NL/Prabhupada 0641 - Een toegewijde heeft geen verlangen

Revision as of 16:29, 29 January 2021 by Vanibot (talk | contribs) (Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Lecture on BG 6.1 -- Los Angeles, February 13, 1969

Toegewijde: Hoofdstuk zes. Sāṅkhya Yoga. Vers nummer één. De Gezegende Heer zei: "Wie niet gehecht is aan de vruchten van zijn activiteiten en handelt volgens zijn plicht, bevindt zich in de onthechte levensorde en is de ware mysticus, maar niet degene die geen vuur ontsteekt en geen plichten vervult." (BG 6.1) Commentaar. In dit hoofdstuk legt de Heer uit dat het proces van het achtvoudige yoga-systeem een middel is om de geest en de zintuigen te beheersen. Dit is echter heel moeilijk voor de mensen in het algemeen om te doen, vooral in dit tijdperk van Kali. Hoewel het achtvoudige yoga-systeem in dit hoofdstuk wordt aanbevolen, benadrukt de Heer dat het proces van karma-yoga, actie in Kṛṣṇa-bewustzijn, beter is. Iedereen werkt in deze wereld om zijn gezin en hun bezittingen te onderhouden, maar niemand werkt zonder eigenbelang, zonder persoonlijke bevrediging hetzij geconcentreerd of uitgebreid. Het criterium van perfectie is actief zijn in Kṛṣṇa-bewustzijn zonder van de resultaten van die activiteiten te willen genieten. Om te handelen in Kṛṣṇa-bewustzijn is de plicht van ieder levend wezen, omdat we in oorsprong een essentieel onderdeel zijn van de Allerhoogste. De delen van het lichaam werken voor de bevrediging van het hele lichaam. De ledematen van het lichaam handelen niet voor zelfbevrediging maar voor de bevrediging van het geheel. Net zo is het levende wezen dat werkt voor de bevrediging van het allerhoogste geheel en niet voor zelfbevrediging de perfecte sannyāsī, de perfecte yogi. Sannyāsī’s denken soms ten onrechte dat ze bevrijd zijn geraakt van alle materiële plichten en stoppen daarom met het verrichten van agnihotra yajña’s, vuuroffers.

Prabhupāda: Er zijn sommige yajña's die door iedereen voor zuivering moeten worden verricht. Dus een sannyāsī hoeft geen yajña's uit te voeren. Dus door te stoppen met de rituele uitvoering van yajña's denken ze soms dat ze bevrijd zijn. Maar eigenlijk, tenzij hij op het niveau van Kṛṣṇa-bewustzijn komt, is er geen sprake van bevrijding. Ga verder.

Toegewijde: "Maar eigenlijk hebben ze eigenbelang omdat hun doel is om één te worden ​​met het onpersoonlijk Brahman."

Prabhupāda: Ja. Er is een verlangen. De impersonalisten hebben één verlangen, dat is om één te worden met het opperste onpersoonlijke wezen. Maar een toegewijde heeft geen verlangen. Hij is alleen bezig met Kṛṣṇa dienen om Kṛṣṇa tevreden te stellen. Ze willen er niet iets voor terug. Dat is pure toewijding. Net als Heer Caitanya zegt: na dhanaṁ na janaṁ na sundarīṁ kavitāṁ vā jagadīśa kāmaye: (CC Antya 20.29) (Siksastaka 4) "Ik wil geen rijkdom, ik wil geen volgelingen, ik wil geen goede vrouw. Laat me alleen bezig zijn in Uw dienst." Dat is alles. Dat is het bhakti-yoga-systeem. Toen Prahlāda Mahārāja werd gevraagd door Heer Nṛsiṁhadeva: "Mijn beste jongen, je hebt zoveel geleden voor Mij, dus wat je maar wilt, vraag erom." Dus hij weigerde. "Mijn beste meester, ik doe geen handel met U, dat ik vergoedingen voor mijn dienst van U zal aannemen." Dit is zuivere toewijding. Dus de yogi's en jñānī's verlangen dat ze één worden met de Allerhoogste. Waarom één met de Allerhoogste? Omdat ze bittere ervaringen hebben door de afscheiding met de materiële ellende. Maar een toegewijde heeft zoiets niet. De toegewijde blijft, hoewel gescheiden van de Heer, hij geniet volledig in de dienst van de Heer. Ga verder.

Toegewijde: "Zo'n verlangen is hoger dan alle materiële verlangens maar het is niet zonder eigenbelang. Ook de mystieke yogī die met halfgesloten ogen de yogamethode beoefent en alle materiële activiteiten stopt, verlangt naar een bepaalde voldoening voor zichzelf. Maar de persoon die handelt in ...

Prabhupāda: Eigenlijk willen de yogi's wat materiële macht. Dat is de perfectie van yoga. Geen perfectie, dat is één van de procedures. Net als wanneer je werkelijk de regulerende yoga-principes beoefend, dan kan je acht soorten perfectie krijgen. Je kan lichter dan een wattenpluisje worden. Je kan zwaarder dan een steen worden. Je kan alles wat je wil direct krijgen. Soms kan je zelfs een planeet creëren. Er zijn zulke krachtige yogi's. Viśvāmitra yogi deed het werkelijk. Hij wilde de mens uit een palmboom laten komen. "Waarom zou een mens na tien maanden in de baarmoeder te leven geboren worden. Ze zullen geproduceerd worden net als fruit." Hij deed het zo. Dus soms zijn yogi's zo krachtig dat ze dat kunnen doen. Dus dit zijn allemaal materiële krachten. Zulke yogi's worden ook verslagen. Hoe lang kan je het met deze materiële macht volhouden? Dus bhakti-yogī's willen niets van dat soort dingen. Ga verder. Ja.

Toegewijde: "Maar iemand die Kṛṣṇa-bewust handelt, werkt voor de tevredenheid van het geheel zonder eigenbelang. Een Kṛṣṇa-bewust persoon heeft geen verlangen voor zelfbevrediging. Zijn criterium van succes is de tevredenheid van Kṛṣṇa. En zo is hij de perfecte sannyāsī of perfecte yogi. Heer Caitanya, het hoogste perfecte symbool van Kṛṣṇa-bewustzijn, bidt als volgt: "O almachtige Heer, ik heb geen verlangen om rijkdom te vergaren, noch om van mooie vrouwen te genieten. Evenmin wil ik een aantal volgelingen. Het enige dat ik wil is de grondeloze genade van Uw toegewijde dienst, leven na leven."

Prabhupāda: Dus een toegewijde wil niet eens verlossing. Waarom zegt Heer Caitanya "leven na leven"? Degenen die verlossing zoeken, de voidists, willen deze materiële manier van leven stoppen. Maar Caitanya Mahāprabhu zegt: "leven na leven." Dat betekent dat Hij bereid is om allerlei materiële ellende leven na leven te ondergaan. Maar wat wil Hij? Hij wil alleen bezig zijn met de dienst van de Heer. Dat is de perfectie. Ik denk dat je kan stoppen. Stop hier.