voor zijn persoonlijk voordeel, maar hij smeekte Lord Nṛsiṁha-Deva om zijn vader te verontschuldigen, dat "Mijn vader heeft..." Hij vroeg niets persoonlijks. Maar toch, wist hij dat "Mijn hele leven heeft mijn vader de vijand gespeeld, beledigd in zoveel... (break) Dit is dus de kans. Ik zal de Heer smeken om mijn vader te verontschuldigen." Dus Kṛṣṇa wist het. Zijn vader was al verontschuldigd. Omdat hij de vader van Prahlāda Mahārāja werd, raakte hij al bevoordeeld. Het is geen gewone zaak om zo'n leuke zoon te hebben. Dus zodra Prahlāda Mahārāja vroeg aan Nṛsiṁha-deva "Gelieve mijn vader te excuseren," Dus Hij zei meteen: "Niet alleen je vader - zijn vader, zijn vader, zijn vader, iedereen wordt verlost." Dus moeten we de les nemen van Prahlāda Mahārāja dat als een kind een toegewijde in het gezin wordt, Hij is het beste kind, de beste. Hij geeft de beste service aan de familie. Maar de schurken, zijn nemen het anders op, dat "Mijn zoon is toegewijde geworden. Breng hem terug door deprogrammeren, door ontvoering.." Mensen zijn zulke boefjes. Zie je? Ze nemen het niet als een groot voordeel dat "Mijn gelukkige zoon is een toegewijde geworden. Mijn hele familie zal worden verlost." Maar ze hebben geen kennis. Ze hebben geen hersens. Daarom zeg ik dat het niet hersenspoelen is, het is brain-giving. Ze hebben geen hersenen. (gelach) Dus neem het heel serieus en doe het leuk. Veel dank.

Toegewijden: Jaya!