NL/Prabhupada 0571 - Men moet niet in het familieleven blijven. Dat is de Vedische cultuur: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0571 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Int...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0570 - Zelfs onbegrip tussen man en vrouw - geen sprake van scheiding -|0570|NL/Prabhupada 0572 - Waarom zou je zeggen: "Oh, ik kan je niet toestaan om in mijn kerk te spreken"|0572}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|1GbEdesh9e8|Men moet niet in het familie leven blijven. Dat is Vedische cultuur<br />- Prabhupāda 0571}}
{{youtube_right|7vNcyxqZ2uc|Men moet niet in het familieleven blijven. Dat is de Vedische cultuur<br />- Prabhupāda 0571}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/681230IV-LA_part12_clip.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/681230IV-LA_part12_clip.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Journalist: Als u nu ... Gaat u naar dit instituut voor een bepaalde periode?  
Journalist: Gaat men naar dit instituut voor een bepaalde periode?  


Prabhupāda: Er is geen vaste periode. Nee. Maar, laten we zeggen, voor mij, ik was opgeleid, mijn vader was van deze lijn...  
Prabhupāda: Er is geen vaste periode. Nee. Maar, zeg, voor mij, ik was opgeleid, mijn vader was in deze lijn ...  


Journalist: Oh, uw vader ...  
Journalist: Oh, uw vader ...


Prabhupāda: Oh ja. Mijn vader trainde me vanaf de kindertijd, ja. En toen ontmoette ik mijn spirituele meester in 1922, en ik werd geinitieerd... Over het geheel genomen was er een achtergrond, want zoals ik al zei, 80, 90 procent mensen zijn Kṛṣṇa bewust door het familie leven. Zie je? Dus we werden getraind vanaf het begin van ons leven. Officieel, natuurlijk, aanvaarde ik mijn spirituele meester in 1933. Sindsdien had ik wat achtergrond, en sindsdien ontmoette ik, ontwikkelde ik dit idee.  
Prabhupāda: Oh ja. Mijn vader trainde me vanaf de kindertijd, ja. En toen ontmoette ik mijn spiritueel leraar in 1922, en ik werd geïnitieerd in ... Over het geheel was er een achtergrond, want zoals ik al zei, 80, 90 procent van de mensen zijn Kṛṣṇa-bewust vanuit de familie. Snap je? Dus we zijn vanaf het begin van ons leven getraind. Natuurlijk, officieel aanvaarde ik mijn spiritueel leraar in 1933. Ik had wat achtergrond, en sinds ik hem ontmoette ontwikkelde ik dit idee.  


Journalist: Ik zie, ik zie. Dus u bent, in zekere zin, dit woord aan het verspreiden sinds 1933 op uw eigen.  
Journalist: Oké, oké. Dus u bent, in zekere zin, dit woord sinds 1933 zelfstandig aan het verspreiden.  


Prabhupāda: Nee, ik verspreidt als missionaris sinds negentienhonderd..., praktisch sinds '59.  
Prabhupāda: Nee, ik ben het als missionaris aan het verspreiden sinds negentienhonderd ..., in feite sinds '59.


Journalist: '59, ik zie. Wat heeft u vanaf het moment dat...  
Journalist: '59, oké. Wat deed u vanaf de tijd ...


Prabhupāda: Ik was een heer des huizes. Ik was zaken aan het doen in de geneeskunde. Vroeger was ik manager in een groot chemisch bedrijf. Maar ik was deze kennis aan het cultiveren, hoewel ik heer des huizes was. Ik was dit Back to Godhead aan het publiceren...  
Prabhupāda: Ik was een huisvader. Ik deed zaken met medicijnen. Daarvoor was ik manager in een groot chemisch bedrijf. Maar ik ontwikkelde deze kennis hoewel ik huisvader was. Ik publiceerde Back to Godhead ...  


Journalist: Dus u was aan het publiceren van dat...  
Journalist: Dus u publiceerde dat ...


Prabhupāda: In India.  
Prabhupāda: In India.


Journalist: Oh, ik zie.  
Journalist: Oh, oké.  


Prabhupāda: Ja, ik begon in 1947 onder het bevel van mijn spirituele meester. Dus wat ik verdiende, was ik aan het uitgeven. Ja. Ik kreeg niks terug, maar ik was aan het verspreiden. Dus ik deed deze zaak sinds een lange tijd. Maar eigenlijk na het opgeven van alle verbanden met mijn familie, ik doe dit werk sinds 1959.  
Prabhupāda: Ja, ik begon in 1947 met het verzoek van mijn spiritueel leraar. Dus wat ik verdiende, gaf ik er aan uit. Ja. Ik kreeg niets terug, maar ik was aan het verspreiden. Dus ik deed deze activiteit voor een lange tijd. Maar eigenlijk, na het opgeven van al mijn familie connecties, ik doe dit werk sinds 1959.  


Journalist: Heeft u kinderen?  
Journalist: Heeft u kinderen?


Prabhupāda: Oh ja, ik heb volwassen jongens.  
Prabhupāda: Oh ja, ik heb volwassen jongens.  


Journalist: U verliet hen gewoon?  
Journalist: U verliet hen gewoon?


Prabhupāda: Ja. Ik heb mijn vrouw, mijn kleinkinderen, iedereen, maar ik heb geen verbinding met hen. Ze doen hun eigen manier. Mijn vrouw is toevertrouwd aan de oudere jongens. Ja.  
Prabhupāda: Ja. Ik heb mijn vrouw, mijn kleinkinderen, iedereen, maar ik heb geen connecties met hun. Ze doen hun eigen manier. Mijn vrouw is aan de oudere jongens toevertrouwd. Ja.  


Journalist: Nou, is dat een...? Ik bedoel, ik vind dat soort van moeilijk te assimileren, om uw familie op te geven en gewoon een soort van te zeggen: "Ik zie je later."  
Journalist: Nou, is dat een ...? Ik bedoel, ik vind dat een beetje  moeilijk te bevatten, om je familie op te geven en gewoon maar te zeggen: "De groeten."  


Prabhupāda: Ja, ja, dat is de Vedische regelgeving. Iedereen moet familie verbinding opgeven op een bepaalde leeftijd, na de leeftijd van 50 jaar. Men moet niet in het gezinsleven blijven. Dat is de Vedische cultuur. Niet dat tot de dood, men in het familie leven is, nee. Dat is niet goed.  
Prabhupāda: Ja, ja, dat is de Vedische regelgeving. Iedereen zou de familie verbinding op moeten geven op een bepaalde leeftijd, na de leeftijd van 50 jaar. Men moet niet in het gezinsleven blijven. Dat is de Vedische cultuur. Niet dat je tot de dood in het familieleven blijft, nee. Dat is niet goed.  


Journalist: Kunt u dat uitleggen.  
Journalist: Kunt u dat uitleggen.


Prabhupāda: Allereerst wordt een jongen opgeleid als brahmacārī, spiritueel leven. Dan wordt hij geadviseerd het gezinsleven niet te betreden. Maar als hij niet in staat is om zijn seksleven onder controle te krijgen, mag hij: "Goed. Je krijgt jezelf getrouwd." Dan blijft hij in het gezinsleven. Dus trouwt hij op de leeftijd van 24 of 25. 25 jaar, laat hem genieten van het seksleven. In de tussentijd krijgt hij wat oudere kinderen. Dus op de leeftijd van 50 gaan de man en vrouw weg uit het huis en ze reizen naar alle pelgrimsoorden alleen maar om ze los te maken van familie genegenheid. Op deze manier, wanneer de man een beetje meer gevorderd is, vraagt ​​hij zijn vrouw dat "Je gaat en zorgt voor de familie en uw zonen, volwassen, ze zullen voor u zorgen. Laat me sannyāsa nemen." Dus wordt hij alleen en predikt de kennis die hij heeft verworven. Dit is de Vedische beschaving. Niet dat een man in het gezinsleven moet blijven vanaf de geboorte tot de dood. Nee. In het Boeddhisme is er ook het verplichte regulerende principe dat een Boeddhist op zijn minst een sannyāsī moet worden voor tien jaar. Ja. Omdat het hele idee is hoe je spirituele perfectie kan bereiken. Dus als men in zijn gezinsleven blijft, bezwaard blijft, kan hij geen spirituele vooruitgang maken. Maar als de familie ook, de hele familie Kṛṣṇa bewust is, dan is het nuttig. Maar dat is zeer zeldzaam. Omdat de man Kṛṣṇa-bewust zou kunnen zijn, zou de vrouw dat niet kunnen zijn. Maar de cultuur was zo mooi dat iedereen Kṛṣṇa bewust bleef.
Prabhupāda: Allereerst wordt een jongen opgeleid als ''brahmacārī'', spiritueel leven. Dan wordt hem geadviseerd het gezinsleven niet te nemen. Maar als hij zijn seksleven niet kan beheersen dan mag hij: "Goed. Je kan trouwen." Dan blijft hij in het gezinsleven. Dus trouwt hij op de leeftijd van 24 of 25. Laat hem 25 jaar genieten van het seksleven. In de tussentijd krijgt hij wat oudere kinderen. Dus op de leeftijd van 50 gaan de man en vrouw weg uit het huis en ze reizen naar allerlei pelgrimsoorden alleen maar om hun los te maken van familie genegenheid. Op deze manier, als de man een beetje meer gevorderd is, dan vraagt ​​hij zijn vrouw: "Jij gaat voor de familie zorgen en je volwassen zonen zullen voor je zorgen. Laat mij ''sannyāsa'' nemen." Dus wordt hij alleen en predikt de kennis die hij heeft verworven. Dit is de Vedische beschaving. Niet dat een man in het gezinsleven moet blijven van de geboorte tot de dood. Nee. In het boeddhisme is er ook het verplichte regulerende principe dat een boeddhist ''sannyāsī'' moet worden voor minstens tien jaar. Ja. Want het hele idee is hoe je spirituele perfectie kan bereiken. Dus als men met zijn gezinsleven belast blijft dan kan hij geen spirituele vooruitgang maken. Maar als de hele familie ook Kṛṣṇa bewust is, dan is het behulpzaam. Maar dat is heel zeldzaam. Want de man zou Kṛṣṇa-bewust kunnen zijn en de vrouw zou dat niet kunnen zijn. Maar de cultuur was zo goed dat iedereen Kṛṣṇa bewust bleef.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:18, 29 January 2021



Press Interview -- December 30, 1968, Los Angeles

Journalist: Gaat men naar dit instituut voor een bepaalde periode?

Prabhupāda: Er is geen vaste periode. Nee. Maar, zeg, voor mij, ik was opgeleid, mijn vader was in deze lijn ...

Journalist: Oh, uw vader ...

Prabhupāda: Oh ja. Mijn vader trainde me vanaf de kindertijd, ja. En toen ontmoette ik mijn spiritueel leraar in 1922, en ik werd geïnitieerd in ... Over het geheel was er een achtergrond, want zoals ik al zei, 80, 90 procent van de mensen zijn Kṛṣṇa-bewust vanuit de familie. Snap je? Dus we zijn vanaf het begin van ons leven getraind. Natuurlijk, officieel aanvaarde ik mijn spiritueel leraar in 1933. Ik had wat achtergrond, en sinds ik hem ontmoette ontwikkelde ik dit idee.

Journalist: Oké, oké. Dus u bent, in zekere zin, dit woord sinds 1933 zelfstandig aan het verspreiden.

Prabhupāda: Nee, ik ben het als missionaris aan het verspreiden sinds negentienhonderd ..., in feite sinds '59.

Journalist: '59, oké. Wat deed u vanaf de tijd ...

Prabhupāda: Ik was een huisvader. Ik deed zaken met medicijnen. Daarvoor was ik manager in een groot chemisch bedrijf. Maar ik ontwikkelde deze kennis hoewel ik huisvader was. Ik publiceerde Back to Godhead ...

Journalist: Dus u publiceerde dat ...

Prabhupāda: In India.

Journalist: Oh, oké.

Prabhupāda: Ja, ik begon in 1947 met het verzoek van mijn spiritueel leraar. Dus wat ik verdiende, gaf ik er aan uit. Ja. Ik kreeg niets terug, maar ik was aan het verspreiden. Dus ik deed deze activiteit voor een lange tijd. Maar eigenlijk, na het opgeven van al mijn familie connecties, ik doe dit werk sinds 1959.

Journalist: Heeft u kinderen?

Prabhupāda: Oh ja, ik heb volwassen jongens.

Journalist: U verliet hen gewoon?

Prabhupāda: Ja. Ik heb mijn vrouw, mijn kleinkinderen, iedereen, maar ik heb geen connecties met hun. Ze doen hun eigen manier. Mijn vrouw is aan de oudere jongens toevertrouwd. Ja.

Journalist: Nou, is dat een ...? Ik bedoel, ik vind dat een beetje moeilijk te bevatten, om je familie op te geven en gewoon maar te zeggen: "De groeten."

Prabhupāda: Ja, ja, dat is de Vedische regelgeving. Iedereen zou de familie verbinding op moeten geven op een bepaalde leeftijd, na de leeftijd van 50 jaar. Men moet niet in het gezinsleven blijven. Dat is de Vedische cultuur. Niet dat je tot de dood in het familieleven blijft, nee. Dat is niet goed.

Journalist: Kunt u dat uitleggen.

Prabhupāda: Allereerst wordt een jongen opgeleid als brahmacārī, spiritueel leven. Dan wordt hem geadviseerd het gezinsleven niet te nemen. Maar als hij zijn seksleven niet kan beheersen dan mag hij: "Goed. Je kan trouwen." Dan blijft hij in het gezinsleven. Dus trouwt hij op de leeftijd van 24 of 25. Laat hem 25 jaar genieten van het seksleven. In de tussentijd krijgt hij wat oudere kinderen. Dus op de leeftijd van 50 gaan de man en vrouw weg uit het huis en ze reizen naar allerlei pelgrimsoorden alleen maar om hun los te maken van familie genegenheid. Op deze manier, als de man een beetje meer gevorderd is, dan vraagt ​​hij zijn vrouw: "Jij gaat voor de familie zorgen en je volwassen zonen zullen voor je zorgen. Laat mij sannyāsa nemen." Dus wordt hij alleen en predikt de kennis die hij heeft verworven. Dit is de Vedische beschaving. Niet dat een man in het gezinsleven moet blijven van de geboorte tot de dood. Nee. In het boeddhisme is er ook het verplichte regulerende principe dat een boeddhist sannyāsī moet worden voor minstens tien jaar. Ja. Want het hele idee is hoe je spirituele perfectie kan bereiken. Dus als men met zijn gezinsleven belast blijft dan kan hij geen spirituele vooruitgang maken. Maar als de hele familie ook Kṛṣṇa bewust is, dan is het behulpzaam. Maar dat is heel zeldzaam. Want de man zou Kṛṣṇa-bewust kunnen zijn en de vrouw zou dat niet kunnen zijn. Maar de cultuur was zo goed dat iedereen Kṛṣṇa bewust bleef.