NL/Prabhupada 0843 - Hun visie van de oorsprong van leven is fout. Ze denken dat dit lichaam het zelf is

Revision as of 13:42, 6 December 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0843 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1976 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

761215 - Lecture BG 16.07 - Hyderabad

Dit asurische publiek weet niet wat hun bestemming is. Ze zeggen dat het eigenbelang is, maar deze schurken weten niet wat eigenbelang is, omdat hun begin van het leven een vergissing was, Ze denken dat ze dit lichaam zelf zijn. Dus hoe kunnen ze begrijpen wat eigenbelang is? Het basisprincipe is een vergissing. Dehātma-buddhi. De honden en katten denken: "Ik ben dit lichaam." De asura heeft dus dezelfde interesse. Ze weten het niet, noch proberen ze het te begrijpen. Dehino 'smin yathā dehe (BG 2.13). In dit lichaam bestaat een spirituele ziel. Ze kunnen dat niet begrijpen. Daarom vergissen ze zich in wat hun eigenbelang is. Werkelijk eigenbelang is, "ik ben een spirituele ziel. Ik ben een zoon van God. Mijn vader is zeer, zeer rijk, welvarend. Ik heb mijn vaders associatie opgegeven en daarom ben ik aan het lijden." Anders is er geen sprake van lijden. We hebben deze ervaring. De zoon van een zeer rijk man, waarom zou hij moeten lijden? Hier zegt Krishna, ahaṁ bīja-pradaḥ pitā (BG 14.4): "Ik ben de zaadgevende vader van alle levende wezens." God betekent ṣaḍ-aiśvarya-pūrṇaḥ (CC Ādi 2.5), zes soorten van weelde. Hij is volledig. Hij is de eigenaar van alles, bhoktāraṁ yajña-tapasāṁ sarva-loka-maheśvaram (BG 5.29). Als ik de zoon ben van een persoon die de eigenaar van alles is, waar is dan sprake van lijden? Het basisprincipe van eigenbelang is dus verloren.

Deze beweging voor Krishna-bewustzijn is dus bedoelt om hun bewustzijn te doen herleven, dat "Je bent niet dit lichaam. Je bent een spirituele ziel. Je bent een integrerend deeltje van God. Waarom moet je lijden? Cultiveer Krishna-bewustzijn, en simpelweg door het cultiveren van Krishna-bewustzijn, zul je terug naar huis, terug naar God, gaan, en dan zul je gelukkig zijn." Krishna bevestigt dit. Duḥkhālayam aśāśvatam, nāpnuvanti mahātmānaḥ saṁsiddhiṁ paramāṁ gatāḥ, mām upetya (BG 8.15): "Als iemand tot Mij komt," mām upetya, "dan komt hij niet terug naar deze materiële wereld, duḥkhālayam aśāśvatam (BG 8.15)." Dit is een plaats van lijden. Omdat ze niet weten wat eigenbelang is, daarom accepteren ze deze plaats van lijden als plaats voor vermaak. Maar eigenlijk is het een plaats van lijden.

Waarom bedek je dit lichaam? Het lichaam is de oorzaak van lijden, in contact met de lucht voel ik koud. Daarom moet ik bedekken. Het is een middel om het lijden te verzachten. De positie is lijden, maar op een of andere manier proberen we het leed te verzachten. Zo is er in de zomer ook lijden. Dan willen we geen bedekking, dan willen we elektrische ventilatoren. Er is dus altijd lijden. In de zomer en in de winter, lijden zal er zijn. Dat hebben we niet begrepen, door onze asurische svabhāva. We vragen niet waarom. In de zomer en de winter... In de zomer willen we iets kouds, en in de winter willen we iets dat warm is. Deze twee dingen zijn er. Soms is de warmte lijden, soms is de kou ook lijden. Waar is het genieten? We verlangen, "Als het nu warm zou zijn..." Maar warmte is ook lijden. Daarom zegt Krishna: "Stoor je niet aan dit lijden. Het zal blijven. In de zomer denk je dat iets zeer prettig is. Hetzelfde zal in de winter niet aangenaam zijn. Het is een komen en gaan. Houd je niet bezig met dit zogenaamde lijden en genieten. Doe je plicht, in Krishna-bewustzijn."