NL/Prabhupada 0547 - Ik dacht: laat me eerst een hele rijke man worden, dan zal ik prediken: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0547 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1969 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, New York]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, New York]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0546 - Publiceer zoveel mogelijk boeken en verspreid ze over de hele wereld|0546|NL/Prabhupada 0548 - Als je op het punt bent gekomen om alles op te geven voor Hari|0548}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|IW0MtUCJ99o|Ik dacht: ik zal eerst een erg rijk man worden; daarna zal ik prediken<br />- Prabhupāda 0547}}
{{youtube_right|zgd8tzggWVM|Ik dacht: laat me eerst een hele rijke man worden, dan zal ik prediken<br />- Prabhupāda 0547}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/690417LE.NY_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/690417LE.NY_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Prabhupada: Alles goed?  
Prabhupada: Alles goed?


Toegewijden: Jaya.  
Toegewijden: Jaya.


Prabhupāda: Hare Kṛṣṇa. (Grinnikt) Ārādhito yadi haris tapasā tataḥ kim (Nārada-pañcarātra). Govindam ādi-puruṣa staat bekend als Hari. Hari betekent "degene die al je ellende wegneemt." Dat is Hari. Hara. Hara betekent wegnemen. Harate. Dus net als een dief ook wegneemt, maar hij neemt de waardevolle dingen weg, materiele overweging, soms neemt Kṛṣṇa ook je materiele waardevolle spullen weg alleen maar om je een speciale gunst te laten zien. Yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad-dhanaṁ śanaiḥ ([[Vanisource:SB 10.88.8|SB 10.88.8]]). Yudhiṣṭhira Mahārāja informeerde van Kṛṣṇa dat "We worden verondersteld heel vroom te zijn. Mijn broers zijn grote krijgers, mijn vrouw is precies de godin van het geluk, en bovenal, U bent onze persoonlijke vriend. Dus hoe is dit dat we alles hebben verloren? (Grinnikt) We hebben ons koninkrijk verloren, we hebben onze vrouw verloren, we hebben onze eer verloren -. Alles" Dus in antwoord op dit zei Kṛṣṇa, yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad-dhanaṁ śanaiḥ: "Mijn eerste gunst is dat ik alle rijkdom van Mijn toegewijde wegneem." Daarom zijn mensen dan ook niet erg enthousiast om tot het Kṛṣṇa-bewustzijn te komen. Maar Hij doet het. Net als de Pāṇḍava in het begin in de problemen gebracht werden, maar later werden ze de meest verheven persoonlijkheden gedurende de gehele geschiedenis. Dat is Kṛṣṇa's gunst. In het begin kan Hij doen zoals dat omdat we gehechtheid hebben voor onze materiële aanwinsten.  
Prabhupāda: Hare Kṛṣṇa. (grinnikt) ''Ārādhito yadi haris tapasā tataḥ kim'' (Nārada-pañcarātra). ''Govindam ādi-puruṣa'' staat bekend als Hari. Hari betekent: "die al je ellende wegneemt." Dat is Hari. ''Hara''. ''Hara'' betekent wegnemen. ''Harate''. Dus net zoals een dief wegneemt, maar die neemt materieel gezien de waardevolle dingen weg. Soms neemt Kṛṣṇa ook je materiële waardevolle spullen weg, alleen maar om je een speciale gunst te geven. ''Yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad-dhanaṁ śanaiḥ'' [[Vanisource:SB 10.88.8|SB 10.88.8]]). Yudhiṣṭhira Mahārāja vroeg aan Kṛṣṇa: "We worden verondersteld heel vroom te zijn. Mijn broers zijn grote strijders, mijn vrouw is als de godin van het geluk, en bovenal, U bent onze persoonlijke vriend. Dus hoe kan het dat we alles hebben verloren? (grinnikt) We hebben ons koninkrijk verloren, we hebben onze vrouw verloren, we hebben onze eer verloren - alles." Dus als antwoord hierop zei Kṛṣṇa: ''yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad-dhanaṁ śanaiḥ'': "Mijn eerste gunst is dat Ik alle rijkdom van Mijn toegewijde wegneem." Daarom zijn de mensen niet erg enthousiast om bij het Kṛṣṇa-bewustzijn te komen. Maar Hij doet het. Net zoals de Pāṇḍava's in het begin in de problemen gebracht werden, maar later werden ze de meest verheven persoonlijkheden van de hele geschiedenis. Dat is Kṛṣṇa's gunst. In het begin kan Hij dat doen omdat we gehechtheid hebben aan onze materiële bezittingen.  


Dus dat is mijn persoonlijke ervaring. In het begin, toen mijn Guru Mahārāja me beval, dacht ik dat "Ik zal in de eerste plaats een zeer rijk man worden, dan zal ik prediken." (Lacht) Dus ik was het erg goed aan het doen in het bedrijfsleven. In de zakenwereld kreeg ik zeer goede naam, en met wie ik te maken had in zaken, ze waren zeer tevreden. Maar Kṛṣṇa verrichte een truc dat Hij alles brak, en Hij verplichtte mij om sannyāsa nemen. Dus dat is Hari. Zodat ik naar jullie land moest komen met slechts zeven dollar. Dus ze zijn kritiek aan het geven: "De Swami kwam hier met geen geld. Nu is hij zo weelderig." (Grinnikt) Dus ze nemen de achterkant, zwarte kant, zie je? Maar dit ding is... Natuurlijk heb ik geprofiteerd, winstgevend geworden, of ik heb winst verworven. Ik verliet mijn huis, mijn kinderen en alles. Ik kwam hier als een arme man met zeven dollars. Dat is geen geld. Maar ik heb nu groot landgoed , honderden kinderen. (gelach) En ik heb niet te denken aan hun provisie. Ze denken aan mij. Dus dat is Kṛṣṇa's gunst. In het begin, lijkt het zeer bitter. Toen ik sannyāsa nam, toen ik alleen woonde, voelde ik me erg bitter. Ik, soms dacht ik, "Wat heb ik verkeerd gedaan door het aanvaarden?" Dus toen ik dit Back to Godhead publiceerde in Delhi, een dag ranselde een stier me af mij, en ik viel op het voetpad en ik kreeg ernstige verwondingen. Ik was alleen. Dus ik dacht: "Wat is dit?" Dus ik had erg, dagen van grote beproevingen, maar het was allemaal bedoeld voor het goede. Dus wees niet bang voor beproevingen. Zie je? Ga vooruit. Kṛṣṇa zal je bescherming geven. Dat is Kṛṣṇa's belofte in de Bhagavad Gita. Kaunteya pratijānīhi na me bhaktaḥ praṇaśyati: ([[Vanisource:BG 9.31|BG 9.31]]) "Kaunteya, Mijn lieve zoon van Kunti, Arjuna, je kunt bekend maken aan de hele wereld dat Mijn toegewijden nooit zullen worden overwonnen. Je kunt dat bekend maken." En waarom vraagt Hij aan ​​Arjuna om het bekend te maken? Waarom maakt Hij dat niet Zelf bekend? Er is betekenis. Want als Hij belooft, er zijn gevallen, dat hij soms zijn belofte brak. Maar als een toegewijde iets belooft, zal het nooit worden verbroken. Kṛṣṇa zal bescherming bieden; Daarom zegt Hij aan Zijn toegewijde dat "je maakt bekend." Er is geen kans om te worden verbroken. Kṛṣṇa is zo vriendelijk dat Hij Zijn belofte breekt, maar als Zijn toegewijde beloven, Hij neemt heel voorzichtig aandacht dat die belofte van Zijn toegewijde niet kan worden gebroken. Dat is Kṛṣṇa's gunst.
Dus dat is mijn persoonlijke ervaring. In het begin toen mijn Guru Mahārāja me de opdracht gaf dacht ik dat: "Laat me eerst een hele rijke man worden, dan zal ik prediken." (lacht) Dus het zakendoen ging heel goed. In de zakenwereld kreeg ik een heel goede naam, en degene waarmee ik zaken deed waren heel tevreden. Maar Kṛṣṇa deed zulke trucjes dat alles brak, en Hij verplichtte me om ''sannyāsa'' te nemen. Dus dat is Hari. Zodat ik naar jullie land moest komen met maar zeven dollar. Dus ze bekritiseren: "De swami kwam hier zonder geld. Nu is hij zo rijk." (grinnikt) Dus ze nemen de achterkant, zwarte kant, zie je? Maar dit ding is ... Natuurlijk ben ik winstgevend geworden, of ik heb winst verkregen. Ik heb mijn huis, mijn kinderen en alles verlaten. Ik kwam hier als een arme man met zeven dollars. Dat is geen geld. Maar ik heb nu grote bezittingen en honderden kinderen. (gelach) En ik hoef niet aan hun onderhoud te denken. Ze denken aan mij. Dus dat is Kṛṣṇa's gunst.  
 
In het begin lijkt het heel bitter. Toen ik ''sannyāsa'' nam, toen ik alleen woonde, voelde ik me erg bitter. Soms dacht ik: "Of ik er verkeerd aan gedaan heb met het aanvaarden?" Dus toen ik Back to Godhead in Delhi publiceerde, op een dag gaf een stier me een stoot en ik viel op het voetpad en ik was ernstig verwond. Ik was alleen. Dus ik dacht: "Wat is dit?" Dus ik had dagen van grote beproevingen, maar het was allemaal bedoeld voor het goede. Wees dus niet bang voor beproevingen. Zie je? Ga vooruit. Kṛṣṇa zal je bescherming geven.  
 
Dat is Kṛṣṇa's belofte in de Bhagavad-gītā. ''Kaunteya pratijānīhi na me bhaktaḥ praṇaśyati'': ([[NL/BG 9.31|BG 9.31]]) "Kaunteya, Mijn beste zoon van Kunti, Arjuna, je kan het in de hele wereld bekend maken dat Mijn toegewijden nooit zullen worden verslagen. Je kan dat bekend maken." En waarom vraagt Hij ​​Arjuna om het bekend te maken? Waarom maakt Hij dat Zelf niet bekend? Er is een reden. Want als Hij belooft, er zijn gevallen dat Hij soms zijn belofte brak. Maar als een toegewijde het belooft zal het nooit verbroken worden. Kṛṣṇa zal bescherming geven. Daarom zegt Hij tegen Zijn toegewijde dat: "Jij maakt het bekend." Er is geen kans dat het wordt verbroken. Kṛṣṇa is zo aardig dat Hij soms Zijn belofte breekt, maar als Zijn toegewijde het belooft dan is Hij heel aandachtig dat de belofte van Zijn toegewijde niet gebroken kan worden. Dat is Kṛṣṇa's gunst.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:14, 29 January 2021



Lecture -- New York, April 17, 1969

Prabhupada: Alles goed?

Toegewijden: Jaya.

Prabhupāda: Hare Kṛṣṇa. (grinnikt) Ārādhito yadi haris tapasā tataḥ kim (Nārada-pañcarātra). Govindam ādi-puruṣa staat bekend als Hari. Hari betekent: "die al je ellende wegneemt." Dat is Hari. Hara. Hara betekent wegnemen. Harate. Dus net zoals een dief wegneemt, maar die neemt materieel gezien de waardevolle dingen weg. Soms neemt Kṛṣṇa ook je materiële waardevolle spullen weg, alleen maar om je een speciale gunst te geven. Yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad-dhanaṁ śanaiḥ SB 10.88.8). Yudhiṣṭhira Mahārāja vroeg aan Kṛṣṇa: "We worden verondersteld heel vroom te zijn. Mijn broers zijn grote strijders, mijn vrouw is als de godin van het geluk, en bovenal, U bent onze persoonlijke vriend. Dus hoe kan het dat we alles hebben verloren? (grinnikt) We hebben ons koninkrijk verloren, we hebben onze vrouw verloren, we hebben onze eer verloren - alles." Dus als antwoord hierop zei Kṛṣṇa: yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad-dhanaṁ śanaiḥ: "Mijn eerste gunst is dat Ik alle rijkdom van Mijn toegewijde wegneem." Daarom zijn de mensen niet erg enthousiast om bij het Kṛṣṇa-bewustzijn te komen. Maar Hij doet het. Net zoals de Pāṇḍava's in het begin in de problemen gebracht werden, maar later werden ze de meest verheven persoonlijkheden van de hele geschiedenis. Dat is Kṛṣṇa's gunst. In het begin kan Hij dat doen omdat we gehechtheid hebben aan onze materiële bezittingen.

Dus dat is mijn persoonlijke ervaring. In het begin toen mijn Guru Mahārāja me de opdracht gaf dacht ik dat: "Laat me eerst een hele rijke man worden, dan zal ik prediken." (lacht) Dus het zakendoen ging heel goed. In de zakenwereld kreeg ik een heel goede naam, en degene waarmee ik zaken deed waren heel tevreden. Maar Kṛṣṇa deed zulke trucjes dat alles brak, en Hij verplichtte me om sannyāsa te nemen. Dus dat is Hari. Zodat ik naar jullie land moest komen met maar zeven dollar. Dus ze bekritiseren: "De swami kwam hier zonder geld. Nu is hij zo rijk." (grinnikt) Dus ze nemen de achterkant, zwarte kant, zie je? Maar dit ding is ... Natuurlijk ben ik winstgevend geworden, of ik heb winst verkregen. Ik heb mijn huis, mijn kinderen en alles verlaten. Ik kwam hier als een arme man met zeven dollars. Dat is geen geld. Maar ik heb nu grote bezittingen en honderden kinderen. (gelach) En ik hoef niet aan hun onderhoud te denken. Ze denken aan mij. Dus dat is Kṛṣṇa's gunst.

In het begin lijkt het heel bitter. Toen ik sannyāsa nam, toen ik alleen woonde, voelde ik me erg bitter. Soms dacht ik: "Of ik er verkeerd aan gedaan heb met het aanvaarden?" Dus toen ik Back to Godhead in Delhi publiceerde, op een dag gaf een stier me een stoot en ik viel op het voetpad en ik was ernstig verwond. Ik was alleen. Dus ik dacht: "Wat is dit?" Dus ik had dagen van grote beproevingen, maar het was allemaal bedoeld voor het goede. Wees dus niet bang voor beproevingen. Zie je? Ga vooruit. Kṛṣṇa zal je bescherming geven.

Dat is Kṛṣṇa's belofte in de Bhagavad-gītā. Kaunteya pratijānīhi na me bhaktaḥ praṇaśyati: (BG 9.31) "Kaunteya, Mijn beste zoon van Kunti, Arjuna, je kan het in de hele wereld bekend maken dat Mijn toegewijden nooit zullen worden verslagen. Je kan dat bekend maken." En waarom vraagt Hij ​​Arjuna om het bekend te maken? Waarom maakt Hij dat Zelf niet bekend? Er is een reden. Want als Hij belooft, er zijn gevallen dat Hij soms zijn belofte brak. Maar als een toegewijde het belooft zal het nooit verbroken worden. Kṛṣṇa zal bescherming geven. Daarom zegt Hij tegen Zijn toegewijde dat: "Jij maakt het bekend." Er is geen kans dat het wordt verbroken. Kṛṣṇa is zo aardig dat Hij soms Zijn belofte breekt, maar als Zijn toegewijde het belooft dan is Hij heel aandachtig dat de belofte van Zijn toegewijde niet gebroken kan worden. Dat is Kṛṣṇa's gunst.