NL/Prabhupada 0754 - Heel leerzame strijd tussen de atheïst en de theïst: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0754 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1974 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Bombay]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Bombay]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0753 - Zorg dat alle belangrijke mensen een set boeken hebben om te bestuderen|0753|NL/Prabhupada 0755 - Zee-lijder|0755}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|Vx32RoLWGDk|Zeer leerzame strijd tussen een atheïst en een theïst<br />- Prabhupāda 0754}}
{{youtube_right|c-6lOe-p32w|Heel leerzame strijd tussen de atheïst en de theïst<br />- Prabhupāda 0754}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:740505NA-BOMBAY_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/740505NA-BOMBAY_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Vandaag is de verschijningsdag van Heer Nṛsiṁha-deva. Dit wordt Nṛsiṁha-caturdaśī genoemd. Ik ben zeer geplezierd dat jullie in zo'n korte tijd, dat deze jongens zo'n mooi toneelstuk hebben opgevoerd, en in het bijzonder bedank ik meneer Hiraṇyakaśipu. Meneer Hiraṇyakaśipu heeft zijn rol heel goed gespeeld.  
Vandaag is de verschijningsdag van Heer Nṛsiṁha-deva. Het heet Nṛsiṁha-caturdaśī. Dus ik ben heel tevreden dat in zo'n korte tijd deze jongens zo'n mooi toneelstuk hebben opgevoerd, en ik moet vooral meneer Hiraṇyakaśipu bedanken. (applause) Meneer Hiraṇyakaśipu heeft zijn rol heel goed gespeeld.  


Dit was een zeer leerzame strijd tussen een atheïst en een theïst. Dit verhaal van Prahlāda Mahārāja is eeuwig waar. Er is altijd strijd tussen atheïsten en theïsten. Als iemand Gods-bewust, Krishna-bewust, wordt, dan krijgt hij vele vijanden. De wereld zit namelijk vol demonen. Niet alleen een toegewijde van Krishna, ook Krishna zelf, toen Hij persoonlijk kwam, moest Hij vele demonen doden. Er was bijvoorbeeld Zijn oom, de broer van Zijn moeder, een nauwe verwante. Hij wilde Krishna doden. Zodra er uit Devakī een zoon werd geboren, doodde hij die onmiddellijk, omdat hij niet wist wie Krishna was en de voorspelling was dat het achtste kind van zijn zus hem, Kaṁsa, zal doden. Hij begon alle kinderen te vermoorden. Uiteindelijk kwam Krishna, maar hij kon Krishna niet doden. Hij werd gedood door Krishna.  
Dus dit is heel leerzaam, een strijd tussen de atheïst en de theïst. Deze geschiedenis van Prahlāda Mahārāja is eeuwig waar. Er is altijd strijd tussen atheïsten en theïsten. Als iemand Gods-bewust, Kṛṣṇa-bewust, wordt dan krijgt hij veel vijanden. Want de wereld zit vol met demonen. Wat te zeggen van een toegewijde van Kṛṣṇa, zelfs Kṛṣṇa, toen Hij persoonlijk kwam moest Hij zoveel demonen doden. Er was Zijn oom, de broer van Zijn moeder, een nauwe aanverwant. Toch wilde hij Kṛṣṇa doden. Zodra Devakī een zoon baarde doodde hij die onmiddellijk omdat hij niet wist welke Kṛṣṇa zou zijn. De voorspelling was dat het achtste kind van zijn zus Kaṁsa zal doden. Dus hij begon alle kinderen te vermoorden. Uiteindelijk kwam Kṛṣṇa. Maar hij kon Kṛṣṇa niet doden. Hij werd door Kṛṣṇa gedood.  


Niemand kan God doden. De demonen, de goddeloze maatschappij, ze willen God doden. Maar feitelijk kan God niet worden gedood, maar de demonen worden gedood door God. Dit is de wet van de natuur. Dit leren we van Prahlāda Mahārāja's leven. We begrijpen dat, zoals in de Bhagavad Gita staat, mṛtyuḥ sarva-haraś cāham ([[Vanisource:BG 10.34|BG 10.34]]). In de Bhagavad Gita staat: "Ik ben ook de dood en in deze vorm neem Ik alles wat je bezit van je weg. " We zijn zeer trots op de materiële dingen die we bezitten, maar als Krishna komt ... Prahlāda Mahārāja en zijn vader Hiraṇyakaśipu zagen Nṛsiṁha-deva. Deze Hiraṇyakaśipu was een slimme materialist, net zo slim als wetenschappers. Ze vinden zoveel dingen uit. Maar met welk doel? Hun doel is: "We zullen eeuwig leven en steeds meer genieten van zinsbevrediging." Dit noemen we de atheïstische vooruitgang van de beschaving. Hiraṇyakaśipu was typisch een materialist. Hiraṇya betekent goud en kaśipu betekent zacht bed of kussen. Materialistische personen, zijn dol op goud en seksueel genot. Dat is hun interesse. Hiraṇyakaśipu is een typisch voorbeeld van een materialistisch persoon. En Prahlāda Mahārāja, prakṛṣṭa-rūpeṇa āhlāda. Āhlāda betekent transcendentale gelukzaligheid. Ānanda-cinmaya-rasa-pratibhāvitābhiḥ (Bs. 5.37). De ware identiteit van het levend wezen is Prahlāda, gelukzaligheid. Maar door materiele associatie zijn we in een ellendige levenssituatie terecht gekomen.
Dus niemand kan God doden. De demonen, de goddeloze maatschappij, wil alleen God doden. Maar feitelijk wordt God nooit gedood, maar de demonen worden door God gedood. Dat is de wet van de natuur. Dit is de instructie van Prahlāda Mahārāja's leven.  
 
We kunnen begrijpen dat, zoals in de Bhagavad-gītā staat; ''mṛtyuḥ sarva-haraś cāham'' ([[NL/BG 10.34|BG 10.34]]). In de Bhagavad-gītā staat: "Ik ben ook de dood, in die vorm neem Ik alles wat je bezit van je weg." We zijn heel erg trots op de materiële dingen die we bezitten, maar als Kṛṣṇa komt ... Prahlāda Mahārāja en zijn vader Hiraṇyakaśipu zagen Nṛsiṁha-deva. Hiraṇyakaśipu was heel slim, net zoals materialistische wetenschappers heel slim zijn. Ze vinden zoveel dingen slim uit. Met welk doel? Het doel is: "We zullen eeuwig leven en steeds meer genieten van zinsbevrediging." Dit heet de atheïstische vooruitgang van de beschaving. Dus Hiraṇyakaśipu was een typische materialist. ''Hiraṇya'' betekent goud en ''kaśipu'' betekent zacht bed of kussen. Dus materialistische mensen zijn dol op goud en seksueel genot. Dat is hun activiteit. Hiraṇyakaśipu is een typisch voorbeeld van een materialistisch persoon. En Prahlāda Mahārāja, ''prakṛṣṭa-rūpeṇa āhlāda''. ''Āhlāda'' betekent transcendentale gelukzaligheid. ''Ānanda-cinmaya-rasa-pratibhāvitābhiḥ'' (Bs. 5.37). De ware identiteit van het levende wezen is ''prahlāda'', gelukzaligheid. Maar door materiele associatie zitten we in een ellendige levenssituatie.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 13:56, 2 April 2021



Nrsimha-caturdasi Lord Nrsimhadeva's Appearance Day -- Bombay, May 5, 1974

Vandaag is de verschijningsdag van Heer Nṛsiṁha-deva. Het heet Nṛsiṁha-caturdaśī. Dus ik ben heel tevreden dat in zo'n korte tijd deze jongens zo'n mooi toneelstuk hebben opgevoerd, en ik moet vooral meneer Hiraṇyakaśipu bedanken. (applause) Meneer Hiraṇyakaśipu heeft zijn rol heel goed gespeeld.

Dus dit is heel leerzaam, een strijd tussen de atheïst en de theïst. Deze geschiedenis van Prahlāda Mahārāja is eeuwig waar. Er is altijd strijd tussen atheïsten en theïsten. Als iemand Gods-bewust, Kṛṣṇa-bewust, wordt dan krijgt hij veel vijanden. Want de wereld zit vol met demonen. Wat te zeggen van een toegewijde van Kṛṣṇa, zelfs Kṛṣṇa, toen Hij persoonlijk kwam moest Hij zoveel demonen doden. Er was Zijn oom, de broer van Zijn moeder, een nauwe aanverwant. Toch wilde hij Kṛṣṇa doden. Zodra Devakī een zoon baarde doodde hij die onmiddellijk omdat hij niet wist welke Kṛṣṇa zou zijn. De voorspelling was dat het achtste kind van zijn zus Kaṁsa zal doden. Dus hij begon alle kinderen te vermoorden. Uiteindelijk kwam Kṛṣṇa. Maar hij kon Kṛṣṇa niet doden. Hij werd door Kṛṣṇa gedood.

Dus niemand kan God doden. De demonen, de goddeloze maatschappij, wil alleen God doden. Maar feitelijk wordt God nooit gedood, maar de demonen worden door God gedood. Dat is de wet van de natuur. Dit is de instructie van Prahlāda Mahārāja's leven.

We kunnen begrijpen dat, zoals in de Bhagavad-gītā staat; mṛtyuḥ sarva-haraś cāham (BG 10.34). In de Bhagavad-gītā staat: "Ik ben ook de dood, in die vorm neem Ik alles wat je bezit van je weg." We zijn heel erg trots op de materiële dingen die we bezitten, maar als Kṛṣṇa komt ... Prahlāda Mahārāja en zijn vader Hiraṇyakaśipu zagen Nṛsiṁha-deva. Hiraṇyakaśipu was heel slim, net zoals materialistische wetenschappers heel slim zijn. Ze vinden zoveel dingen slim uit. Met welk doel? Het doel is: "We zullen eeuwig leven en steeds meer genieten van zinsbevrediging." Dit heet de atheïstische vooruitgang van de beschaving. Dus Hiraṇyakaśipu was een typische materialist. Hiraṇya betekent goud en kaśipu betekent zacht bed of kussen. Dus materialistische mensen zijn dol op goud en seksueel genot. Dat is hun activiteit. Hiraṇyakaśipu is een typisch voorbeeld van een materialistisch persoon. En Prahlāda Mahārāja, prakṛṣṭa-rūpeṇa āhlāda. Āhlāda betekent transcendentale gelukzaligheid. Ānanda-cinmaya-rasa-pratibhāvitābhiḥ (Bs. 5.37). De ware identiteit van het levende wezen is prahlāda, gelukzaligheid. Maar door materiele associatie zitten we in een ellendige levenssituatie.