NL/Prabhupada 0754 - Heel leerzame strijd tussen de atheïst en de theïst

Revision as of 11:39, 22 November 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0754 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1974 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Nrsimha-caturdasi Lord Nrsimhadeva's Appearance Day -- Bombay, May 5, 1974

Vandaag is de verschijningsdag van Heer Nṛsiṁha-deva. Dit wordt Nṛsiṁha-caturdaśī genoemd. Ik ben zeer geplezierd dat jullie in zo'n korte tijd, dat deze jongens zo'n mooi toneelstuk hebben opgevoerd, en in het bijzonder bedank ik meneer Hiraṇyakaśipu. Meneer Hiraṇyakaśipu heeft zijn rol heel goed gespeeld.

Dit was een zeer leerzame strijd tussen een atheïst en een theïst. Dit verhaal van Prahlāda Mahārāja is eeuwig waar. Er is altijd strijd tussen atheïsten en theïsten. Als iemand Gods-bewust, Krishna-bewust, wordt, dan krijgt hij vele vijanden. De wereld zit namelijk vol demonen. Niet alleen een toegewijde van Krishna, ook Krishna zelf, toen Hij persoonlijk kwam, moest Hij vele demonen doden. Er was bijvoorbeeld Zijn oom, de broer van Zijn moeder, een nauwe verwante. Hij wilde Krishna doden. Zodra er uit Devakī een zoon werd geboren, doodde hij die onmiddellijk, omdat hij niet wist wie Krishna was en de voorspelling was dat het achtste kind van zijn zus hem, Kaṁsa, zal doden. Hij begon alle kinderen te vermoorden. Uiteindelijk kwam Krishna, maar hij kon Krishna niet doden. Hij werd gedood door Krishna.

Niemand kan God doden. De demonen, de goddeloze maatschappij, ze willen God doden. Maar feitelijk kan God niet worden gedood, maar de demonen worden gedood door God. Dit is de wet van de natuur. Dit leren we van Prahlāda Mahārāja's leven. We begrijpen dat, zoals in de Bhagavad Gita staat, mṛtyuḥ sarva-haraś cāham (BG 10.34). In de Bhagavad Gita staat: "Ik ben ook de dood en in deze vorm neem Ik alles wat je bezit van je weg. " We zijn zeer trots op de materiële dingen die we bezitten, maar als Krishna komt ... Prahlāda Mahārāja en zijn vader Hiraṇyakaśipu zagen Nṛsiṁha-deva. Deze Hiraṇyakaśipu was een slimme materialist, net zo slim als wetenschappers. Ze vinden zoveel dingen uit. Maar met welk doel? Hun doel is: "We zullen eeuwig leven en steeds meer genieten van zinsbevrediging." Dit noemen we de atheïstische vooruitgang van de beschaving. Hiraṇyakaśipu was typisch een materialist. Hiraṇya betekent goud en kaśipu betekent zacht bed of kussen. Materialistische personen, zijn dol op goud en seksueel genot. Dat is hun interesse. Hiraṇyakaśipu is een typisch voorbeeld van een materialistisch persoon. En Prahlāda Mahārāja, prakṛṣṭa-rūpeṇa āhlāda. Āhlāda betekent transcendentale gelukzaligheid. Ānanda-cinmaya-rasa-pratibhāvitābhiḥ (Bs. 5.37). De ware identiteit van het levend wezen is Prahlāda, gelukzaligheid. Maar door materiele associatie zijn we in een ellendige levenssituatie terecht gekomen.