NL/Prabhupada 0654 - Je kan God niet door je eigen inspanning zien omdat je zintuigen allemaal onzinnig zijn

Revision as of 12:51, 18 August 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0654 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1969 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid URL, must be MP3

Lecture on BG 6.6-12 -- Los Angeles, February 15, 1969

Net als in de Bhagavad-gītā gezegd wordt:

patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ
yo me bhaktyā prayacchati
tad ahaṁ bhakty-upahṛtam
aśnāmi prayatātmanaḥ
(BG 9.26)

"Als iemand Mij bloemen, fruit, groenten, melk, met devotionele liefde aanbiedt, zal Ik het aanvaarden en opeten." Nu hoe Hij eet, dat kun je niet zien heden ten dage - maar Hij is het aan het eten. Dat ervaren we dagelijks. We offeren aan Kṛṣṇa, volgens het rituele proces, en je ziet dat de smaak van het voedsel onmiddellijk wordt veranderd. Dat is praktisch. Hij eet, maar omdat Hij vol is, hoeft Hij niet te eten zoals wij. Net als ik je een plaat met eten geef, je bent klaar (met eten). Maar God heeft geen honger, maar Hij eet. Hij eet en houdt de dingen zoals ze zijn. Pūrṇasya pūrṇam ādāya pūrṇam evāvaśiṣyate (Śrī Īśopaniṣad, Invocation). God is zo vol, dat Hij al het eten wat je aanbiedt kan nemen, toch blijft het zoals het is. Hij kan eten met Zijn ogen. Dat staat in de Brahma-saṁhitā: aṅgāni yasya sakalendriya-vṛttimanti. Elk deel van de ledematen van het lichaam van God heeft alle vermogens van andere ledematen. Net zoals je kunt zien met je ogen. Maar je kunt niet eten met je ogen. Maar God, als Hij gewoon het eten wat je geofferd hebt ziet, dat is Zijn eten.

Dus deze dingen kunnen niet begrepen worden op dit moment. Daarom zegt deze Padma Purāṇa, dat alleen wanneer men spiritueel verzadigd raakt door de transcendentale dienst aan de Heer, dan zijn de transcendentale naam, de vorm, de kwaliteit en de wederwaardigheden van de Heer aan jou geopenbaard. Je kunt het niet begrijpen door je eigen inspanning, maar God openbaart aan je. Net als je nu gewoon de zon wilt zien. Het is nu donker. Als u zegt: "Oh, ik heb een zeer sterke fakkel. Kom op, ik zal je het zonnelicht laten zien, zon." Je kunt niet laten zien. Maar als de zon opkomt uit zijn eigen wil in de ochtend, kun je zien. Op dezelfde manier kun je God niet zien door je inspanning omdat je zintuigen allemaal onzin is. Je moet je zintuigen zuiveren en je moet wachten op de tijd wanneer God verheugd is om Zich te openbaren aan je. Dat is het proces. Je kunt niet uitdagen. "Oh mijn lieve God, mijn dierbare Kṛṣṇa, gelieve te komen. Ik zal U zien." Nee, God is niet je gebodsleverancier, je dienaar. Dus wanneer Hij verheugd is zul je zien.

Dus ons proces is hoe om Hem te behagen, zodat Hij voor mij zal worden onthuld. Dat is het echte proces. Je kunt niet... Daarom verwarren ze een onzin God. Omdat zij God niet kunnen zien, iedereen die zegt: "Ik ben God," wordt geaccepteerd. Maar ze weten niet wat God is. Iemand zegt: "Ik ben op zoek naar de waarheid." Maar je moet weten wat de waarheid is. Anders hoe je zal zoeken naar de waarheid? Stel dat als je goud wil kopen. Je moet theoretisch kennis hebben van, of althans enige ervaring met wat goud is. Anders zullen mensen je bedriegen. Dus deze mensen worden bedrogen, het aanvaarden van zoveel rakkers als God. Omdat ze niet weten wat God is. Iedereen komt, "Oh, ik ben God," en de schurk - Hij is een boef, en de man die zegt dat "ik ben God," hij is ook een boef. De boefjes samenleving, en een boefje is als God aanvaard. God is niet zo. Men moet zich kwalificeren om God te zien, om God te begrijpen. Dat is Kṛṣṇa-bewustzijn. Sevonmukhe hi jihvādau svayam eva sphuraty adaḥ [Bhakti-rasāmṛta-sindhu 1.2.234]. Als je jezelf bezighouden met de dienst van de Heer, dan zul je gekwalificeerd worden om God te zien. Anders is het niet mogelijk. Ga verder.