NL/Prabhupada 0571 - Men moet niet in het familieleven blijven. Dat is de Vedische cultuur

Revision as of 18:34, 27 July 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0571 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Int...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Press Interview -- December 30, 1968, Los Angeles

Journalist: Als u nu ... Gaat u naar dit instituut voor een bepaalde periode?

Prabhupāda: Er is geen vaste periode. Nee. Maar, laten we zeggen, voor mij, ik was opgeleid, mijn vader was van deze lijn...

Journalist: Oh, uw vader ...

Prabhupāda: Oh ja. Mijn vader trainde me vanaf de kindertijd, ja. En toen ontmoette ik mijn spirituele meester in 1922, en ik werd geinitieerd... Over het geheel genomen was er een achtergrond, want zoals ik al zei, 80, 90 procent mensen zijn Kṛṣṇa bewust door het familie leven. Zie je? Dus we werden getraind vanaf het begin van ons leven. Officieel, natuurlijk, aanvaarde ik mijn spirituele meester in 1933. Sindsdien had ik wat achtergrond, en sindsdien ontmoette ik, ontwikkelde ik dit idee.

Journalist: Ik zie, ik zie. Dus u bent, in zekere zin, dit woord aan het verspreiden sinds 1933 op uw eigen.

Prabhupāda: Nee, ik verspreidt als missionaris sinds negentienhonderd..., praktisch sinds '59.

Journalist: '59, ik zie. Wat heeft u vanaf het moment dat...

Prabhupāda: Ik was een heer des huizes. Ik was zaken aan het doen in de geneeskunde. Vroeger was ik manager in een groot chemisch bedrijf. Maar ik was deze kennis aan het cultiveren, hoewel ik heer des huizes was. Ik was dit Back to Godhead aan het publiceren...

Journalist: Dus u was aan het publiceren van dat...

Prabhupāda: In India.

Journalist: Oh, ik zie.

Prabhupāda: Ja, ik begon in 1947 onder het bevel van mijn spirituele meester. Dus wat ik verdiende, was ik aan het uitgeven. Ja. Ik kreeg niks terug, maar ik was aan het verspreiden. Dus ik deed deze zaak sinds een lange tijd. Maar eigenlijk na het opgeven van alle verbanden met mijn familie, ik doe dit werk sinds 1959.

Journalist: Heeft u kinderen?

Prabhupāda: Oh ja, ik heb volwassen jongens.

Journalist: U verliet hen gewoon?

Prabhupāda: Ja. Ik heb mijn vrouw, mijn kleinkinderen, iedereen, maar ik heb geen verbinding met hen. Ze doen hun eigen manier. Mijn vrouw is toevertrouwd aan de oudere jongens. Ja.

Journalist: Nou, is dat een...? Ik bedoel, ik vind dat soort van moeilijk te assimileren, om uw familie op te geven en gewoon een soort van te zeggen: "Ik zie je later."

Prabhupāda: Ja, ja, dat is de Vedische regelgeving. Iedereen moet familie verbinding opgeven op een bepaalde leeftijd, na de leeftijd van 50 jaar. Men moet niet in het gezinsleven blijven. Dat is de Vedische cultuur. Niet dat tot de dood, men in het familie leven is, nee. Dat is niet goed.

Journalist: Kunt u dat uitleggen.

Prabhupāda: Allereerst wordt een jongen opgeleid als brahmacārī, spiritueel leven. Dan wordt hij geadviseerd het gezinsleven niet te betreden. Maar als hij niet in staat is om zijn seksleven onder controle te krijgen, mag hij: "Goed. Je krijgt jezelf getrouwd." Dan blijft hij in het gezinsleven. Dus trouwt hij op de leeftijd van 24 of 25. 25 jaar, laat hem genieten van het seksleven. In de tussentijd krijgt hij wat oudere kinderen. Dus op de leeftijd van 50 gaan de man en vrouw weg uit het huis en ze reizen naar alle pelgrimsoorden alleen maar om ze los te maken van familie genegenheid. Op deze manier, wanneer de man een beetje meer gevorderd is, vraagt ​​hij zijn vrouw dat "Je gaat en zorgt voor de familie en uw zonen, volwassen, ze zullen voor u zorgen. Laat me sannyāsa nemen." Dus wordt hij alleen en predikt de kennis die hij heeft verworven. Dit is de Vedische beschaving. Niet dat een man in het gezinsleven moet blijven vanaf de geboorte tot de dood. Nee. In het Boeddhisme is er ook het verplichte regulerende principe dat een Boeddhist op zijn minst een sannyāsī moet worden voor tien jaar. Ja. Omdat het hele idee is hoe je spirituele perfectie kan bereiken. Dus als men in zijn gezinsleven blijft, bezwaard blijft, kan hij geen spirituele vooruitgang maken. Maar als de familie ook, de hele familie Kṛṣṇa bewust is, dan is het nuttig. Maar dat is zeer zeldzaam. Omdat de man Kṛṣṇa-bewust zou kunnen zijn, zou de vrouw dat niet kunnen zijn. Maar de cultuur was zo mooi dat iedereen Kṛṣṇa bewust bleef.