NL/Prabhupada 0457 - De enige schaarste is Krishna-bewustzijn

Revision as of 13:36, 19 March 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0457 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1977 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 7.9.6 -- Mayapur, February 26, 1977

Wetenschap betekent niet alleen observeren, maar ook experimenteren. Dat is voltooid. Anders theorie. Het is geen wetenschap. Dus ze hebben verschillende theorieën. Die iedereen naar voren kan brengen. Dat is niet... Maar het echte feit is dat Kṛṣṇa spiritueel is en Hij is de Allerhoogste. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit is het Vedische bevel. God is de opperste nitya, eeuwig, en het allerhoogste levende wezen. In het woordenboek wordt ook gezegd: "God betekent het opperwezen." Ze konden niet begrijpen "allerhoogste levend wezen." Maar in de Veda's wordt gezegd dat het niet alleen opperwezen is, maar ook opperste levende wezen. Nityo nityānāṁ cetanaś cetānām eko ​​yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dat is de beschrijving van God. Het is dus heel moeilijk om zelfs de spirituele substantie te begrijpen, en wat te spreken van God. Het begin van spirituele kennis is allereerst te begrijpen wat de ziel is. En zij nemen de intelligentie of de geest als de ziel. Maar dat is niet de ziel Verder dan dat. Apareyam itas tu viddhi me prakṛtim parā (BG 7.5).

Dus deze perfectie, zoals Prahlāda Mahārāja had, onmiddellijk door het aanraken van de Allerhoogste Persoonlijkheid, kunnen we ook hebben. Er is mogelijkheid, en heel gemakkelijk, want we zijn gevallen, mandāḥ - zeer traag, zeer slecht. Mandāḥ en sumanda-matayo. En omdat we slecht zijn, heeft iedereen een theorie vervaardigd. Sumanda. Mata. Mata betekent "opinie." En wat is die mening? Niet alleen mandāḥ maar sumanda, heel, heel slecht. Sumanda-matayo. Mandāḥ sumanda-matayo manda-bhāgyāḥ (SB 1.1.10), en allemaal ongelukkig.. Waarom? Wanneer er sprake is van kennis, zullen ze het niet nemen. Ze zullen theoretiseren. Ze zijn ongelukkig. Parate kennis, maar ze zullen theoretiseren, "Het is als dit. Het is net als dat. Het is net als dat. Misschien... Misschien..." Dit is er aan de hand. Daarom manda-bhāgyāh. Net als hier geld is. Men zal dat geld niet nemen. Hij zal hard werken als varkens en honden om geld te verdienen. Dus dat betekent ongelukkig. Dus mandāḥ sumanda-matayo manda-bhāgyāḥ. En omdat manda-bhāgyāḥ, is er upadrutaḥ, altijd verstoring, deze oorlog, die oorlog, die oorlog. Beginnend, hele geschiedenis, gewoon oorlog. Waarom oorlog? Waarom is er vechten? Er zou geen strijd moeten zijn, want alles is voltooid, pūrṇam idam (ISO Invocation) De wereld is vol door de genade van de Allerhoogste Heer, want het is het koninkrijk... Dit is ook het koninkrijk van God. Maar we hebben het een hel gemaakt door onnodig te vechten. Dat is alles. Anders is het... Voor een toegewijde - pūrṇam. Viśvaṁ pūrṇaṁ sukhāyate. Waarom moet er worden gevochten? God heeft alles geleverd. Wil je water? Driekwart van de aarde is vol water. Maar dat water is zout. God heeft een proces hoe het zoet te maken. Je kan dit niet doen. Je wilt water. Er is voldoende water. Waarom zou er schaarste moeten zijn? Nu hoorden we in Europa dat ze overwogen om water te importeren. (gelach) Was dat niet? Ja. In Engeland dachten ze aan het importeren. Is dat mogelijk? (gelach) Maar deze schelm wetenschappers denken zoals dat. Ze zullen importeren. Waarom niet? Engeland is omgeven door water. Waarom ga je geen water nemen? Nee. Nire kari bas na me tilo piyas. "Ik woon in het water, maar ik ga dood van de dorst." (gelach) filosofie van deze rakkers... Of in... Ik denk dat in onze kindertijd we een boek hebben gelezen, een Moral Class boek, zei dat er een verhaal was dat er een schip gestrand was, en zij namen de beschutting van een boot, maar sommige van hen stierven van de dorst omdat ze geen water konden drinken. Dus in dit water leefden ze, maar zij stierven van de dorst.

Dus onze positie is zoals dat. Alles is vol. Toch sterven en vechten we. Wat is de reden? De reden is dat we niet Kṛṣṇa volgen. Dit is de reden: gebrek aan Kṛṣṇa-bewustzijn. Mijn Guru Mahārāja zei dat de hele wereld vol is van alles. De enigste schaarste is Kṛṣṇa-bewustzijn. Alleen schaarste. Anders is er geen schaarste. Alles is vol. En als je de instructie van Kṛṣṇa neemt wordt je meteen gelukkig. Je kunt de hele wereld gelukkig maken. Deze instructie van Kṛṣṇa in de Bhagavad-gītā, zo perfect. Het moet perfect zijn, want het komt van Kṛṣṇa. Het is niet de zogenaamde wetenschappers theorie. Nee Perfecte instructie. En als we de instructie volgen, als we het praktisch gebruiken, dan hele wereld, viśvaṁ pūrṇaṁ sukhāyate.