NL/Prabhupada 0718 - Zonen en discipelen moeten altijd gekastijd worden

Revision as of 13:11, 1 December 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0718 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1977 Category:NL-Quotes - Mor...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Morning Walk -- February 1, 1977, Bhuvanesvara

Toegewijde: Śrīla Prabhupāda, net als dat verhaal met de schaar, hoe kunnen de wetenschappers dwingen om Krishna en de Bhagavad Gita te aanvaarden? Hoe kunnen we de wetenschappers dwingen om de Bhagavad Gita te aanvaarden? Het probleem schijnt te zijn...

Prabhupāda: Nee, als het een feit is, dan mag je iemand dwingen, als het een feit is. En als het geen feit is, dan is het koppigheid. Als het werkelijk is, dan kan je dwingen, net als een vader zijn kind dwingt, "Ga naar school." Omdat hij weet dat zonder onderwijs zijn leven gefrustreerd raakt, daarom kan hij dwingen. Ik werd gedwongen. Anders ging ik niet naar school. Ja. Mijn moeder dwong me. Mijn vader was erg soepel. Mijn vader, eh, mijn moeder dwong me. Ze had iemand speciaal om mij naar school te slepen. Er is dus dwang nodig.

Gurukṛpā: Maar dat is de autoriteit. Uw ouders waren uw autoriteit.

Prabhupāda: Ja.

Gurukṛpā: Maar ze accepteren ons niet als autoriteit. Ze zeggen: "We zijn gelijkwaardig. Of... eigenlijk weet ik meer dan jij."

Prabhupāda: Dat is een andere vorm van dwaasheid, een andere dwaas. Vader, moeder, natuurlijke voogd, zij kunnen dwingen.

Svarûpa Damodara: We moeten ze een hoger begrip tonen, hogere kennis.

Prabhupāda: Ja. Het kind kan een dwaas zijn, maar de vader en moeder kunnen het niet aanzien dat hun kind een dwaas blijft. Hij kan dwingen. Overheid ook. Waarom is er anders een militaire macht? Waarom bestaat de politie? Als je een misdadiger wilt zijn, dan word je gedwongen om de wet te aanvaarden. Daar is dwang voor nodig.

Toegewijde: Maar het kind moet eerst beseffen dat naar school gaan nut heeft.

Prabhupāda: Een kind kan niet beseffen. Hij is een boef. Hij zou met een schoen geslagen moeten worden. Dan zal hij het begrijpen. Een kind kan het niet inzien. Putraṁ ca śiṣyaṁ ca tāḍayen na tu lālayet (Cāṇakya Pandita): "Zonen en discipelen moeten altijd worden gekastijd." Dat zegt Cāṇakya Paṇḍita. "Aai ze nooit." Lālane bahavo doṣās tāḍane bahavo guṇāḥ... "Als je ze aait, dan zal hij verwend worden. En als je hem kastijdt, dan zal hij een heel aardig persoon worden. Daarom moet een discipel en een zoon altijd worden gekastijd. " Dit is het bevel van Cāṇakya Paṇḍita. Er is geen sprake van schouderklopjes.

Gurukṛpā: Mensen willen gevleid worden. Ze willen het niet streng te horen krijgen.

Prabhupāda: En dat is de positie van de discipelen. Caitanya Mahāprabhu zei, guru more mūrkha dekhi' (CC Adi 7.71). Caitanya Mahāprabhu was God zelf, en Hij zei dat. "Mijn Guru Mahārāja zag mij als een eerste klas dwaas." Kastijding. Dat is nodig. Cāṇakya Paṇḍita, een grote morele instructeur, adviseerde, tāḍayen na tu lālayet: "tuchtig ze altijd, anders zullen ze verwend worden.."

Svarūpa Dāmodara: De intelligente jongen weet dat de kastijding genade is.

Prabhupāda: Ja. Ja.