NL/Prabhupada 0499 - Vaisnava is heel barmhartig en genadig want hij voelt voor anderen

Revision as of 16:57, 15 July 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0499 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1972 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 2.15 -- Hyderabad, November 21, 1972

Brahma-bhūtaḥ prasannâtmâ na śocati na kāṅkṣati (BG 18.54). Op dat moment kan je het gevoel krijgen dat ieder levend wezen precies zoals jij is. Het maakt niet uit of hij een geleerde brāhmaṇa is, of hij is een hond, of hij is een caṇḍāla, of hij is een olifant.

vidyā-vinaya-sampanne
brāhmaṇe gavi hastini
śuni caiva śva-pāke ca
paṇḍitāḥ sama-darśinaḥ
(BG 5.18)

Dat is nodig. Dat is spirituele visie. Paṇḍitāḥ sama-darśinaḥ. Daarom is een toegewijde een eerste klasse paṇḍita. Een toegewijde. Omdat hij sama-darśinaḥ is. Sama-darśinaḥ betekent dat hij voelt voor anderen. Een Vaiṣṇava... Para-duḥkha-duḥkhī, kṛpāmbudhir yaḥ. Vaiṣṇava is zeer goedhartig, barmhartig, want hij voelt voor anderen. Hij voelt voor anderen in die zin dat hij weet wat hij is. Hij ziet ieder levend wezen als onderdeel van God: "Nu, hier is een onderdeel van God. Hij zou terug naar huis, terug naar God zijn gegaan, en danste met Hem, en leefde zeer mooi, eeuwig, gelukzalig. Nu is hij hier aan het rotten als een varken, of als mens of als een koning. Hetzelfde. Het is alleen voor enkele jaren." Dus een toegewijde probeert daarom om hem uit deze illusie te krijgen. Daarom wordt hij para-duḥkha-duḥkhī genoemd. Hij voelt de noodlijdende toestand van anderen. Niet deze politieke leiders of sociale... Wat kunnen ze doen? Ze maken hun eigen fortuin. Dat is alles. Of wat is dat geluk? Dat is ook het ongeluk. Als iemand denkt: "Ik heb wat geld. Ik ben zeer gelukkig." Het is, eigenlijk is het niet fortuinlijk. Echt gelukkig is hij die is gevorderd in Kṛṣṇa-bewustzijn. Hij is gelukkig. Anderszins, iedereen is ongelukkig. Allen zijn ongelukkig.

Dus op deze manier, men moet tot spiritueel inzicht komen, en het symptoom is dat hij niet verstoord wordt door de materiele omwentelingen. Yaṁ hi na vyathayanty ete puruṣaṁ puruṣarṣabha, sama-duḥkha-sukham. Het symptoom is sama-duḥkha... Omdat hij weet dat dit dromen is. Stel dat je droomt. Dus of je lijdt in aanwezigheid van een tijger, of word je een koning in een droom, wat is de waarde? Het is hetzelfde. Er is geen verschil. Immers, het is dromen. Daarom sama-sukha-duḥkha. Als ik erg blij wordt, want ik ben een koning of een grote man geworden, dat is ook dromen. En als ik denk dat "ik ben zo arm, Oh, ik lijd, ik ben ziek," dat is ook hetzelfde. Daarom heeft Kṛṣṇa in de vorige verzen gezegd: tāṁs titikṣasva bhārata. "Gewoon een beetje oefenen om te tolereren. Doe je eigen zaak, Kṛṣṇa-bewustzijn." Yudhyasva mām anusmara (BG 8.7). Onze echte zaken zijn, zoals Kṛṣṇa zegt: man-manā bhava mad-bhakto mad-yājī māṁ namaskuru (BG 18.65). "Denk altijd aan Mij." Dus deze uitoefening zou moeten doorgaan. Het maakt niet uit of ik zogenaamd ellendig of gelukkig ben. Hier... In het Caitanya-caritāmṛta wordt gezegd, 'dvaite' bhadrābhadra-jñāna saba 'manodharma', 'ei bhāla ei manda' ei saba 'bhrama'. Dvaite, in deze dualiteit, de wereld van de dualiteit, Hier, in deze materiële wereld, het, "Dit ding is zeer goed, dit ding is heel slecht," het is gewoon een mentaal verzinsel. Alles is hier slecht. Niets goeds. Dus dit is alleen onze mentale creatie. "Dit is goed, dit is slecht." We doen dat. Net als in het politieke veld. "Deze partij is leuk. Deze partij is slecht." Maar iedere partij gaat aan de macht, je conditie is hetzelfde. De prijs van de goederen stijgen. Het heeft geen afname, of je deze partij of die partij verandert. Dus het zijn allemaal verzinsels.