NL/Prabhupada 0628 - We accepteren dingen als: "misschien" "kan zijn" niet. Nee. Wij accepteren wat feit is

Revision as of 16:59, 12 August 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0628 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1972 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 2.13 -- Pittsburgh, September 8, 1972

Dus hier is de perfecte kennis gesproken door Kṛṣṇa:

dehino 'smin yathā dehe
kaumāraṁ yauvanaṁ jarā
tathā dehāntara-prāptir
dhīras tatra na muhyati
(BG 2.13)

Dehinaḥ, van de levende ziel, het lichaam is aan het veranderen. Ook na de dood, na de zogenaamde dood... Want er is geen dood. Na de stopzetting van de functie van dit grofstoffelijke lichaam, gaat de ziel over naar een ander grofstoffelijk lichaam. Deze uitspraak krijgen we van de Bhagavad-gītā. En als we deze uitspraak accepteren, "Dit is een feit," dan begint ons spiritueel leven onmiddellijk. Zonder dit begrip, is er geen sprake van spiritueel begrip. Alles wat vaag is, gewoon mentale speculatie, "misschien," "misschien." Deze theorieën worden gepresenteerd door de zogenaamde wetenschappers en filosofen. Maar we accepteren zulke dingen zoals "misschien" niet. Nee. We accepteren wat feit is. Het is niet een kwestie van geloof; het is een kwestie van feit. Dus dit is het feit.

Nu, hoe verhuist de ziel? Stel dat na dit leven, ik krijg een beter leven, dat is leuk. Maar als ik een lagere leven krijg, wat is dan de toestand? Stel dat volgende leven ik het leven van een kat of hond of koe krijg. Veronderstel dat je opnieuw geboorte in Amerika krijgt. Maar als je je lichaam verandert, dan veranderen gehele omstandigheden. Als menselijk wezen, krijg je alle bescherming van de staat, maar zodra je een ander lichaam wordt, ofwel boom of dieren, de behandeling is anders. Dier gaat naar het slachthuis; bomen worden omgehakt. Er is geen protest. Dus dit is de toestand van het materiële leven. Soms krijgen we een betere staat van het leven, soms krijgen we een steeds lagere staat van het leven. Er is geen garantie. Dat zal afhangen van mijn werk. Dat is praktisch. In dit leven ook, als je opgeleid wordt, dan is je toekomst erg mooi. Als je niet bent opgeleid, dan is je toekomst niet zo helder. Op dezelfde manier deze menselijke vorm van leven, we kunnen een oplossing voor deze herhaalde geboorte en dood maken. En dat is de enige zaak van de menselijke vorm van leven, hoe uit deze materiële omstandigheden van het leven te komen: geboorte, dood, ouderdom en ziekte. Wij kunnen een oplossing maken. En die oplossing is Kṛṣṇa-bewustzijn. Zodra we Kṛṣṇa-bewust worden... Kṛṣṇa bewust betekent Kṛṣṇa, de Allerhoogste, Hij, Heer, God. We maken deel uit van Kṛṣṇa. Dit is Kṛṣṇa-bewustzijn. Gewoon om te begrijpen dat... Net zoals je je vader en je broers en jezelf begrijpt. U bent allen zonen van de vader. Het is dus niet moeilijk te begrijpen. Zoals vader het hele gezin onderhoudt, op dezelfde manier, Kṛṣṇa, de Allerhoogste Heer, of God, Hij heeft vele talloze zonen, levende wezens, en Hij handhaaft het hele lichaam, hele gezin. Wat is het probleem? Dan is de volgende plicht om ontwikkeld bewustzijn te worden. Net als een goede zoon, wanneer hij voelt dat "Vader heeft zoveel voor mij gedaan. Ik moet het terug betalen, of op zijn minst moet ik wat mijn vader heeft gedaan voor mij aanvaarden," dit hele gevoel wordt Kṛṣṇa-bewustzijn genoemd.