NL/Prabhupada 0812 - We hebben weerstand om de heilige naam te chanten

Revision as of 16:23, 2 December 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0812 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1974 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

741010 - Lecture SB 01.08.30 - Mayapur

Als we gewoon proberen om Krishna's aard te begrijpen, dan worden we bevrijd. En als we dat proberen te begrijpen, dan zal Krishna helpen. Krishna zegt, śṛṇvatāṁ sva-kathāḥ kṛṣṇaḥ puṇya-śravaṇa-kīrtanaḥ (SB 1.2.17). Hoe meer we over Krishna horen, hoe meer we worden gezuiverd. We kunnen Krishna niet begrijpen, omdat we niet gezuiverd zijn. Maar als je gewoon Krishna's naam hoort, Hare Krishna ... Hare Krishna, Hare Krishna, Krishna Krishna, Hare Hare, als je chant en luistert, dan word je gezuiverd. Waarom zouden we deze eenvoudige methode, die aanbevolen wordt in de śāstra, niet aannemen? harer nāma harer nāma harer nāmaiva kevalam (CC Adi 17.21), chant gewoon Hare Krishna, Hare Krishna, vierentwintig uur per dag. Kīrtanīyaḥ sadā hariḥ (CC Antya 20.21, Śrī Śikṣāṣṭakam 3). Dan wordt je perfect. Waarom benutten we deze kans niet? Dat is onfortuinlijk voor ons. Dat is uitgelegd door Śrī Caitanya Mahāprabhu, etādṛśī tava kṛpā bhagavan mamāpi (CC Antya 20.16, Śrī Śikṣāṣṭakam 2): "Mijn Heer, U bent zo ruimdenkend in het uitdelen van Uw genade, dat Uw naam, het chanten van Uw naam, voldoende is." Nāmnām akāri bahudhā nija-sarva-śaktiḥ. Dit chanten van Uw naam, abhinnatvān nāma-nāminoḥ (CC Madhya 17.133), bevat al Uw vermogens. Nāmnām akāri bahudhā nija-sarva-śaktis tatrārpitā. Al Uw vermogens zijn aanwezig. Nāmnām akāri ... En er zijn vele namen, niet slechts één naam. Als je niet graag de naam van Krishna chant, dan zijn er ook andere namen, welke naam dan ook. Maar het moet een harer nāma, een naam van Hari, zijn. Niet van anderen, maar harer nāma. Dan krijg je alle vermogens. Nāmnām akāri bahudhā nija-sarva-śaktis tatrārpitā. Niyamitaḥ smaraṇe na kālaḥ. Er is geen, ik bedoel, het maakt niet uit of je in de ochtend of in de avond chant, of je zuiver bent of niet. Onder alle omstandigheden kun je chanten. Niyamitaḥ smaraṇe na kālaḥ.

Dergelijke overwegingen zijn niet van belang. Krishna is voor iedereen zo vrij beschikbaar, vooral kalau, in dit tijdperk van Kali. Toch hebben we geen zin om de heilige naam te chanten. Dat betreurt Caitanya Mahāprabhu, etādṛśī tava kṛpā bhagavan mamāpi: "Hoewel U zo liberaal en goed bent voor deze gevallen ziel, toch ben ik zo onfortuinlijk, dat ik me niet aangetrokken voel tot het chanten van Uw heilige namen." Dit is onze positie, koppigheid, koppig als een hond. Maar als we het doen, dan worden we gezuiverd. Naṣṭa-prāyeṣv abhadreṣu nityaṁ bhāgavata-sevayā (SB 1.2.18). Daarom is Caitanya Mahāprabhu's advies, om het Śrīmad-Bhāgavatam te lezen, als je gezuiverd bent, of nog niet, je kunt lezen en chanten. Dit is onze Vaiṣṇava regelgeving, plicht. Zoveel mogelijk moeten we de Bhagavad-gītā en het Śrīmad-Bhāgavatam lezen. En dergelijke literatuur - Caitanya-caritāmṛta, Brahma-saṁhitā. Een van hen of allemaal, het maakt niet uit. En chant vierentwintig uur per dag Hare Krishna. Dit is onze bezigheid.

We geven iedereen deze kans. We hebben dit grote gebouw gebouwd, en bouwen steeds meer, waarom? Om iedereen deze kans te geven. Kom alsjeblieft hier. Chant, neem deel aan Hare Krishna kirtana, neem prasādam, en doe je best, gebruik je talent, eenvoudig, niet overbelast. Als je weet hoe je iets moet doen, doe het voor Krishna. Iedereen weet wel iets. Iedereen heeft een bepaald talent. Dat talent moet dus voor Krishna gebruikt worden. En als je denkt, "Nee, ik zal gewoon chanten," oké, chant maar. Maar slaap niet tijdens je chanten. Dat ... Niet bedriegen. Zulk bedrog is niet goed. Als je denkt dat je kunt chanten als Haridāsa Ṭhākura, chant dan gewoon. Wij zullen je te eten geven. Daar hoef je niet bezorgd om te zijn. Maar probeer niet vals te spelen. Je moet betrokken zijn. Yat karoṣi yaj juhoṣi jad aśnāsi, kuruṣva tad mad-arpaṇam (BG 9.27). Natuurlijk, als we vierentwintig uur per dag chanten, dat is heel goed. Maar dat is niet mogelijk. We zijn niet zo hoog verheven. We moeten iets voor Krishna doen.

Dus dit is ... Dit instituut, deze beweging voor Krishna-bewustzijn, geeft iedereen de kans. We openen centra over de hele wereld voor dit doel, kom hier, chant de Hare Krishna mantra, hoor over Krishna, het Bhāgavatam, de Bhagavad-gītā, en wat u je kunt doen, doe het gewoon voor Krishna. Dan is je leven succesvol.

Hartelijk dank.