NL/Prabhupada 0671 - Genieten betekent twee - Krishna en jij -: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0671 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1969 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 8: Line 8:
[[Category:Dutch Pages - Yoga System]]
[[Category:Dutch Pages - Yoga System]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0670 - Als je verbonden bent met Krishna is er geen materiële beweging meer|0670|NL/Prabhupada 0672 - Als je in Krishna-bewustzijn bent is je perfectie gegarandeerd|0672}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 16: Line 19:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|CVzSuruCueA|Genieten betekent twee - Krishna en jij -<br />- Prabhupāda 0671}}
{{youtube_right|4y90vm6sbII|Genieten betekent twee - Krishna en jij -<br />- Prabhupāda 0671}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/690217BG-LA_Clip5.MP3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/690217BG-LA_Clip5.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 28: Line 31:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Toegewijde: "Dit wordt gekenmerkt door iemands vermogen om het zelf te zien door de zuivere geest en te genieten en zich verheugen..."  
Toegewijde: "Dit wordt gekenmerkt door iemands vermogen om met de zuivere geest het zelf te aanschouwen en plezier en vreugde ervaren."  


Prabhupāda: Pure geest. Dit is zuivere geest. Zuivere geest betekent om zichzelf te begrijpen dat "Ik behoor tot Kṛṣṇa." Dat is zuivere geest. Geest, op dit moment is mijn geest vervuild. Waarom? Ik denk dat ik behoor tot deze, ik behoor tot dat, ik behoor tot dit. Maar als mijn geest is gefixeerd, "Ik ben Kṛṣṇa's." Dat is mijn perfectie. Ja.  
Prabhupāda: Zuivere geest. Dit is de zuivere geest. Zuivere geest betekent om zichzelf te begrijpen dat: "Ik ben van Kṛṣṇa." Dat is de zuivere geest. Op dit moment is mijn geest vervuild. Waarom? Ik denk dat ik behoor tot deze, ik behoor tot dat, ik behoor tot dit. Maar als mijn geest overtuigd is: "Ik ben van Kṛṣṇa." Dat is mijn perfectie.
Ja.  


Toegewijde: "... En om te genieten en zich te verheugen in het zelf in die vreugdevolle toestand is men gezeten in grenzeloze...."  
Toegewijde: "... en plezier en vreugde in het zelf ervaren. In die vreugdevolle toestand bevindt men zich in grenzeloos ..."  


Prabhupāda: Dit vreugdevolle in het zelf, dat betekent, Kṛṣṇa de Superzelf. Yoga beoefening. Dat ik individuele zelf ben. Als ik in samādhi met Viṣṇu ben, Superzelf, dat is mijn standvastigheid van de geest. Dus Superzelf en zelf, wanneer ze genieten. Plezier kan niet alleen zijn. Er moeten er twee zijn. Heb je enige ervaring van plezier in je eentje? Nee. Dus alleen genieten is niet mogelijk. Genieten betekent twee - Kṛṣṇa en jij. De Superziel en de individuele ziel. Dat is de manier. Je kunt niet alleen genieten, dat is niet je positie. Ja, ga verder.  
Prabhupāda: Deze vreugde in het zelf betekent, Kṛṣṇa is het Superzelf. Yoga beoefening. De individuele zelf ben ik. Als ik in ''samādhi'' met Viṣṇu ben, Superzelf, dat is mijn standvastigheid van geest. Dus Superzelf en zelf, wanneer ze genieten. Genieten kan niet alleen zijn. Er moeten er twee zijn. Heb je enige ervaring van genieten in je eentje? Nee. Dus alleen genieten is niet mogelijk. Genieten betekent twee; Kṛṣṇa en jij. De Superziel en de individuele ziel. Dat is de manier. Je kan niet alleen genieten, dat is niet je positie.
Ja, ga verder.  


Toegewijde: ... Men ligt in grenzeloos transcendentaal geluk en geniet door transcendentale zintuigen. Dus gevestigd, men wijkt nooit af van de waarheid, en bij het verkrijgen van deze, hij denkt dat er geen grotere winst is. Gelegen in een dergelijke positie, wordt men nooit geschud, zelfs in het midden van de grootste moeilijkheden. Deze...  
Toegewijde: ... men bevindt zich in grenzeloos transcendentaal geluk en geniet met transcendentale zintuigen. Alzo gevestigd wijkt men nooit meer af van de waarheid, en wanneer dit bereikt is, denkt men dat er geen grotere rijkdom bestaat. Wie zich in een dergelijke positie bevindt, raakt nooit verstoord, zelfs niet te midden van de grootste moeilijkheden.  


Prabhupāda: In de grootste moeilijkheden. Als je ervan overtuigd bent, dat "Ik ben onderdeel van Kṛṣṇa," dan zelfs als daar de grootste moeilijke positie van je leven is, dat is overgave. Je weet dat Kṛṣṇa je bescherming zal geven. Je doet je best, je gebruikt je intelligentie, maar geloof in Kṛṣṇa. Bālasya neha pitarau nṛsiṁha ([[Vanisource:SB 7.9.19|SB 7.9.19]]). Als Kṛṣṇa verwaarloost, kan geen andere remedie je beschermen. Geen enkele andere maat kan je beschermen. Denk niet dat... Stel dat men ziek is. Veel deskundige artsen behandelen hem. Goed geneesmiddel wordt aangeboden. Is dat garantie voor zijn leven? Nee, dat is geen garantie. Als Kṛṣṇa verwaarloost, ondanks al deze goede artsen en medicijnen zal hij sterven. En als Kṛṣṇa hem beschermt, ook al heeft hij geen deskundige behandeling, hij zal overleven. Dus iemand die gefixeerd is in Kṛṣṇa, volledig overgegeven... En een van de punten van overgave is dat Kṛṣṇa me zal beschermen. Dan ben je blij. Net als het kind. Hij is volledig overgegeven aan de ouders en hij is ervan overtuigd dat "Mijn vader is er, mijn moeder is er." Dus hij is blij. Kadāham aikāntika-nitya-kiṅkaraḥ ([[Vanisource:CC Madhya 1.206|Stotra-ratna 43 / CC Madhya 1.206]]). Als je weet dat er iemand is die mijn beschermheer is, die mijn redder is, ben je niet erg gelukkig? Maar als je alles doet voor je eigen rekening, op je verantwoordelijkheid, ben je gelukkig? Ook als je ervan overtuigd ben in Kṛṣṇa-bewustzijn, dat 'Kṛṣṇa zal me bescherming bieden" en als je trouw bent aan Kṛṣṇa, dat is de standaard van geluk. Je kunt anders niet gelukkig zijn. Dat is niet mogelijk. Eko bahūnāṁ vidadhāti kāmān (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13).  
Prabhupāda: In de grootste moeilijkheden. Als je overtuigd bent dat: "Ik ben essentieel onderdeel van Kṛṣṇa," zelfs in de grootste moeilijke situatie van je leven, dat is overgave. Je weet dat Kṛṣṇa je bescherming zal geven. Je doet je best, je gebruikt je intelligentie, maar je gelooft in Kṛṣṇa. ''Bālasya neha pitarau nṛsiṁha'' ([[Vanisource:SB 7.9.19|SB 7.9.19]]). Als Kṛṣṇa verzuimt dan kan geen andere remedie je beschermen. Geen andere maatregel kan je beschermen. Stel dat iemand ziek is. Veel deskundige doctoren behandelen hem. Er wordt goed medicijn gegeven. Garandeert dat zijn leven? Nee, dat is geen garantie. Als Kṛṣṇa verzuimt dan zal hij ondanks al deze goede doctoren en medicijnen sterven. En als Kṛṣṇa hem beschermt dan zal hij toch overleven, ook al krijgt hij geen deskundige behandeling.  


Dat is het feit. Zelfs je, in je rebelse toestand geeft Kṛṣṇa je bescherming. Zonder de bescherming van Kṛṣṇa kun je niet eens een seconde leven. Hij is zo aardig. Maar als je het toegeeft, als je het herkent, dan word je blij. Nu geeft Kṛṣṇa je bescherming, maar je weet het niet omdat je je leven hebt genomen op je eigen risico. Daarom heeft Hij je de vrijheid gegeven, "Oké, doe wat je wilt. Ik zal je voor zover mogelijk bescherming geven." Maar als je je volledig overgeeft is de leiding bij Kṛṣṇa. Dat is bijzonder. Dat is een bijzondere bescherming. Net als een vader. Het kind dat is opgegroeid interesseert zich niet voor de vader, hij handelt in vrijheid. Wat kan de vader doen? "Oké, doe wat je wilt." Maar het kind dat volledig onder de bescherming is van de vader, hij zorgt er meer voor.  
Dus iemand die gehecht is aan Kṛṣṇa, volledig overgegeven. En één van de punten van overgave is dat Kṛṣṇa me zal beschermen. Dan ben je gelukkig. Net als een kind. Die is volledig overgegeven aan de ouders en is ervan overtuigd dat: "Mijn vader is er, mijn moeder is er." Dus hij is gelukkig. ''Kadāham aikāntika-nitya-kiṅkaraḥ'' ([[Vanisource:CC Madhya 1.206|Stotra-ratna 43 / CC Madhya 1.206]]). Als je weet dat er iemand is die mijn beschermer, mijn redder is, ben je dan niet erg gelukkig? Maar als je alles doet voor eigen rekening, op eigen verantwoording, ben je dan gelukkig? Net zo, als je overtuigd bent in je Kṛṣṇa-bewustzijn dat: "Kṛṣṇa zal me bescherming geven" en als je trouw bent aan Kṛṣṇa, dat is de standaard van geluk. Je kan anders niet gelukkig zijn. Dat is niet mogelijk. ''Eko bahūnāṁ vidadhāti kāmān'' (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13).  


Dat staat in de Bhagavad-gītā, vindt je: samo 'haṁ sarva-bhūteṣu ([[Vanisource:BG 9.29|BG 9.29]]).. "Ik ben gelijk voor iedereen." Na me dveṣyaḥ: "Niemand is mijn vijand." Hoe kan Hij vijandig zijn? Iedereen is Kṛṣṇa's zoon. Hoe kan hij vijand worden van Kṛṣṇa? Hij is zoon. Dat is niet mogelijk. Hij is de vriend van iedereen. Maar we profiteren niet van zijn vriendschap. Dat is onze ziekte. Dat is onze ziekte. Hij is vriend van iedereen. Samo 'haṁ sarva-bhūteṣu ([[Vanisource:BG 9.29|BG 9.29]]). Maar wie het herkent, hij kan begrijpen dat "Kṛṣṇa me op deze manier bescherming geeft." Dit is de weg van geluk. Ga verder.
Dat is een feit. Zelfs in je rebelse toestand geeft Kṛṣṇa je bescherming. Zonder de bescherming van Kṛṣṇa kun je niet eens een seconde leven. Hij is zo aardig. Maar als je het toegeeft, als je het herkent, dan wordt je gelukkig. Nu geeft Kṛṣṇa je bescherming maar je weet het niet omdat je je leven op eigen risico leeft. Daarom heeft Hij je vrijheid gegeven: "Oké, doe wat je wil. Ik zal je voor zover mogelijk bescherming geven." Maar als je je volledig overgeeft ligt alles bij Kṛṣṇa. Dat is speciaal. Dat is speciale bescherming. Net als een vader. Het kind dat is opgegroeid geeft niets om de vader, hij doet wat hij wil. Wat kan de vader doen? "Oké, doe wat je wilt." Maar voor het kind dat volledig onder de bescherming van de vader is zorgt hij meer.
 
Dat staat in de Bhagavad-gītā, je zal zien; s''amo 'haṁ sarva-bhūteṣu'' ([[NL/BG 9.29|BG 9.29]]). "Ik ben onpartijdig voor iedereen." ''Na me dveṣyaḥ'': "Niemand is mijn vijand." Hoe kan Hij vijandig zijn? Iedereen is Kṛṣṇa's zoon. Hoe kan hij een vijand van Kṛṣṇa worden? Hij is de zoon. Dat is niet mogelijk. Hij is de vriend van iedereen. Maar we profiteren niet van zijn vriendschap. Dat is onze ziekte. Dat is onze ziekte. Hij is vriend van iedereen. ''Samo 'haṁ sarva-bhūteṣu''. Maar iemand die het herkent kan begrijpen dat: "Kṛṣṇa me op deze manier bescherming geeft." Dit is de weg van geluk.
Ga verder.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:23, 1 February 2021



Lecture on BG 6.16-24 -- Los Angeles, February 17, 1969

Toegewijde: "Dit wordt gekenmerkt door iemands vermogen om met de zuivere geest het zelf te aanschouwen en plezier en vreugde ervaren."

Prabhupāda: Zuivere geest. Dit is de zuivere geest. Zuivere geest betekent om zichzelf te begrijpen dat: "Ik ben van Kṛṣṇa." Dat is de zuivere geest. Op dit moment is mijn geest vervuild. Waarom? Ik denk dat ik behoor tot deze, ik behoor tot dat, ik behoor tot dit. Maar als mijn geest overtuigd is: "Ik ben van Kṛṣṇa." Dat is mijn perfectie. Ja.

Toegewijde: "... en plezier en vreugde in het zelf ervaren. In die vreugdevolle toestand bevindt men zich in grenzeloos ..."

Prabhupāda: Deze vreugde in het zelf betekent, Kṛṣṇa is het Superzelf. Yoga beoefening. De individuele zelf ben ik. Als ik in samādhi met Viṣṇu ben, Superzelf, dat is mijn standvastigheid van geest. Dus Superzelf en zelf, wanneer ze genieten. Genieten kan niet alleen zijn. Er moeten er twee zijn. Heb je enige ervaring van genieten in je eentje? Nee. Dus alleen genieten is niet mogelijk. Genieten betekent twee; Kṛṣṇa en jij. De Superziel en de individuele ziel. Dat is de manier. Je kan niet alleen genieten, dat is niet je positie. Ja, ga verder.

Toegewijde: ... men bevindt zich in grenzeloos transcendentaal geluk en geniet met transcendentale zintuigen. Alzo gevestigd wijkt men nooit meer af van de waarheid, en wanneer dit bereikt is, denkt men dat er geen grotere rijkdom bestaat. Wie zich in een dergelijke positie bevindt, raakt nooit verstoord, zelfs niet te midden van de grootste moeilijkheden.

Prabhupāda: In de grootste moeilijkheden. Als je overtuigd bent dat: "Ik ben essentieel onderdeel van Kṛṣṇa," zelfs in de grootste moeilijke situatie van je leven, dat is overgave. Je weet dat Kṛṣṇa je bescherming zal geven. Je doet je best, je gebruikt je intelligentie, maar je gelooft in Kṛṣṇa. Bālasya neha pitarau nṛsiṁha (SB 7.9.19). Als Kṛṣṇa verzuimt dan kan geen andere remedie je beschermen. Geen andere maatregel kan je beschermen. Stel dat iemand ziek is. Veel deskundige doctoren behandelen hem. Er wordt goed medicijn gegeven. Garandeert dat zijn leven? Nee, dat is geen garantie. Als Kṛṣṇa verzuimt dan zal hij ondanks al deze goede doctoren en medicijnen sterven. En als Kṛṣṇa hem beschermt dan zal hij toch overleven, ook al krijgt hij geen deskundige behandeling.

Dus iemand die gehecht is aan Kṛṣṇa, volledig overgegeven. En één van de punten van overgave is dat Kṛṣṇa me zal beschermen. Dan ben je gelukkig. Net als een kind. Die is volledig overgegeven aan de ouders en is ervan overtuigd dat: "Mijn vader is er, mijn moeder is er." Dus hij is gelukkig. Kadāham aikāntika-nitya-kiṅkaraḥ (Stotra-ratna 43 / CC Madhya 1.206). Als je weet dat er iemand is die mijn beschermer, mijn redder is, ben je dan niet erg gelukkig? Maar als je alles doet voor eigen rekening, op eigen verantwoording, ben je dan gelukkig? Net zo, als je overtuigd bent in je Kṛṣṇa-bewustzijn dat: "Kṛṣṇa zal me bescherming geven" en als je trouw bent aan Kṛṣṇa, dat is de standaard van geluk. Je kan anders niet gelukkig zijn. Dat is niet mogelijk. Eko bahūnāṁ vidadhāti kāmān (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13).

Dat is een feit. Zelfs in je rebelse toestand geeft Kṛṣṇa je bescherming. Zonder de bescherming van Kṛṣṇa kun je niet eens een seconde leven. Hij is zo aardig. Maar als je het toegeeft, als je het herkent, dan wordt je gelukkig. Nu geeft Kṛṣṇa je bescherming maar je weet het niet omdat je je leven op eigen risico leeft. Daarom heeft Hij je vrijheid gegeven: "Oké, doe wat je wil. Ik zal je voor zover mogelijk bescherming geven." Maar als je je volledig overgeeft ligt alles bij Kṛṣṇa. Dat is speciaal. Dat is speciale bescherming. Net als een vader. Het kind dat is opgegroeid geeft niets om de vader, hij doet wat hij wil. Wat kan de vader doen? "Oké, doe wat je wilt." Maar voor het kind dat volledig onder de bescherming van de vader is zorgt hij meer.

Dat staat in de Bhagavad-gītā, je zal zien; samo 'haṁ sarva-bhūteṣu (BG 9.29). "Ik ben onpartijdig voor iedereen." Na me dveṣyaḥ: "Niemand is mijn vijand." Hoe kan Hij vijandig zijn? Iedereen is Kṛṣṇa's zoon. Hoe kan hij een vijand van Kṛṣṇa worden? Hij is de zoon. Dat is niet mogelijk. Hij is de vriend van iedereen. Maar we profiteren niet van zijn vriendschap. Dat is onze ziekte. Dat is onze ziekte. Hij is vriend van iedereen. Samo 'haṁ sarva-bhūteṣu. Maar iemand die het herkent kan begrijpen dat: "Kṛṣṇa me op deze manier bescherming geeft." Dit is de weg van geluk. Ga verder.