NL/Prabhupada 0459 - Prahlada Maharaja is één van de Mahajana's, geautoriseerde persoon: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0459 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1977 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0458 - Hare Krishna chanten - Krishna aanraken met je tong|0458|NL/Prabhupada 0460 - Prahlada Maharaja is geen gewone toegewijde, hij is nitya-siddha|0460}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|LvGjE9eGS-Q|Prahlada Maharaja is één van de Mahajanas<br />- Prabhupāda 0459}}
{{youtube_right|bnFYIf5wnQ8|Prahlada Maharaja is één van de Mahajana's, geautoriseerde persoon<br />- Prabhupāda 0459}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/770227SB-MAY_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/770227SB-MAY_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Pradyumna: Vertaling - "Prahlāda Mahārāja vaste  zijn geest en zicht  op Lord  Nṛsiṁha-deva met volle  aandacht, in volledige  trance. Met een vaste  geestbegon hij met  liefde  te bidden  met een haperende stem.
Pradyumna: Vertaling - Prahlāda Mahārāja richtte zijn geest en blik op Heer Nṛsiṁha-deva met volledige aandacht, compleet in trance. Met een gefixeerde geest begon hij liefdevol gebeden aan te bieden met een haperende stem.  


Prabhupāda:
Prabhupāda:  
:''astauṣīd dharim ekāgra-''
:''manasā susamāhitaḥ''
:''prema-gadgadayā vācā''
:''tan-nyasta-hṛdayekṣanaḥ''
:([[Vanisource:SB 7.9.7|SB 7.9.7]])


:astauṣīd dharim ekāgra-
Dus dit is het proces. Dit proces kan je niet meteen verwachten, maar als je het algemene proces oefent, dat is heel makkelijk te doen zoals wordt aanbevolen in de Bhagavad-gītā, ''man-manā bhava mad-bhakto mad-yājī māṁ namaskuru'' ([[NL/BG 18.65|BG 18.65]]). Je kan de positie van Prahlāda Mahārāja niet meteen krijgen. Dat is niet mogelijk. Het proces is in de eerste plaats, ''sādhana-bhakti''. Deze positie van Prahlāda Mahārāja is anders. Hij is ''mahā-bhāgavata''. Op veel plaatsen hebben we het al gezien, hij is ''nitya-siddha''. Er zijn drie soorten toegewijden: ''nitya-siddha, sādhana-siddha, kṛpa-siddha''. Deze dingen zijn beschreven in de Nectarzee van zuivere liefde. ''Nitya-siddha'' betekent dat ze eeuwige metgezel van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zijn. Ze heten ''nitya-siddha''. En ''sādhana-siddha'' betekent iemand die in deze materiële wereld gevallen is, maar door het beoefenen van toegewijde dienst volgens de regels en bepalingen, voorschriften in de ''śāstra'', aanwijzingen van de guru, op deze manier kan men ook dezelfde positie als de ''nitya-siddha'' bereiken. Dit is ''sādhana-siddha''. En er is een andere. Dat is ''kṛpa-siddha''. ''Kṛpa-siddha'' betekent ... Net als Nityānanda Prabhu, Hij wilde dat Jagāi en Mādhāi verlost zouden worden. Er was geen ''sādhana''. Ze volgden nooit de regels en bepalingen. Het waren dieven en schurken, heel gevallen staat. Maar Nityānanda Prabhu wilde een voorbeeld geven: "Ik zal deze twee broers verlossen. Het maakt niet uit dat ze zo gevallen zijn." Dat heet ''kṛpa-siddha''. Dus we moeten altijd onthouden dat er drie categorieën zijn: ''nitya-siddha, sādhana-siddha en kṛpa-siddha''. Maar wanneer ze perfect worden, ''siddha'', door eender proces, zijn ze op hetzelfde niveau. Er is geen onderscheid.
:manasā susamāhitaḥ
:prema-gadgadayā vācā
:tan-nyasta-hṛdayekṣanaḥ
:([[Vanisource:SB 7.9.7|SB 7.9.7]])


Dit  is dus  het  proces. Dit  proces  kun  je  niet  meteen  verwachten, maar als je  het  algemene  proces  oefent,  heel  makkelijk  te  doen,  zoals  wordt  aanbevolen  in  de Bhagavad-gītā, man-manā  bhava  mad-bhakto  mad-yājī  māṁ  namaskuru  ([[Vanisource:BG 18.65|BG 18.65]]). Je  kunt  de  positie  van  Prahlāda  Mahārāja  niet  meteen  krijgen.  Dat  is niet  mogelijk. Het  proces  is  in  de eerste  plaats, sādhana-bhakti.  Deze  positie  van Prahlāda  Mahārāja  is  anders.  Hij  is  mahā-bhāgavata.  Op  veel  plaatsen  hebben  we  het  al  gezien, hij  is  nitya-siddha.  Er  zijn  twee  soorten  toegewijden,  drie: nitya-siddha, sādhana-siddha,  kṛpa-siddha.  Deze  dingen  zijn beschreven  in  The  Nectar  of  Devotion. Nitya-siddha  betekent  dat ze  eeuwige  metgezellen  van  de  Allerhoogste  Persoonlijkheid  Gods  zijn. Ze  heten  nitya-siddha.  En  sādhana-siddha  betekent iemand  die  is  gevallen  in  deze  materiële  wereld,  maar  door  de  praktijk  van  toegewijde  dienst  volgens  de  regels  en  regelgeving,  bevel  van  de  śāstra,  richting  van  de  goeroe,  op deze  manier, kan  men  ook  dezelfde  positie  als  de  nitya-siddha bereiken. Dit  is  sādhana-siddha. En  er  is  een  andere. Dat is kṛpa-siddha.  Kṛpa-siddha  betekent...  Net  als  Nityānanda  Prabhu, Hij  wilde  dat deze  Jagāi-Mādhāi  verlost  moesten  worden.  Er  was  geen  sādhana.  Ze  hebben  nooit  de regels  en  regelgeving  gevolgd.  Zij  waren  dieven  en  schurken, zeer  gevallen  staat. Maar Nityānanda  Prabhu  wilde  een  voorbeeld  tonen,  dat  "ik  zal  deze  twee  broers  verlossen.  Het  maakt  niet uit  dat  ze  zo  gevallen  zijn.Dat heet  kṛpa-siddha. Dus we  moeten  altijd  onthouden  dat  er  drie  categorieën  zijn:  nitya-siddha, sādhana-siddha  en  kṛpa-siddha. Maar  wanneer  ze  siddha  worden,  perfect,  door  elk  proces,  zijn  ze  op  hetzelfde  niveau.  Er  is  geen  onderscheid.
Dus de positie van Prahlāda Mahārāja is ''nitya-siddha''. ''Gaurāṅgera saṅgi gane nitya-siddha boli māne''. Caitanya Mahāprabhu, toen Hij kwam ... Niet alleen Hij, maar anderen ook. Net zoals er bij Kṛṣṇa zo veel toegewijden neerdaalden, net als Arjuna. Arjuna is ''nitya-siddha'' vriend. Toen Kṛṣṇa zei dat: "Ik vertelde deze filosofie van de Bhagavad-gītā aan de zonnegod," ''imaṁ vivasvate yogaṁ proktavān aham avyayam'' ([[NL/BG 4.1|BG 4.1]]), dat is zoveel miljoenen jaren geleden. Om de zaak te verhelderen vroeg Arjuna: "Kṛṣṇa, U bent van mijn leeftijd, hoe kan ik geloven dat U deze filosofie zoveel miljoenen jaren geleden vertelde?" Dus je weet wat Kṛṣṇa antwoordde: "Mijn beste Arjuna, zowel jij als Ik zijn al heel veel malen verschenen. Het verschil is dat jij het vergeten bent. Dat betekent dat jij ook op dat moment aanwezig was, want je bent mijn ''nitya-siddha'' vriend. Wanneer Ik verschijn, verschijn jij ook. Maar jij bent het vergeten, Ik ben het niet vergeten." Dat is het verschil tussen de ''jīva'' en de Heer, dat we een heel klein deeltje van de Allerhoogste zijn, daarom kunnen we het vergeten. Maar Kṛṣṇa vergeet niet. Dat is het verschil. Dus ''nitya-siddha''. Prahlāda Mahārāja moet worden begrepen als ''nitya, mahā-bhāgavata, nitya-siddha''. Ze verschijnen om de ''līlā'' van Kṛṣṇa te volbrengen.  


Dus de  positie  van  Prahlāda Mahārāja is  nitya-siddha. Gaurāṅgera  saṅgi  gane  nitya-siddha  boli  māne.  Caitanya  Mahāprabhu,  toen  Hij  kwam...  Niet  alleen  Hij,  maar  ook  anderen.  Net  als  bij  Kṛṣṇa  zo  veel  toegewijden,  daalden  ze  neer,  net  als  Arjuna.  Arjuna  is nitya-siddha,  nitya-siddha  vriend. Toen  Kṛṣṇa  zei  dat  "Ik  sprak  deze  filosofie  van  de  Bhagavad-gītā  aan  de  zonnegod,"  imaṁ  vivasvate  yogaṁ  proktavān  aham  avyayam  ([[Vanisource:BG 4.1|BG 4.1]]), dat is  zo  vele  miljoenen  jaren  geleden.  Om  de  zaak  te  verduidelijken,  Arjuna  vroeg  dat  'Kṛṣṇa,  U  bent  van  mijn  leeftijd.  Hoe  kan  ik geloven  dat  U  deze  filosofie  zo  vele  miljoenen  jaren  geleden  sprak?"  Dus  wat  Kṛṣṇa  antwoordde,  weet  je,  dat  "Mijn  beste  Arjuna,  zowel  jij  en  Ik,  we  verschenen  vele,  vele  malen. Het  verschil  is dat  je  het  vergeten  bent.  Dat  betekent  dat  je  ook  op  dat  moment  aanwezig  was,  want  je  bent  mijn  nitya-siddha  vriend.  Wanneer  Ik  verschijn,  verschijn  jij  ook.  Maar  jij  bent  het  vergeten;  Ik  ben  het  niet  vergeten."  Dat  is  het  verschil  tussen  de  jīva  en  (onduidelijk),  of  Heer,  dat  we  een heel  klein  deel  en  deeltje  van de  Allerhoogste  zijn;  daarom  kunnen  we  het  vergeten.  Maar  Kṛṣṇa  vergeet  niet.  Dat  is  het  verschil.  Dus  nitya-siddha.  Prahlāda  Mahārāja  moet  worden  begrepen  als  nitya, mahā-bhāgavata, nitya-siddha. Ze  verschijnen  om  de  līlā  van  Kṛṣṇa  te voltooien.
Dus we moeten niet proberen om Prahlāda Mahārāja te imiteren. Dat is niet goed. ''Mahājano yena gataḥ sa panthāḥ'', dat heb ik gisteren al uitgelegd. Prahlāda Mahārāja is een van de  ''mahājana's'', geautoriseerde persoon, geautoriseerde toegewijde. We moeten proberen hem te volgen.  


Dus  we  moeten  niet  proberen  om  Prahlāda  Mahārāja  te  imiteren.  Dat  is  niet  goed.  Mahājano  yena  gataḥ  sa  panthāḥ,  heb  ik  gisteren  al  uitgelegd.  Prahlāda  Mahārāja  is  een  van  de  mahājanas,  bevoegde  personen,  geautoriseerde  toegewijde.  We  moeten  proberen  om  hem  te  volgen.  Mahājano  yena  gataḥ  sa  panthāḥ.  Dus  śrutayo  vibhinnāḥ. 
:''tarko 'pratiṣṭhaḥ śrutayo vibhinnā''
 
:''nāsau munir yasya matam na bhinnam''
:tarko 'pratiṣṭhaḥ śrutayo vibhinnā
:''dharmasya tattvaṁ nihitaṁ guhāyāṁ''
:nāsau munir yasya matam na bhinnam
:''mahājano yena gataḥ sa panthāḥ''
:dharmasya tattvaṁ nihitaṁ guhāyāṁ
:mahājano yena gataḥ sa panthāḥ
:([[Vanisource:CC Madhya 17.186|CC Madhya 17.186]])
:([[Vanisource:CC Madhya 17.186|CC Madhya 17.186]])


Je kunt  God niet begrijpen door logica en argumenten. Het zal nooit afrekenen. Er zijn zo veel Māyāvādīs, ze gaan op  voortdurend: "Wat is God?" Neti neti: "Dit is niet, dit is niet, dit is niet. Wat is Brahman?" Dus door  dat proces zul  je nooit in staat zijn om te begrijpen wat God is. Jñāne prayāse udapāsya namanta eva. Caitanya Mahāprabhu heeft deze formule aanvaard. Door  kennis, door  uw  erudiete  beurs,  als  je wilt  begrijpen  - je kunt  een zeer  hoge standaard  geleerde zijn - maar dat is niet jouw kwalificatie om God te begrijpen. Dat is geen kwalificatie. Je moet je ijdelheid opgeven: "Ik ben rijk," "Ik ben erg geleerd," "Ik ben heel mooi," "Ik ben erg...", enzovoort, enzovoort. Ze zijn janmaiśvarya śruta śrī ([[Vanisource:SB 1.8.26|SB 1.8.26]]). Dit zijn geen kwalificaties. Kuntīdevī heeft gezegdakincana gocaraḥ: "Kṛṣṇa, U bent akiñcana gocara." Akiñcana. Kiñcana betekent dat als iemand denkt dat  "ik  bezit dit, daarom kan ik Kṛṣṇa kopen," oh, nee, dat is het niet. Dat is niet mogelijk. Je moet leeg worden, akiñcana-gocaraḥ.  
Je kan God niet begrijpen door logica en argumenten. Het zal nooit tot een conclusie komen. Er zijn zo veel ''māyāvādī's'', ze gaan altijd maar door: "Wat is God?" ''Neti neti'': "Dit is het niet, dit is het niet, dit is het niet. Wat is ''Brahman''?" Dus met dat proces zal je nooit in staat zijn om te begrijpen wat God is. ''Jñāne prayāse udapāsya namanta eva''. Caitanya Mahāprabhu heeft deze formule aanvaard. Als je het wil begrijpen door kennis, met je hoge geleerdheid - je kan een heel hoge geleerde zijn - maar dat is niet jouw kwalificatie om God te begrijpen. Dat is geen kwalificatie. Je moet je ijdelheid opgeven dat: "Ik ben rijk," "Ik ben erg geleerd," "Ik ben heel mooi," "Ik ben heel ...", enzovoort, enzovoort. Ze zijn ''janmaiśvarya śruta śrī'' ([[Vanisource:SB 1.8.26|SB 1.8.26]]). Dit zijn geen kwalificaties. Kuntīdevī heeft gezegd: ''akincana gocaraḥ'': "Kṛṣṇa, U bent ''akiñcana gocara''." ''Akiñcana''. ''Kiñcana'' betekent dat als iemand denkt: "Ik bezit dit, daarom kan ik Kṛṣṇa kopen," oh, nee, dat is het niet. Dat is niet mogelijk. Je moet leeg worden, ''akiñcana-gocaraḥ''.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 15:59, 29 January 2021



Lecture on SB 7.9.7 -- Mayapur, February 27, 1977

Pradyumna: Vertaling - Prahlāda Mahārāja richtte zijn geest en blik op Heer Nṛsiṁha-deva met volledige aandacht, compleet in trance. Met een gefixeerde geest begon hij liefdevol gebeden aan te bieden met een haperende stem.

Prabhupāda:

astauṣīd dharim ekāgra-
manasā susamāhitaḥ
prema-gadgadayā vācā
tan-nyasta-hṛdayekṣanaḥ
(SB 7.9.7)

Dus dit is het proces. Dit proces kan je niet meteen verwachten, maar als je het algemene proces oefent, dat is heel makkelijk te doen zoals wordt aanbevolen in de Bhagavad-gītā, man-manā bhava mad-bhakto mad-yājī māṁ namaskuru (BG 18.65). Je kan de positie van Prahlāda Mahārāja niet meteen krijgen. Dat is niet mogelijk. Het proces is in de eerste plaats, sādhana-bhakti. Deze positie van Prahlāda Mahārāja is anders. Hij is mahā-bhāgavata. Op veel plaatsen hebben we het al gezien, hij is nitya-siddha. Er zijn drie soorten toegewijden: nitya-siddha, sādhana-siddha, kṛpa-siddha. Deze dingen zijn beschreven in de Nectarzee van zuivere liefde. Nitya-siddha betekent dat ze eeuwige metgezel van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zijn. Ze heten nitya-siddha. En sādhana-siddha betekent iemand die in deze materiële wereld gevallen is, maar door het beoefenen van toegewijde dienst volgens de regels en bepalingen, voorschriften in de śāstra, aanwijzingen van de guru, op deze manier kan men ook dezelfde positie als de nitya-siddha bereiken. Dit is sādhana-siddha. En er is een andere. Dat is kṛpa-siddha. Kṛpa-siddha betekent ... Net als Nityānanda Prabhu, Hij wilde dat Jagāi en Mādhāi verlost zouden worden. Er was geen sādhana. Ze volgden nooit de regels en bepalingen. Het waren dieven en schurken, heel gevallen staat. Maar Nityānanda Prabhu wilde een voorbeeld geven: "Ik zal deze twee broers verlossen. Het maakt niet uit dat ze zo gevallen zijn." Dat heet kṛpa-siddha. Dus we moeten altijd onthouden dat er drie categorieën zijn: nitya-siddha, sādhana-siddha en kṛpa-siddha. Maar wanneer ze perfect worden, siddha, door eender proces, zijn ze op hetzelfde niveau. Er is geen onderscheid.

Dus de positie van Prahlāda Mahārāja is nitya-siddha. Gaurāṅgera saṅgi gane nitya-siddha boli māne. Caitanya Mahāprabhu, toen Hij kwam ... Niet alleen Hij, maar anderen ook. Net zoals er bij Kṛṣṇa zo veel toegewijden neerdaalden, net als Arjuna. Arjuna is nitya-siddha vriend. Toen Kṛṣṇa zei dat: "Ik vertelde deze filosofie van de Bhagavad-gītā aan de zonnegod," imaṁ vivasvate yogaṁ proktavān aham avyayam (BG 4.1), dat is zoveel miljoenen jaren geleden. Om de zaak te verhelderen vroeg Arjuna: "Kṛṣṇa, U bent van mijn leeftijd, hoe kan ik geloven dat U deze filosofie zoveel miljoenen jaren geleden vertelde?" Dus je weet wat Kṛṣṇa antwoordde: "Mijn beste Arjuna, zowel jij als Ik zijn al heel veel malen verschenen. Het verschil is dat jij het vergeten bent. Dat betekent dat jij ook op dat moment aanwezig was, want je bent mijn nitya-siddha vriend. Wanneer Ik verschijn, verschijn jij ook. Maar jij bent het vergeten, Ik ben het niet vergeten." Dat is het verschil tussen de jīva en de Heer, dat we een heel klein deeltje van de Allerhoogste zijn, daarom kunnen we het vergeten. Maar Kṛṣṇa vergeet niet. Dat is het verschil. Dus nitya-siddha. Prahlāda Mahārāja moet worden begrepen als nitya, mahā-bhāgavata, nitya-siddha. Ze verschijnen om de līlā van Kṛṣṇa te volbrengen.

Dus we moeten niet proberen om Prahlāda Mahārāja te imiteren. Dat is niet goed. Mahājano yena gataḥ sa panthāḥ, dat heb ik gisteren al uitgelegd. Prahlāda Mahārāja is een van de mahājana's, geautoriseerde persoon, geautoriseerde toegewijde. We moeten proberen hem te volgen.

tarko 'pratiṣṭhaḥ śrutayo vibhinnā
nāsau munir yasya matam na bhinnam
dharmasya tattvaṁ nihitaṁ guhāyāṁ
mahājano yena gataḥ sa panthāḥ
(CC Madhya 17.186)

Je kan God niet begrijpen door logica en argumenten. Het zal nooit tot een conclusie komen. Er zijn zo veel māyāvādī's, ze gaan altijd maar door: "Wat is God?" Neti neti: "Dit is het niet, dit is het niet, dit is het niet. Wat is Brahman?" Dus met dat proces zal je nooit in staat zijn om te begrijpen wat God is. Jñāne prayāse udapāsya namanta eva. Caitanya Mahāprabhu heeft deze formule aanvaard. Als je het wil begrijpen door kennis, met je hoge geleerdheid - je kan een heel hoge geleerde zijn - maar dat is niet jouw kwalificatie om God te begrijpen. Dat is geen kwalificatie. Je moet je ijdelheid opgeven dat: "Ik ben rijk," "Ik ben erg geleerd," "Ik ben heel mooi," "Ik ben heel ...", enzovoort, enzovoort. Ze zijn janmaiśvarya śruta śrī (SB 1.8.26). Dit zijn geen kwalificaties. Kuntīdevī heeft gezegd: akincana gocaraḥ: "Kṛṣṇa, U bent akiñcana gocara." Akiñcana. Kiñcana betekent dat als iemand denkt: "Ik bezit dit, daarom kan ik Kṛṣṇa kopen," oh, nee, dat is het niet. Dat is niet mogelijk. Je moet leeg worden, akiñcana-gocaraḥ.