NL/Prabhupada 0463 - Als je je geest traint om alleen aan Krishna te denken, dan ben je veilig

Revision as of 15:45, 26 March 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0463 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1977 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 7.9.8 -- Mayapur, February 28, 1977

Pradyumna: Vertaling - "Prahlāda Mahārāja bad: Hoe is het mogelijk voor mij, die geboren is in een familie van asura's, om geschikte gebeden tot de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te richten om Hem tevreden te stellen? Zelfs tot op heden, alle halfgoden, onder leiding van Heer Brahmā, en al de heilige personen konden de Heer niet tevreden stellen door stromen van uitstekende woorden, hoewel deze personen zeer gekwalificeerd zijn, die in de hoedanigheid goedheid zijn. Dan wat is er te zeggen over mij? Ik ben helemaal niet gekwalificeerd."

Prabhupāda:

śrī prahlāda uvāca
brahmādayaḥ sura-gaṇā munaya 'tha siddhāḥ
sattvaikatāna-gatāyo vacasāṁ pravāhaiḥ
nārādhituṁ puru-guṇair adhunāpi pipruḥ
kiṁ toṣṭum arhati sa me harir ugra-jāteḥ
(SB 7.9.8)

Dus ugra-jāteḥ betekent demonische familie, gepassioneerd. Ugra. Er zijn drie kwaliteiten in deze materiële wereld. Daarom wordt er gezegd guṇa-Mayi. Daivī hy eṣā guṇa-mayī (BG 7.14). Guṇa-mayī betekent drie guṇas, drie hoedanigheden van de materiële natuur: sattva-guṇa, rajo-guṇa en tamo-guṇa. Dus onze geest springt. Iedereen kent de aard van de geest, soms het accepteren van één ding, dan weer verwerpen. Saṅkalpa-vikalpa. Dit is de kwaliteit van de geest, of de aard van de geest. Soms springt de geest op sattva-guṇa, soms op de rajo-guṇa, soms op de tamo-guṇa. Op deze manier krijgen we verschillende soorten mentaliteit. Op deze manier op het tijdstip van overlijden, de mentaliteit die, juist op het moment van het verlaten van dit lichaam, zal mij naar een ander lichaam brengen van sattva-guṇa, rajo-guṇa, tamo-guṇa. Dit is de manier van transmigratie van de ziel. Daarom moeten we de geest trainen totdat we een ander lichaam krijgen. Dat is de kunst van het leven. Dus als je je geest traint om simpelweg aan Krishna te denken, dan ben je veilig. Anders is er een kans op ongelukken. Yaṁ yaṁ vāpi smaran bhāvaṁ tyajaty ante kalevaram (BG 8.6). Op het moment dat we dit lichaam verlaten, als we niet hebben geoefend de geest, vast te stellen aan de lotusvoeten van Kṛṣṇa, dan is er... (break) We krijgen een bepaald type lichaam.

Dus Prahlāda Mahārāja, hoewel hij niet behoort tot dit platform van mentale speculatie... Hij is nitya-siddha. Hij heeft geen kans, omdat hij altijd aan Kṛṣṇa denkt. (Luid elektrisch lawaai) (terzijde :) Wat is dat? Sa vai manaḥ... (weer lawaai) Sa vai manaḥ kṛṣṇa-padāravindayor (SB 9.4.18). Oefen dit hele simpele iets. Kṛṣṇa is hier. We zien de Deity dagelijks, en we zien de lotusvoeten van Kṛṣṇa. Fix je geest op die manier; dan ben je veilig. Heel simpel ding. Ambarīṣa Mahārāja, hij was ook een groot toegewijde. Hij was de koning, zeer verantwoordelijke persoon, politiek. Maar hij oefende op een zodanige wijze, dat hij zijn geest op de lotusvoeten van Kṛṣṇa richtte. Sa vai manaḥ kṛṣṇa-padāravindayor vacāṁsi vaikuṇṭha-guṇānuvarṇane. Deze praktijk. Praat geen onzin. (opnieuw lawaai) Wat is het probleem? Haal het weg..