NL/Prabhupada 0596 - De ziel kan niet in stukken gesneden worden: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0596 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1972 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Hyderabad]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Hyderabad]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0595 - Als je variëteiten wilt moet je toevlucht op een planeet nemen|0595|NL/Prabhupada 0597 - We zijn hard aan het werk om wat plezier in het leven te vinden|0597}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|Ulhp9b1l2IY|De ziel kan niet in stukken gesneden worden<br />- Prabhupāda 0596}}
{{youtube_right|vbEFd_irWUE|De ziel kan niet in stukken gesneden worden<br />- Prabhupāda 0596}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/721127BG-HYD_clip03.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/721127BG-HYD_clip03.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
:yasyaika-niśvasita-kālam athāvalambya
:''yasyaika-niśvasita-kālam athāvalambya''
:jīvanti loma-vilajā jagad-aṇḍa-nāthāḥ
:''jīvanti loma-vilajā jagad-aṇḍa-nāthāḥ''
:viṣṇur mahān sa iha yasya kalā-viśeṣo
:''viṣṇur mahān sa iha yasya kalā-viśeṣo''
:govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi
:''govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi''
(Bs. 5.48)


Dus hier, dit begin van spiritueel begrip, die ziel, de Allerhoogste Ziel kan niet in stukken worden gesneden. Nainaṁ chindanti śastrāṇi nainaṁ dahati pāvakaḥ. Nu probeer te begrijpen. Wij denken, de moderne wetenschappers, ze denken dat er geen leven in de zonnewereld kan zijn. Nee. Er is leven. We krijgen informatie uit de Vedische literatuur dat er leven is. Er zijn ook mensen zoals wij. Maar ze zijn gemaakt van vuur. Dat is alles. Omdat we een beetje ervaring hebben gehad dat "Hoe kan in het vuur een levend wezen leven?" Om dit probleem te beantwoorden, zegt Kṛṣṇa dat nainaṁ dahati pāvakaḥ. (terzijde:) Waarom zit je daar? Kom hierheen. Nainaṁ dahati pāvakaḥ. De ziel kan niet worden verbrand. Als het zou zijn verbrand, dan volgens ons Hindoe-systeem, we verbranden het lichaam, dan is de ziel verbrand. Eigenlijk denken de atheïsten zo, dat wanneer het lichaam wordt verbrand, alles beeindigd is. Grote, grote professor, ze denken zoals dat. Maar hier zegt Kṛṣṇa, nainaṁ dahati pāvakaḥ: "Het is niet verbrand." Hoe bestaat het anders? Na hanyate hanyamāne śarīre ([[Vanisource:BG 2.20|BG 2.20]]). Alles wordt zeer duidelijk vermeld. De ziel verbrandt niet; noch kan het in stukken worden gesneden. Dan: na cainaṁ kledayanty āpaḥ. Evenmin wordt het bevochtigd. Het kan niet nat worden in contact met water. Nu in de materiële wereld zien we dat alles, hoe hard het ook is... Net zoals steen of ijzer, het kan in stukken worden gesneden. Er is een afzonderlijke machine of instrument. Het kan worden gesneden... Alles kan in stukken gesneden worden. En alles kan ook worden gesmolten. Het vereist slechts een ander type van temperatuur, maar alles kan worden verbrand en gesmolten. Dan kan alles worden bevochtigd, kan nat zijn. Maar hier wordt gezegd, na cainaṁ kledayanty āpo na śoṣayati mārutaḥ: noch kan het worden verdampt. Dat is de eeuwigheid. Dat betekent dat elk materiele staat de ziel niet kan beïnvloeden. Asaṅgo 'yaṁ puruṣaḥ.  
Dus hier is het begin van spiritueel begrip dat de ziel, de Allerhoogste Ziel, niet in stukken kan worden gesneden. ''Nainaṁ chindanti śastrāṇi nainaṁ dahati pāvakaḥ'' ([[NL/BG 2.23|BG 2.23]]).  


In de Veda's wordt gezegd dat dit levend wezen altijd zonder enig contact met de materiële wereld is. Het is gewoon een bedekking. Het is niet in aanraking. Net als mijn lichaam, het heden, dit lichaam, hoewel het wordt bedekt door het shirt en de jas, het is niet verbonden. Het is niet door elkaar. Het lichaam is altijd gescheiden. Op dezelfde manier is de ziel altijd gescheiden van deze materiele bekleding. Het is gewoon wegens de diverse plannen en verlangens dat hij wil heersen over deze materiële natuur. Iedereen kan dat zien.
Probeer het nu te begrijpen. Wij denken, de moderne wetenschappers denken dat er geen leven op de zon kan zijn. Nee. Er is leven. We krijgen informatie van de Vedische literatuur dat er leven is. Er zijn ook menselijke wezens zoals wij. Maar ze zijn van vuur gemaakt. Dat is alles. Want wij hebben heel weinig ervaring dat: "Hoe kan er in het vuur een levend wezen leven?" Om dit probleem te beantwoorden zegt Kṛṣṇa: ''nainaṁ dahati pāvakaḥ'' ([[NL/BG 2.23|BG 2.23]]). De spirituele ziel kan niet worden verbrand. Als het zou verbranden, dan volgens ons Hindoe-systeem, dan verbrand de ziel als we het lichaam verbranden. Eigenlijk denken de atheïsten zo, dat wanneer het lichaam wordt verbrand dat alles beëindigd is. Grote professoren denken zoals dat. Maar hier zegt Kṛṣṇa: ''nainaṁ dahati pāvakaḥ'': "Het is niet verbrand." Hoe bestaat het anders? ''Na hanyate hanyamāne śarīre'' ([[NL/BG 2.20|BG 2.20]]). Alles wordt heel duidelijk vermeld. De ziel verbrandt niet, noch kan die in stukken worden gesneden. Dan: ''na cainaṁ kledayanty āpaḥ'' ([[NL/BG 2.23|BG 2.23]]). Evenmin wordt die nat. Het kan niet nat worden door contact met water.
 
Nu in de materiële wereld zien we dat alles, hoe hard het ook is ... Zoals steen of ijzer, het kan in stukken worden gesneden. Daar is een aparte machine of instrument voor. Het kan gesneden worden ... Alles kan in stukken gesneden worden. En alles kan ook worden gesmolten. Er is alleen een andere temperatuur voor nodig, maar alles kan worden verbrand en gesmolten. En alles kan nat worden. Maar hier wordt gezegd: ''na cainaṁ kledayanty āpo na śoṣayati mārutaḥ'' ([[NL/BG 2.23|BG 2.23]]): noch kan het worden verdampt. Dat is eeuwigheid. Dat betekent dat geen enkele materiële conditie de ziel kan beïnvloeden. ''Asaṅgo 'yaṁ puruṣaḥ'' (Bṛhad-āraṇyaka Up. 4.3.16).
 
In de Veda's staat dat het levende wezen altijd zonder enig contact met de materiële wereld is. Het is alleen een bedekking. Het is niet in contact. Net als mijn lichaam, nu, dit lichaam, hoewel het is bedekt door een hemd en jas, het is niet verbonden. Het is niet gemixt. Het lichaam blijft altijd afzonderlijk. Op dezelfde manier blijft de ziel altijd afzonderlijk van de materiële bekleding. Het is alleen vanwege verschillende plannen en verlangens die hij maakt om over de materiële natuur te heersen. Iedereen kan dat zien.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:22, 29 January 2021



Lecture on BG 2.23 -- Hyderabad, November 27, 1972

yasyaika-niśvasita-kālam athāvalambya
jīvanti loma-vilajā jagad-aṇḍa-nāthāḥ
viṣṇur mahān sa iha yasya kalā-viśeṣo
govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi

(Bs. 5.48)

Dus hier is het begin van spiritueel begrip dat de ziel, de Allerhoogste Ziel, niet in stukken kan worden gesneden. Nainaṁ chindanti śastrāṇi nainaṁ dahati pāvakaḥ (BG 2.23).

Probeer het nu te begrijpen. Wij denken, de moderne wetenschappers denken dat er geen leven op de zon kan zijn. Nee. Er is leven. We krijgen informatie van de Vedische literatuur dat er leven is. Er zijn ook menselijke wezens zoals wij. Maar ze zijn van vuur gemaakt. Dat is alles. Want wij hebben heel weinig ervaring dat: "Hoe kan er in het vuur een levend wezen leven?" Om dit probleem te beantwoorden zegt Kṛṣṇa: nainaṁ dahati pāvakaḥ (BG 2.23). De spirituele ziel kan niet worden verbrand. Als het zou verbranden, dan volgens ons Hindoe-systeem, dan verbrand de ziel als we het lichaam verbranden. Eigenlijk denken de atheïsten zo, dat wanneer het lichaam wordt verbrand dat alles beëindigd is. Grote professoren denken zoals dat. Maar hier zegt Kṛṣṇa: nainaṁ dahati pāvakaḥ: "Het is niet verbrand." Hoe bestaat het anders? Na hanyate hanyamāne śarīre (BG 2.20). Alles wordt heel duidelijk vermeld. De ziel verbrandt niet, noch kan die in stukken worden gesneden. Dan: na cainaṁ kledayanty āpaḥ (BG 2.23). Evenmin wordt die nat. Het kan niet nat worden door contact met water.

Nu in de materiële wereld zien we dat alles, hoe hard het ook is ... Zoals steen of ijzer, het kan in stukken worden gesneden. Daar is een aparte machine of instrument voor. Het kan gesneden worden ... Alles kan in stukken gesneden worden. En alles kan ook worden gesmolten. Er is alleen een andere temperatuur voor nodig, maar alles kan worden verbrand en gesmolten. En alles kan nat worden. Maar hier wordt gezegd: na cainaṁ kledayanty āpo na śoṣayati mārutaḥ (BG 2.23): noch kan het worden verdampt. Dat is eeuwigheid. Dat betekent dat geen enkele materiële conditie de ziel kan beïnvloeden. Asaṅgo 'yaṁ puruṣaḥ (Bṛhad-āraṇyaka Up. 4.3.16).

In de Veda's staat dat het levende wezen altijd zonder enig contact met de materiële wereld is. Het is alleen een bedekking. Het is niet in contact. Net als mijn lichaam, nu, dit lichaam, hoewel het is bedekt door een hemd en jas, het is niet verbonden. Het is niet gemixt. Het lichaam blijft altijd afzonderlijk. Op dezelfde manier blijft de ziel altijd afzonderlijk van de materiële bekleding. Het is alleen vanwege verschillende plannen en verlangens die hij maakt om over de materiële natuur te heersen. Iedereen kan dat zien.