NL/Prabhupada 0545 - Echte welzijnsactiviteiten betekent in het belang van de ziel handelen

Revision as of 18:06, 22 July 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0545 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1976 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

His Divine Grace Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati Gosvami Prabhupada's Appearance Day, Lecture -- Mayapur, February 21, 1976

Prabhupāda: Dus toen Chaitanya Mahāprabhu para-upakāra wilde doen...

bhārata bhūmite manuṣya-janma haila yāra
(manuṣya) janma sārthaka kari' kara para-upakāra
(CC Adi 9.41)

Deze liefdadigheids activiteiten betekende geen liefdadigheid voor dit lichaam. Het was bedoeld voor de ziel, hetzelfde als Kṛṣṇa indruk wilde maken op Arjuna, dat "Je bent dit lichaam niet. Je bent ziel." Antavanta ime dehaḥ nityasyoktāḥ śarīriṇaḥ, na hanyate hanyamāne śarīre (BG 2.20). Dus echte liefdadigheids activiteiten betekent het belang van de ziel te zien. Dus wat is het belang van de ziel? Het belang van de ziel is, dat de ziel een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa is, God. Net als een kleine vonk van het vuur een essentieel onderdeel is van de grote brand, op dezelfde manier, wij levende wezens, we zijn erg minutieus, klein vonkje van de Allerhoogste Brahman, Para-brahman of Kṛṣṇa. Dus zoals de vonk in het vuur er erg mooi uitziet, het vuur ziet er ook mooi uit, en de vonk ziet er ook mooi uit, maar zodra de vonken naar beneden vallen van het vuur, dan wordt het gedoofd.

Dus onze conditie is, dat de... Onze huidige positie is dat we zijn gevallen uit de hele brand, Kṛṣṇa. Dit wordt in een eenvoudige Bengaalse taal uitgelegd:

kṛṣṇa bhūliyā jīva bhoga vāñchā kare
pasate māyā tāre jāpaṭiyā dhare

Māyā betekent duisternis, onwetendheid. Dus dit voorbeeld is erg mooi. De vonken van het vuur dansen erg mooi met vuur, het is ook verhelderend. Maar zodra het naar beneden op de grond valt, wordt het as, zwarte as, geen vurige kwaliteit meer. Op dezelfde manier zijn we bedoeld om te dansen, en spelen en wandelen en leven met Kṛṣṇa. Dat is onze werkelijke positie. Dat is Vṛndāvana. Iedereen... Iedereen is verbonden met Kṛṣṇa. Daar de bomen, daar de bloemen, water, de koeien, de kalveren, de koeherdersjongens, of oudere koeherders, Nanda Mahārāja, andere personen van zijn leeftijd, dan Yaśodāmayī, moeder, dan gopīs - op deze manier, Vṛndāvana leven, Vṛndāvana beeld. Kṛṣṇa komt met een volledig Vṛndāvana beeld, en Hij toont Zijn Vṛndāvana leven, cintāmaṇi-prakara-sadmasu, alleen maar om ons aan te trekken, dat "Je probeert om te genieten in deze materiële wereld, maar hier kun je niet genieten omdat je eeuwig bent. Je kunt hier geen eeuwig leven krijgen. Dus je komt tot Mij. Je komt tot Mij." Tyaktvā dehaṁ punar janma naiti mām eti kaunteya (BG 4.9). Dit is de Kṛṣṇa-bewustzijns beweging. (zijdelings :) Vraag hen te wachten voor prasādam. Tyaktvā dehaṁ punar janma naiti mām eti. Dit is de uitnodiging. Mām eti: "Hij komt terug naar huis, terug naar God." Dit is het hele instructie van de Bhagavad-gītā. En aan het eind zegt Hij, sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja (BG 18.66). Waarom val je jezelf lastig, zoveel plannen vervaardigend om het materiële leven aan te passen? Dat is niet mogelijk. Hier is het niet mogelijk. Zo lang je hier in materiële vereniging bent, dan moet je van lichaam veranderen. Prakṛteḥ kriyamāṇāni... (BG 3.27). Prakṛti-stho. Wat is dat vers? Puruṣaḥ prakṛti-stho 'pi...

Hṛdayānanda: Bhuñjate prakṛti-jān guṇān.

Prabhupāda: Ha. Bhuñjate prakṛti-jān guṇān (BG 13.22).