NL/Prabhupada 0810 - Wees niet verstoord door de gevaarlijke toestand van deze materiële wereld: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0810 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1974 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0809 - De afkorting van demon-crazy is democratie|0809|NL/Prabhupada 0811 - Raak op een of andere manier gehecht aan Krishna|0811}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|ZS8LnFqWits|Wees niet geërgerd door de gevaarlijke toestand van deze materiële wereld<br/>- Prabhupāda 0810}}
{{youtube_right|12N7F_FO5oY|Wees niet verstoord door de gevaarlijke toestand van deze materiële wereld<br/>- Prabhupāda 0810}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:741003SB-MAYAPUR_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/741003SB-MAYAPUR_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Hier wordt iets specifiek genoemd, muhur vipad-gaṇāt ([[Vanisource:SB 1.8.23|SB 1.8.23]]). Muhuḥ betekent vierentwintig uur per dag, of altijd, bijna vierentwintig uur. Muhuḥ betekent "telkens weer, steeds opnieuw." Vipat betekent "gevaar." En gaṇa betekent "multi," niet een soort gevaar, maar verschillende soorten gevaar. De muhur vipad-gaṇāt, wie lijdt hier? Nu, Kuntī. En wie lijdt er nog meer? Nu, Devakī. Devakī is de moeder van Krishna en Kuntī is de tante van Krishna. Beiden zijn geen gewone vrouwen. Moeder of tante van Krishna worden, is geen gewone zaak. Het vereist vele, vele levens van tapasya. Dan kan je een moeder van Krishna worden. Zij waren dus ook aan het lijden, muhur vipad-gaṇāt, altijd vipat. Ook al was Krishna voor hen, voor een moeder, zeer, zeer gemakkelijk te bereiken, bereikbaar persoon. Maar toch. Devakī beviel van Krishna, maar het gevaar was zo verschrikkelijk dat ze haar zoon niet kon houden. Het moest onmiddellijk worden overgedragen. Kijk maar eens hoeveel vipat, hoeveel vipat. De moeder van Krishna kon haar zoon niet op schoot nemen. Elke moeder wil dat, maar vanwege Kamsa, khalena ([[Vanisource:SB 1.8.23|SB 1.8.23]]), kon ze Hem niet houden. Maar voor de Pāṇḍava's was Krishna hun constante metgezel. Waar de Pāṇḍava's zijn, daar is Krishna. Krishna... Draupadī was in gevaar. Ze was bijna naakt, door de Kuru's, Duryodhana, Duḥśāsana, maar Krishna leverde kleding. Voor een vrouw is het een groot gevaar om naakt te zijn bij een samenkomst van zoveel mannen. Het is het grootste gevaar, maar Krishna redde haar. Ook Kuntī werd gered... Deze gevaren worden in latere verzen beschreven. Ze zegt, vimocitāhaṁ ca sahātmajā vibho: "Ik werd bevrijd uit zoveel gevaarlijke posities, niet alleen ik zelf, maar samen met mijn zonen."
Dus hier wordt iets specifiek genoemd; ''muhur vipad-gaṇāt'' ([[Vanisource:SB 1.8.23|SB 1.8.23]]). ''Muhuḥ'' betekent vierentwintig uur, of altijd, bijna vierentwintig uur. ''Muhuḥ'' betekent: "weer en weer, weer en weer." Dus ''vipat'' betekent: "gevaar." En ''gaṇa'' betekent; "multi," niet één soort gevaar maar verschillende soorten gevaar. Dus ''muhur vipad-gaṇāt''.  


Het feit is dat zelfs Kuntī of Devakī, die zo'n intieme band hadden met Krishna, toch met zoveel gevaren werden geconfronteerd, dus wat te spreken van anderen? Wat te zeggen van anderen, wij zelf? Als we in gevaar zijn en we zijn in gevaar, moeten we niet worden ontmoedigd. We moeten moed verzamelen, want zelfs Kuntī, Vasudeva en Devakī, waren ook in gevaar, hoewel ze een zeer, zeer intieme band hadden met Krishna. We moeten dus niet verstoord worden door de gevaren van deze materiële wereld. Als we werkelijk Krishna-bewust zijn, moeten we het gevaar onder ogen zien en op Krishna vertrouwen. Avaśya rakhibe kṛṣṇa viśvāsa pālana. Dit heet overgave, dat "Ik mag in gevaar zijn, maar Krishna... Ik heb me overgegeven aan Krishna. Hij zal me redden.'' Vertrouw hier op. Wordt niet verstoord als je in gevaar bent, want deze wereld is zo. Padaṁ padaṁ vipadām ([[Vanisource:SB 10.14.58|SB 10.14.58]]). Er is gevaar bij elke stap. Als we bijvoorbeeld op straat lopen. Meteen kan je geprikt worden door een doorn. En door die prik van die doorn, kan het een steenpuist worden en kan het gevaarlijk worden. Dus zelfs door op straat te lopen, door op straat te praten, door het eten van voedsel, is er... In het Engels wordt gezegd: "Er is veel gevaren tussen de beker en de lip."  
Wie lijdt er? Nu, Kuntī. En wie lijdt er nog meer? Nu, Devakī. Devakī is de moeder van Kṛṣṇa en Kuntī is de tante van Kṛṣṇa. Het zijn allebei geen gewone vrouwen. Om de moeder of tante van Kṛṣṇa worden is geen gewone zaak. Het vereist vele, vele levens van ''tapasya''. Dan kan iemand de moeder van Kṛṣṇa worden. Dus zij waren ook aan het lijden, ''muhur vipad-gaṇāt''. Altijd ''vipat''. Ook al was Kṛṣṇa voor hun, als moeder, heel gemakkelijk te benaderen. Maar toch ... Devakī beviel van Kṛṣṇa, maar het gevaar was zo verschrikkelijk dat ze haar zoon niet kon houden. Het moest onmiddellijk worden overgedragen. Kijk maar eens hoeveel ''vipat''. De moeder van Kṛṣṇa kon haar zoon niet op schoot nemen. Elke moeder wil dat, maar vanwege ''Kaṁsa khalena'' ([[Vanisource:SB 1.8.23|SB 1.8.23]]) kon ze Hem niet houden. En bij de Pāṇḍava's was Kṛṣṇa hun constante metgezel. Waar de Pāṇḍava's zijn, daar is Kṛṣṇa. Draupadī was in gevaar. Ze werd ontkleed door de Kuru's, Duryodhana, Duḥśāsana, Kṛṣṇa leverde kleding. Dus voor een vrouw is het een groot gevaar om naakt te zijn bij een samenkomst van zoveel mannen. Het is het grootste gevaar, en Kṛṣṇa redde haar. Net zo werd ook Kuntī gered, die gevaren worden in latere verzen beschreven. Ze zegt; ''vimocitāhaṁ ca sahātmajā vibho'' ([[Vanisource:SB 1.8.23|SB 1.8.23]]): "Ik werd bevrijd uit zoveel gevaarlijke situaties, niet alleen ik zelf, maar samen met mijn zonen."  


Je moet dus altijd onthouden dat deze materiële wereld gewoon vol gevaren is. Als u denkt, "We zijn heel veilig, we zijn erg expert, we hebben deze wereld heel gelukkig gemaakt," dan ben je dwaas nummer één. Padaṁ padaṁ yad vipadām (SB 10.14.58). Maar als je toevlucht bij Krishna hebt gezocht, dan zijn deze gevaren niets. Kuntī zei vimocita. Vimocita betekent verlost van gevaar. Aham. Sahātmajā: "Met mijn..."
Dus het feit is dat zelfs Kuntī of Devakī, die zo nauw met Kṛṣṇa verbonden zijn, maar toch moesten ze zoveel gevaren doormaken, dus wat te zeggen van anderen en wij zelf? Dus als we in gevaar zijn moeten we niet ontmoedigd raken. We moeten moed verzamelen, want zelfs Kuntī en Vasudeva en Devakī waren ook in gevaar, hoewel ze een zeer intieme band met Kṛṣṇa hadden. Dus we moeten niet verstoord worden door de gevaren van deze materiële wereld.  


Dit is de studie van Krishna, als je Krishna-bewust wordt, een oprechte dienaar van Krishna, wees niet geërgerd door de gevaarlijke toestand van deze materiële wereld. Vertrouw gewoon op Krishna, en Hij zal je redden.  
Als we werkelijk Kṛṣṇa-bewust zijn dan moeten we het gevaar onder ogen zien en op Kṛṣṇa vertrouwen. ''Avaśya rakhibe kṛṣṇa viśvāsa pālana''. Dit heet overgave: "Ik kan in gevaar zijn, maar Kṛṣṇa, ik heb me overgegeven aan Kṛṣṇa. Hij moet me redden." Houd dit vertrouwen. Wees niet verstoord als je in gevaar bent want deze wereld is zo'n ''padaṁ padaṁ vipadām'' ([[Vanisource:SB 10.14.58|SB 10.14.58]]). Er is gevaar bij elke stap. Net als wanneer we op straat lopen. Meteen kan je geprikt worden door een doorn. En door die prik van die doorn kan het gaan ontsteken en kan het gevaarlijk worden. Dus zelfs door op straat te lopen, door op straat te praten, door te eten, er is ...  


Hartelijk dank.
En in het Engels wordt gezegd: "Er zijn veel gevaren tussen de beker en de lip." Dus je moet altijd onthouden dat deze materiële wereld gewoon vol gevaren is. Als je denkt dat: "We zijn erg veilig, we zijn heel expert, we hebben deze wereld heel gelukkig gemaakt," dan ben je de grootste gek. ''Padaṁ padaṁ yad vipadām'' ([[Vanisource:SB 10.14.58|SB 10.14.58]]). Maar als je toevlucht bij Kṛṣṇa zoekt dan zijn deze gevaren niets. Kuntī zegt ''vimocita''. ''Vimocita'' betekent verlost van gevaar. ''Aham''. ''Sahātmajā'': "Met mijn ..."
 
Dus dit is de studie van Kṛṣṇa. Als je Kṛṣṇa-bewust wordt, een oprechte dienaar van Kṛṣṇa, wees dan niet verstoord door de gevaarlijke toestand van deze materiële wereld. Vertrouw gewoon op Kṛṣṇa en Hij zal je redden.
 
Heel hartelijk dank.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 18:13, 29 June 2021



741003 - Lecture SB 01.08.23 - Mayapur

Dus hier wordt iets specifiek genoemd; muhur vipad-gaṇāt (SB 1.8.23). Muhuḥ betekent vierentwintig uur, of altijd, bijna vierentwintig uur. Muhuḥ betekent: "weer en weer, weer en weer." Dus vipat betekent: "gevaar." En gaṇa betekent; "multi," niet één soort gevaar maar verschillende soorten gevaar. Dus muhur vipad-gaṇāt.

Wie lijdt er? Nu, Kuntī. En wie lijdt er nog meer? Nu, Devakī. Devakī is de moeder van Kṛṣṇa en Kuntī is de tante van Kṛṣṇa. Het zijn allebei geen gewone vrouwen. Om de moeder of tante van Kṛṣṇa worden is geen gewone zaak. Het vereist vele, vele levens van tapasya. Dan kan iemand de moeder van Kṛṣṇa worden. Dus zij waren ook aan het lijden, muhur vipad-gaṇāt. Altijd vipat. Ook al was Kṛṣṇa voor hun, als moeder, heel gemakkelijk te benaderen. Maar toch ... Devakī beviel van Kṛṣṇa, maar het gevaar was zo verschrikkelijk dat ze haar zoon niet kon houden. Het moest onmiddellijk worden overgedragen. Kijk maar eens hoeveel vipat. De moeder van Kṛṣṇa kon haar zoon niet op schoot nemen. Elke moeder wil dat, maar vanwege Kaṁsa khalena (SB 1.8.23) kon ze Hem niet houden. En bij de Pāṇḍava's was Kṛṣṇa hun constante metgezel. Waar de Pāṇḍava's zijn, daar is Kṛṣṇa. Draupadī was in gevaar. Ze werd ontkleed door de Kuru's, Duryodhana, Duḥśāsana, Kṛṣṇa leverde kleding. Dus voor een vrouw is het een groot gevaar om naakt te zijn bij een samenkomst van zoveel mannen. Het is het grootste gevaar, en Kṛṣṇa redde haar. Net zo werd ook Kuntī gered, die gevaren worden in latere verzen beschreven. Ze zegt; vimocitāhaṁ ca sahātmajā vibho (SB 1.8.23): "Ik werd bevrijd uit zoveel gevaarlijke situaties, niet alleen ik zelf, maar samen met mijn zonen."

Dus het feit is dat zelfs Kuntī of Devakī, die zo nauw met Kṛṣṇa verbonden zijn, maar toch moesten ze zoveel gevaren doormaken, dus wat te zeggen van anderen en wij zelf? Dus als we in gevaar zijn moeten we niet ontmoedigd raken. We moeten moed verzamelen, want zelfs Kuntī en Vasudeva en Devakī waren ook in gevaar, hoewel ze een zeer intieme band met Kṛṣṇa hadden. Dus we moeten niet verstoord worden door de gevaren van deze materiële wereld.

Als we werkelijk Kṛṣṇa-bewust zijn dan moeten we het gevaar onder ogen zien en op Kṛṣṇa vertrouwen. Avaśya rakhibe kṛṣṇa viśvāsa pālana. Dit heet overgave: "Ik kan in gevaar zijn, maar Kṛṣṇa, ik heb me overgegeven aan Kṛṣṇa. Hij moet me redden." Houd dit vertrouwen. Wees niet verstoord als je in gevaar bent want deze wereld is zo'n padaṁ padaṁ vipadām (SB 10.14.58). Er is gevaar bij elke stap. Net als wanneer we op straat lopen. Meteen kan je geprikt worden door een doorn. En door die prik van die doorn kan het gaan ontsteken en kan het gevaarlijk worden. Dus zelfs door op straat te lopen, door op straat te praten, door te eten, er is ...

En in het Engels wordt gezegd: "Er zijn veel gevaren tussen de beker en de lip." Dus je moet altijd onthouden dat deze materiële wereld gewoon vol gevaren is. Als je denkt dat: "We zijn erg veilig, we zijn heel expert, we hebben deze wereld heel gelukkig gemaakt," dan ben je de grootste gek. Padaṁ padaṁ yad vipadām (SB 10.14.58). Maar als je toevlucht bij Kṛṣṇa zoekt dan zijn deze gevaren niets. Kuntī zegt vimocita. Vimocita betekent verlost van gevaar. Aham. Sahātmajā: "Met mijn ..."

Dus dit is de studie van Kṛṣṇa. Als je Kṛṣṇa-bewust wordt, een oprechte dienaar van Kṛṣṇa, wees dan niet verstoord door de gevaarlijke toestand van deze materiële wereld. Vertrouw gewoon op Kṛṣṇa en Hij zal je redden.

Heel hartelijk dank.